ECLI:NL:TADRARL:2024:84 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-508/AL/LMN
ECLI: | ECLI:NL:TADRARL:2024:84 |
---|---|
Datum uitspraak: | 02-04-2024 |
Datum publicatie: | 03-04-2024 |
Zaaknummer(s): | 23-508/AL/LMN |
Onderwerp: |
|
Beslissingen: | Beslissing op verzet |
Inhoudsindicatie: | Ongegrond verzet. |
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden
van 2 april 2024
in de zaak 23-508/AL/MN
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 2 oktober 2023:
klager
over
verweerster
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 25 januari 2023 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het
arrondissement Midden-Nederland (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerster.
1.2 Op 21 juli 2023 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk Z 219432/MK/SD
van de deken ontvangen.
1.3 Bij beslissing van 2 oktober 2023 heeft de plaatsvervangend voorzitter van
de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Op 25
oktober 2023 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
1.4 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 19 februari 2024. Daarbij
waren klager en verweerster, ter zitting bijgestaan door mr. A , aanwezig.
1.5 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het
verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en
van het verzetschrift. Ook heeft de raad kennisgenomen van de e-mail van klager van
23 januari 2024.
2 VERZET
2.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:
I) de voorzitter heeft in strijd met (inter)nationale regels leugens en valse claims
van verweerster geprobeerd te legaliseren ondanks de vele bewijzen van klager dat
hij gelijk heeft en de waarheid heeft verteld;
II) de voorzitter heeft zich schuldig gemaakt aan machtsmisbruik en onrechtmatig
handelen door de stukken van klager niet onpartijdig te beoordelen.
2.2 Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klager in verzet
niet op.
3 FEITEN EN KLACHT
Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar
de beslissing van de voorzitter.
4 BEOORDELING
4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een
gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld
of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als
de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing
heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2 De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet slagen;
de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening
gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. De voorzitter
heeft de klacht dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond verklaard.
4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe
gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De
raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.
BESLISSING
De raad van discipline:
- verklaart het verzet ongegrond.
Aldus beslist door mr. J.U.M. van der Werff, voorzitter, mrs. E.H.M. Harbers, P.Th. Mantel, F.E.J. Janzing, E.M.G. Pouls, leden, bijgestaan door mr. M.M. Goldhoorn als griffier en uitgesproken in het openbaar op 2 april 2024.
Griffier Voorzitter
Verzonden op : 2 april 2024