ECLI:NL:TADRARN:2010:YA0788 Raad van Discipline Arnhem 10-50

ECLI: ECLI:NL:TADRARN:2010:YA0788
Datum uitspraak: 10-05-2010
Datum publicatie: 24-06-2010
Zaaknummer(s): 10-50
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klacht dat advocaat wederpartij niet tijdig gereageerd heeft op rechtstreeks door klager aan hem verzonden e-mail verworpen omdat het een advocaat, indien hem zoals hier bekend is dat de wederpartij terzijde wordt gestaan door een advocaat, niet toegestaan is zich rechtstreeks tot de wederpartij te wenden. Op de brief van de raadsman van klager heeft verweerder tijdig gereageerd. Ook de klacht dat cliënte van verweerder weigerde om de handtekening te zetten onder een offerte tot omzetting hypotheek faalt omdat uitsluitend de cliënte verantwoordelijk is voor deze beslissing en daarvan kan haar advocaat geen verwijt worden gemaakt. Alle klachtonderdelen zijn kennelijk ongegrond.  

10-50

BESLISSING VAN DE VOORZITTER VAN DE RAAD VAN DISCIPLINE IN HET RECHTSGEBIED VAN HET GERECHTSHOF TE ARNHEM

klager

wonende te [woonplaats]

tegen:

verweerder

advocaat te [plaats]

1.

Bij brief van [….] 2009 heeft klager een klacht over verweerder ingediend bij de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Almelo. Op verzoek van de deken heeft mr. [B], waarnemend deken, de klacht onderzocht. Nadat gebleken was dat een schikking niet kon worden getroffen, heeft [B] bij brief van [….] 2010, ontvangen op [….] 2010, de klacht alsmede het klachtdossier ter kennis van de raad van discipline gebracht.

2.

De voorzitter is van oordeel dat op deze klacht bij voorzittersbeslissing behoort te worden beslist.

3.

Klager verwijt verweerder:

a. dat hij te laat heeft gereageerd op een e-mailbericht van hem rechtstreeks verstuurd aan verweerder op [….] 2009 alsmede op een telefax van zijn advocaat, mr. [L], gericht aan verweerder van gelijke datum,

b. dat zijn cliënte, [D], niet haar handtekening heeft willen zetten onder een volmacht tot omzetting van de bestaande hypotheek met een rentevastperiode van 10 jaar naar een vijfjaars hypotheek tegen een rente van 5,9% per jaar.

4.

De voorzitter gaat uit van de volgende gegevens:

Klager is gehuwd geweest met [D]. Zij zijn nog samen eigenaar van de woning aan de [adres] te [plaats] en zij zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de hypotheekschuld die op de woning rust. De boedelscheiding is nog niet afgewikkeld.

De rentevastperiode van de hypotheek op de voormalige echtelijke woning bedroeg  10 jaar en zou op [….] 2009 aflopen. Indien klager en [D] niets zouden ondernemen zou de hypotheek voor 10 jaar worden verlengd. Klager wilde dat voorkomen. Hij wilde de hypotheek verlengen voor 5 jaar tegen een rente van 5,9%. In verband daarmee heeft klager verweerder per e-mail d.d. [….] bericht dat hij voor [….] 2009 de handtekening van [D] nodig heeft.

De advocaat van klager, mr. [L], heeft op [….] 2009 per fax een brief aan verweerder gestuurd met het verzoek aan [D] haar medewerking te verlenen aan de verlenging van de hypotheek door middel van ondertekening van de bijgevoegde verklaring.

Bij brieven van [….] en [….] 2009, beide per fax verzonden, heeft [L] zich nogmaals tot verweerder gewend. In deze brieven heeft [L] [D] dringend verzocht haar medewerking te verlenen aan de verlenging van de hypotheek voor 5 jaar. Voorts heeft hij geschreven dat, indien [D] niet wenst mee te werken, zij aansprakelijk is voor de schade die klager lijdt c.q. zal lijden.

Omdat [D] niet tijdig heeft getekend heeft klager de hypotheek niet voor 5 jaar kunnen verlengen tegen een percentage van 5,9% en wordt hij geconfronteerd met hogere rentelasten.

Bij vonnis van [….] 2009 van de rechtbank te [plaats] is de woning met de hypothecaire geldlening en de aan de lening gekoppelde levensverzekering aan klager toebedeeld. Klager heeft onder meer hoger beroep aangetekend tegen dit vonnis omdat hij van oordeel is dat de woning tegen een veel te hoog bedrag aan hem is toegewezen.

5.

Verweerder heeft het volgende tot zijn verweer aangevoerd:

Op het e-mailbericht van klager van [….] 2009 heeft hij niet gereageerd. Het is hem niet toegestaan rechtstreeks met klager te corresponderen omdat [L] hem als advocaat bijstaat.

Naar aanleiding van de brief van [L] van [….] 2009 heeft hij [L] bij brief van [….] 2009, per fax verzonden, bericht dat [D] bereid is haar medewerking te verlenen aan de effectuering van het vonnis van de rechtbank. Voorts vraagt hij waarom klager de medewerking voor de verlenging van de hypotheek nodig heeft indien het vonnis van de rechtbank wordt geëffectueerd.

Bij brief van [….] 2009, eveneens per fax verzonden, heeft hij [L] bericht dat [D] bereid is en er zelfs op aandringt dat de uitspraak van de rechtbank te [plaats] op de kortst mogelijke termijn wordt geëffectueerd.

Hij is niet verantwoordelijk voor de schade die klager mogelijk heeft geleden of zal lijden doordat [D] niet heeft getekend.

Het is aan [D] te beslissen om al dan niet te tekenen voor de omzetting van de rentevastperiode. Hetgeen hij [D] in dezen heeft geadviseerd valt onder zijn beroepsgeheim.

6.

De voorzitter beoordeelt de klacht als volgt:

De klacht heeft betrekking op het optreden van verweerder als advocaat van klagers tegenpartij. Voorop staat dat ook naar vaste rechtspraak van het hof van discipline bij de beoordeling van een klacht over het optreden van een advocaat van de tegenpartij van de klager ervan moet worden uitgegaan, dat die advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënte te behartigen op de wijze, die hem - in overleg met zijn cliënte - passend voor komt. De wederpartij zal zich slechts in uitzonderlijke gevallen over de wijze van belangenbehartiging kunnen beklagen. Voor de tuchtrechter staat daarbij de wijze waarop de advocaat de zaak behandelt slechts ter beoordeling voor zover de advocaat zich bij die behandeling jegens de wederpartij heeft schuldig gemaakt aan enig handelen of nalaten dat een behoorlijk advocaat niet betaamt. Daarvan is de voorzitter in de onderhavige klachtzaak niet gebleken.

Ten aanzien van klachtonderdeel a

Verweerder heeft aangevoerd dat het hem niet vrij stond om te reageren op het e-mailbericht dat klager hem op [….] 2009 heeft toegestuurd. Dit is juist. Ingevolge gedragregel 18 lid 1 is het een advocaat, indien hem bekend is dat de wederpartij terzijde wordt gestaan door een advocaat, niet toegestaan zich rechtstreeks tot de wederpartij te wenden. Daarom mocht verweerder klager niet rechtstreeks berichten naar aanleiding van zijn e-mailbericht van [….] 2009.

Op de brief van [L] van [….] 2009 heeft verweerder bij brieven van […] en [….] 2009 gereageerd. Aldus heeft hij tijdig gereageerd. Het verwijt dat hij te laat heeft gereageerd is kennelijk ongegrond is.

Ten aanzien van klachtonderdeel b

Het was aan [D] om te besluiten of zij de volmacht al dan niet wilde tekenen en uitsluitend [D] is verantwoordelijk voor haar beslissing in dezen. Daarom kan klager verweerder er geen verwijt van maken dat [D] niet heeft willen tekenen en is ook dit onderdeel van de klacht kennelijk ongegrond.

HET VOORGAANDE LEIDT TOT DE VOLGENDE BESLISSING:

De beide onderdelen van de klacht van klager tegen verweerder zijn kennelijk ongegrond.

Deze beslissing is gegeven op 10 mei 2010 door mr. M.F.J.N. van Osch, voorzitter van de raad van discipline in het rechtsgebied van het gerechtshof te Arnhem, en in afschrift verzonden 11 mei 2010.

mr. M.F.J.N. van Osch

voorzitter