ECLI:NL:TADRARL:2025:72 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-493/AL/NN
ECLI: | ECLI:NL:TADRARL:2025:72 |
---|---|
Datum uitspraak: | 17-03-2025 |
Datum publicatie: | 18-03-2025 |
Zaaknummer(s): | 24-493/AL/NN |
Onderwerp: |
|
Beslissingen: | Beslissing op verzet |
Inhoudsindicatie: | Verzet. De raad raad verklaart het verzet ongegrond. |
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden
van 17 maart 2025
in de zaak 24-493/AL/NN
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 2 september 2024 op de klacht van:
klaagster
over
verweerder
1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 22 december 2023 heeft klaagster bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Nederland (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder.
1.2 Op 27 juni 2024 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk 2023KNN158/2290294 van de deken ontvangen.
1.3 Bij beslissing van 2 september 2024 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Op 10 september 2024 heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
1.4 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 13 december 2024 . Daarbij waren klaagster en verweerder aanwezig.
1.5 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift .
2. VERZET
2.1 De gronden van het verzet zijn door klaagster genoemd in haar verzetschrift en nader toegelicht op de zitting van de raad van 13 december 2024.
2.2 Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klaagster in verzet niet op.
3. FEITEN EN KLACHT
3.1 Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.
4. BEOORDELING
4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2 De raad is van oordeel dat de door klaagster aangevoerde verzetgronden niet slagen; de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. De voorzitter heeft de klacht dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond verklaard.
4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.
BESLISSING
De raad van discipline:
- verklaart het verzet ongegrond.
Aldus beslist door mr. O.P. van Tricht , voorzitter, mrs. P. Rijnsburger en S.H.G. Swennen , leden, bijgestaan door mr. W.B. Kok als griffier en uitgesproken in het openbaar op 17 maart 2025.
Griffier Voorzitter
Verzonden op: 17 maart 2025