ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1274 Raad van Discipline Arnhem 10-82

ECLI: ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1274
Datum uitspraak: 20-12-2010
Datum publicatie: 12-01-2011
Zaaknummer(s): 10-82
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Vereiste communicatie met de cliënt
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Onvoldoende begeleiding en verweer in een arbeidszaak. Verzet tegen voorzittersbeslissing ongegrond.

10-82

BESLISSING VAN DE RAAD VAN DISCIPLINE IN HET RECHTSGEBIED VAN HET GERECHTSHOF ARNHEM

Inzake:

X

wonende te [woonplaats,

klaagster,

hierna: klaagster

tegen:

Y

advocaat te [plaats],

beklaagde,

1.

Bij brief d.d. 20 juli 2010 is klaagster tijdig in verzet gekomen tegen de beslissing van de voorzitter van de raad d.d. 9 juli 2010, waarbij haar klacht tegen verweerder als kennelijk ongegrond is afgewezen.

Het verzet is behandeld ter openbare zitting van de raad van 1 november 2010, waar klaagster en verweerder zijn verschenen.

Bij de behandeling van de klacht was de raad als volgt samengesteld: mr. M.F.J.N. van Osch, voorzitter, en de mrs. J.R.O. Dantuma, F. Klemann, H.F.J. Maissan en P.J.M. van Wersch, leden van de raad, bijgestaan door mr. A.M. van Rossum als griffier.

2.

Voor de inhoud van de klacht wordt verwezen naar de bestreden beslissing, waarvan een kopie aan deze beslissing is gehecht.

3.

Met de voorzitter en op de gronden die deze in zijn beslissing van 9 juli 2010 heeft vermeld acht de raad de klacht van klager kennelijk ongegrond. Hetgeen klager tegen de beslissing van de voorzitter heeft aangevoerd heeft de raad niet tot een ander oordeel gebracht. De door de voorzitter vermelde gronden kunnen zijn beslissing volledig dragen.

De Raad deelt de visie van klaagster niet, dat aannemelijk is, dat indien haar behoefte om haar baan te behouden zwaarder in de stukken en/of ter zitting was aangezet dit tot effect zou hebben gehad dat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst niet zou hebben plaatsgevonden.

DE BESLISSING VAN DE RAAD LUIDT ALS VOLGT:

Het verzet is ongegrond.

Aldus beslist door de raad in de hiervoor vermelde samenstelling en uitgesproken in het openbaar op 20 december 2010.

Griffier Voorzitter

Gelet op het bepaalde in artikel 46h lid 4 van de Advocatenwet staat tegen deze beslissing geen hoger beroep open.