ECLI:NL:TADRARL:2023:51 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-328/AL/MN
ECLI: | ECLI:NL:TADRARL:2023:51 |
---|---|
Datum uitspraak: | 06-03-2023 |
Datum publicatie: | 09-03-2023 |
Zaaknummer(s): | 22-328/AL/MN |
Onderwerp: |
|
Beslissingen: | Beslissing op verzet |
Inhoudsindicatie: | Ongegrond verzet. |
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 6 maart
2023
in de zaak 22-328/AL/MN
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter
van de raad van discipline van 4 juli 2022 op de klacht van:
klager
over
verweerder
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 1 juni 2021 heeft de gemachtigde van klager namens klager bij de deken van
de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland (hierna: de deken) een
klacht ingediend over verweerder.
1.2 Op 20 april 2022 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk Z 1452036/DB/sd van
de deken ontvangen.
1.3 Bij beslissing van 4 juli 2022 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad
(hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Deze beslissing
is op dezelfde dag verzonden aan partijen.
1.4 Op 16 juli 2022 heeft de gemachtigde namens klager verzet ingesteld tegen de beslissing
van de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift op dezelfde datum ontvangen.
1.5 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 16 januari 2023. Daarbij
was verweerder, ter zitting bijgestaan door zijn gemachtigde, aanwezig.
1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het
verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en
van het verzetschrift. Ook heeft de raad kennisgenomen van de op 22 augustus 2022
van de gemachtigde van klager ontvangen tekstuele weergave van een geluidsfragment.
2 VERZET
2.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:
(i) de voorzitter heeft miskend dat helaas teveel telefonisch met verweerder en in
beschonken toestand is besproken, wat het onmogelijk voor klager maakt om zijn klacht
te bewijzen;
(ii) de voorzitter heeft miskend dat de verplichte opdrachtbevestiging, die door verweerder
ruim na de eerste declaratie is opgesteld en pas na ruim drie maanden is verstuurd
na de opdracht, door verweerder naar een aantoonbaar niet geregistreerd e-mailadres
is gestuurd, terwijl alle overige e-mailcorrespondentie wel naar het bestaande e-mailadres
van klager is gestuurd. Klager heeft de opdrachtbevestiging, ook na herhaalde verzoeken,
nooit ontvangen;
(iii) de voorzitter heeft miskend dat sprake was van discutabele facturatie door verweerder,
waarover herhaaldelijk telefonisch met verweerder is gesproken en op 12 december 2019
per e-mail over is gecommuniceerd. Daarop heeft klager nooit antwoord mogen ontvangen,
waarbij ook het verzoek om een nieuwe kostenraming volledig is genegeerd, ondanks
verzoeken daartoe.
2.2 Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klager in verzet niet
op.
3 FEITEN EN KLACHT
Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar
de beslissing van de voorzitter.
4 BEOORDELING
4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een
gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld
of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als
de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing
heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2 De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet slagen;
de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening
gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Hij heeft de klacht
dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.
4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe
gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De
raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.
4.4 Los daarvan merkt de raad op dat het groffe taalgebruik van de gemachtigde van
klager, ook richting de griffie van de raad, ontoelaatbaar is in een procedure als
de onderhavige.
BESLISSING
De raad van discipline:
- verklaart het verzet ongegrond.
Aldus beslist door mr. H.F.R. van Heemstra, voorzitter, mrs. E.M.G. Pouls, M. Tijseling, M.W. Veldhuijsen, E.H. de Vries, leden, bijgestaan door mr. M.M. Goldhoorn als griffier en uitgesproken in het openbaar op 6 maart 2023.
Griffier
Voorzitter
Verzonden d.d. 6 maart 2023