ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1000 Raad van Discipline Arnhem 10-74

ECLI: ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1000
Datum uitspraak: 22-06-2010
Datum publicatie: 30-08-2010
Zaaknummer(s): 10-74
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klacht over advocaat van de wederpartij. a. Sommatie (om lasterlijke uitspraken –beschuldiging van pedofilie - van internet te verwijderen) zou te weinig precies zijn. b. Klager zou ten onrechte beschuldigd zijn van bedreiging. c. Verweerder zou ten onrechte weigeren om gevorderde schade toe te lichten en (d.) klager tuchtrechtelijk verwijtbaar en onrechtmatig onder druk zetten. e. Klager zou ten onrechte in de waan zijn gelaten dat verweerder een betalende cliënt was. a., b., c. en d. zijn kennelijk ongegrond; e. is kennelijk niet-ontvankelijk

10-74

 BESLISSING VAN DE VOORZITTER VAN DE RAAD VAN DISCIPLINE IN HET RECHTSGEBIED VAN HET GERECHTSHOF TE ARNHEM

klager

wonende te [X]

tegen:  verweerster

advocaat te [Y]

1.

Bij brief van 17 februari 2010 heeft klager een klacht over verweerster ingediend bij de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Arnhem.

Mr. J. van der Burg, waarnemend-deken van genoemde orde, heeft de klacht op verzoek van de deken onderzocht.

Klager heeft per e-mail op [….] 2010 meegedeeld dat hij geen behoefte heeft aan bemiddeling tussen hem en verweerster.

Op verzoek van klager heeft de waarnemend-deken bij brief van [….] 2010, ontvangen op [….] 2010, de klacht alsmede het klachtdossier ter kennis van de raad van discipline gebracht .

2.

De voorzitter is van oordeel dat op deze klacht bij voorzittersbeslissing behoort te worden beslist.

3.

Klager verwijt verweerster dat zij:

a. heeft nagelaten schriftelijk en inhoudelijk te antwoorden op een verzoek van hem om aan te geven welke lasterlijke uitspraken door hem over de cliënt van verweerster zouden zijn gedaan zodat hij in staat was deze van internet te laten verwijderen.

b. klager ten onrechte van het plegen van strafbare feiten – het bedreigen van pedofielen – heeft beschuldigd en daarmee klager onnodig schade berokkend

c. weigert de benodigde informatie te verstrekken over de door haar gevorderde schade, die door haar voorlopig is begroot op € 25.000,- waardoor klager de juistheid daarvan niet kan beoordelen

d. tuchtrechtelijk verwijtbaar c.q. onrechtmatig handelt door in het geheel geen zorg in acht te nemen jegens klager als wederpartij en onbetamelijk handelt door klager onnodig en op ongeoorloofde wijze onder druk te zetten door te dreigen met een kort geding en een bedrag van € 25.000,- te vorderen

e. ten onrechte de zaak van haar cliënt behandelt op basis van een toevoeging. Ten onrechte is hij door verweerster in de waan gelaten dat haar cliënt haar volledig zelf betaalt hetgeen zij telefonisch aan hem heeft laten weten.

4.

De voorzitter gaat uit van de volgende gegevens:

Bij brief van [….] 2010 heeft verweerster aan klager bericht dat hij haar cliënt zowel op de website [sitenaam] als op andere sites, zijn weblog en zijn hyves beschuldigt van pedofilie, van het in bezit hebben van kinderporno en van betrokkenheid bij zaken betreffende verdwenen kinderen.

Zij wijst klager er in haar brief op dat haar cliënt zich aan geen van de beschuldigingen schuldig heeft gemaakt en dat hij zich onrechtmatig gedraagt door in het openbaar haar cliënt te beschuldigen.

Zij verzoekt hem in haar brief alle uitspraken betreffende haar cliënt van genoemde sites te verwijderen. Voorts verzoekt zij en zonodig sommeert zij klager onder meer een rectificatie te plaatsen op de website [sitenaam]. Voldoet hij niet binnen twee dagen aan hetgeen zij verzoekt dan zal zij genoodzaakt zijn een kort geding tegen hem aanhangig te maken.

Tot slot bericht zij klager in haar brief dat de schade die haar cliënt heeft geleden voorlopig kan worden begroot op € 25.000,-. Zij verzoekt klager aan haar te berichten of hij bereid is deze schade aan haar cliënt te voldoen.

Bij brief van [….] 2010 heeft klager verweerster verzocht aan hem mee te delen welke teksten belastend zijn voor haar cliënt en op welke websites deze teksten staan. Voorts verzoekt hij haar aan hem mee te delen op welke wijze haar cliënt zijn schade heeft begroot.

Bij brief van [….] 2010 heeft verweerster klager bericht dat haar cliënt wenst dat alle mededelingen over hem worden verwijderd van een aantal door haar genoemde sites. Zij verzoekt klager binnen 24 uur gehoor te geven aan haar verzoek bij gebreke waarvan haar geen andere mogelijkheid rest dan een kort geding aanhangig te maken.

5.

Ter toelichting op zijn klacht heeft klager het volgende aangevoerd:

Doordat verweerster hem niet schriftelijk laat weten tegen welke uitspraken, die op internet staan, haar cliënt bezwaar heeft, ontneemt zij hem de mogelijkheid om het geschil in der minne op te lossen.

Verweerster wil kennelijk een procedure uit hoofde van onrechtmatige daad tegen hem aanhangig maken. Daarmee jaagt zij hem onnodig op kosten. Zulks is in strijd met gedragsregel 23 lid 2 waarin is bepaald dat een advocaat het maken van onnodige kosten behoort te vermijden en dat dit evenzeer geldt tegenover de wederpartij van de cliënt.

Hij wenst ter voorkoming van een dergelijke procedure aan haar bezwaren tegemoet te komen door de uitspraken van internet te halen.

Verweerster heeft hem telefonisch meegedeeld dat haar cliënt zelf de kosten van de aan hem verleende rechtsbijstand moet betalen. Thans is hem echter gebleken dat aan verweerster een toevoeging is verleend voor de behandeling van deze zaak. Hij is het er niet mee eens dat verweerster wordt betaald van belastinggeld. Verweerster heeft hem op dit punt bewust verkeerd geïnformeerd.

Verweerster heeft onrechtmatig jegens hem gehandeld doordat zij hem gezondheidsschade berokkent en zij zijn goede naam aantast en hem op kosten jaagt.

6.

Verweerster heeft het volgende tot haar verweer aangevoerd:

Ten onrechte stelt klager dat het niet duidelijk is wat zij van hem verlangt.

Uit haar brief van [….] 2010 blijkt duidelijk dat klager alle uitspraken betreffende haar cliënt, die op de website [sitenaam], de weblog van klager en zijn hyves staan, dient te verwijderen. Bij brief van [….] 2010 heeft zij nog een aantal websites genoemd. Ook van deze sites dienen de uitspraken betreffende haar cliënt te worden verwijderd. Aldus is het volstrekt duidelijk wat klager moet doen ter voorkoming van een gerechtelijke procedure.

Het oordeel of het terecht is dat haar cliënt op internet wordt afgeschilderd als pedofiel is voorbehouden aan de civiele rechter.

Haar cliënt ontvangt doodsbedreigingen per telefoon en e-mail. Deze zijn het gevolg van de uitlatingen van klager op internet.

Niet alleen klager heeft kosten in verband met het ontstane geschil. Weliswaar is een toevoeging aan haar verleend voor de behandeling van de zaak, maar haar cliënt dient een hoge eigen bijdrage te voldoen. Tevens zal hij griffierecht moeten betalen en – indien hij de procedure verliest – loopt hij het risico te worden veroordeeld in de proceskosten.

Het is niet juist dat zij klager onnodig op kosten jaagt.

Zij heeft er nooit een geheim van gemaakt dat zij haar cliënt bijstaat op basis van een toevoeging.

7.

De voorzitter beoordeelt de klacht als volgt:

De klacht heeft betrekking op het optreden van verweerster als advocaat van klagers tegenpartij. Voorop staat dat ook naar vaste rechtspraak van het hof van discipline bij de beoordeling van een klacht over het optreden van een advocaat van de tegenpartij van de klager ervan moet worden uitgegaan, dat die advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van haar cliënt te behartigen op de wijze, die haar - in overleg met haar cliënt - passend voor komt. De wederpartij zal zich slechts in uitzonderlijke gevallen over de wijze van belangenbehartiging kunnen beklagen. Voor de tuchtrechter staat daarbij de wijze waarop de advocaat de zaak behandelt slechts ter beoordeling voor zover de advocaat zich bij die behandeling jegens de wederpartij heeft schuldig gemaakt aan enig handelen of nalaten dat een behoorlijk advocaat niet betaamt. Daarvan is de voorzitter in de onderhavige klachtzaak niet gebleken.

Ten aanzien van klachtonderdeel a:

Verweerster heeft in haar brieven van [….] en [….] 2010 aan klager meegedeeld van welke websites hij de door hem geuite beschuldigingen aan het adres van de cliënt van verweerster dient te verwijderen. Uit de tweede alinea van de brief van verweerster van [….] 2010 blijkt welke beschuldigingen bedoeld worden. Indien klager proceskosten had willen voorkomen had hij gehoor moeten geven aan de verzoeken van verweerster. De voorzitter is voorts van oordeel dat verweerster niet in strijd met gedragsregel 23 lid 2 heeft gehandeld. Dit onderdeel van de klacht is kennelijk ongegrond.

Ten aanzien van klachtonderdeel b:

In de brief van [….] 2010 van verweerster staat dat klager haar cliënt onder meer beschuldigd van pedofilie. Dat klager zich schuldig heeft gemaakt aan het bedreigen van pedofielen heeft de voorzitter niet gelezen in de brieven van verweerster. Dit onderdeel van de klacht mist daarom feitelijke grondslag en is kennelijk ongegrond.

Ten aanzien van klachtonderdeel c:

Verweerster heeft klager in haar brief van [….] 2010 bericht dat, hoewel de schade vele malen groter is, deze voorlopig kan worden begroot op € 25.000,-. In haar brief van [….] 2010 heeft zij voor de hoogte van de door haar cliënt geleden schade verwezen naar een uitspraak van het gerechtshof Amsterdam van [….] 2009. Verweerster was tegenover klager niet gehouden de door haar gevorderde schade nader te onderbouwen. Ook dit onderdeel van de klacht is kennelijk ongegrond.

Ten aanzien van klachtonderdeel d:

Ter behartiging van de belangen van haar cliënt heeft verweerster klager mogen meedelen dat hij de lasterlijke mededelingen omtrent haar cliënt van de door haar genoemde websites diende te verwijderen en aanspraak mogen maken op de door haar gevorderde schadevergoeding. Ook dit onderdeel van de klacht is kennelijk ongegrond.

Ten aanzien van klachtonderdeel e:

Klager kan slechts klagen over handelen of nalaten van een advocaat waarbij hij zelf belang heeft.

Het recht om te klagen in het algemeen belang is voorbehouden aan de deken.

Over het feit dat verweerster haar cliënt terzijde staat op basis van een toevoeging kan klager niet klagen omdat hij daarbij geen eigen belang heeft.

Dat verweerster klager heeft meegedeeld dat haar cliënt zelf de kosten van de aan hem verleende rechtshulp betaalt blijkt op geen enkele wijze uit de stukken en staat daarom niet vast.

Met de wijze waarop verweerster voor haar werkzaamheden wordt betaald heeft klager niets te maken. Dat is een aangelegenheid die uitsluitend verweerster en haar cliënt aangaat.

Dit onderdeel van de klacht is kennelijk niet-ontvankelijk.

HET VOORGAANDE LEIDT TOT DE VOLGENDE BESLISSING:

De klachtonderdelen a, b, c en d zijn kennelijk ongegrond en klachtonderdeel e is kennelijk niet-ontvankelijk.

Deze beslissing is gegeven op 22 juni 2010 door mr. B.P.J.A.M. van der Pol, voorzitter van de raad van discipline in het rechtsgebied van het gerechtshof te Arnhem, en in afschrift verzonden 24 juni 2010.

mr. B.P.J.A.M. van der Pol

voorzitter