ECLI:NL:TADRARL:2023:44 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 21-967/AL/GLD
ECLI: | ECLI:NL:TADRARL:2023:44 |
---|---|
Datum uitspraak: | 13-02-2023 |
Datum publicatie: | 09-03-2023 |
Zaaknummer(s): | 21-967/AL/GLD |
Onderwerp: | Ontvankelijkheid van de klacht, subonderwerp: Tijdverloop tussen gewraakte gedraging en indienen van de klacht |
Beslissingen: | Beslissing op verzet |
Inhoudsindicatie: | Geen verschoonbare termijnoverschrijding. Verzet ongegrond. |
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 13 februari
2023
in de zaak 21-967/AL/GLD
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter
van de raad van discipline van 7 februari 2022 op de klacht van:
klaagster
in deze vertegenwoordigd door bestuurder/aandeelhouder mr. K, gevestigd te [plaats]
over
verweerder
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 11 januari 2021 heeft klaagster bij de deken van de Orde van Advocaten in het
arrondissement Gelderland (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder.
1.2 Op 1 december 2021 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk K 21/12 van de
deken ontvangen.
1.3 Bij beslissing van 7 februari 2022 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de
raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht met toepassing van artikel 46g, lid 3 onder
a Advocatenwet, niet-ontvankelijk verklaard. Deze beslissing is op 7 februari 2022
verzonden aan partijen.
1.4 Op 9 maart 2022 heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
De raad heeft het verzetschrift op dezelfde datum ontvangen.
1.5 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 14 november 2022. Daarbij
waren de heer mr. K namens klaagster en verweerder aanwezig.
1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het
verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en
van het verzetschrift.
2 VERZET
2.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat klaagster zich
met de beslissing van de voorzitter en de gronden waarop deze berust, niet kan verenigen.
2.2 Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klaagster in verzet
niet op.
3 FEITEN EN KLACHT
3.1 Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar
de beslissing van de voorzitter.
4 BEOORDELING
4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een
gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld
of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als
de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing
heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2 De raad is van oordeel dat de door klaagster aangevoerde verzetgronden niet slagen;
de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening
gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Met de voorzitter
is de raad van oordeel dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is. De eventuele
onbekendheid met gedragsregel 32 komt voor risico van klaagster. De voorzitter heeft
de klacht dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.
4.3 Zou de termijnoverschrijding overigens al als verschoonbaar moeten worden gezien,
dan zou de klacht ongegrond zijn. Gedragsregel 32 ziet namelijk op de situatie waarin
de advocaat in kwestie in het kader van zijn dienstverlening aan de client bij de
behandeling van dat dossier zélf een derde inschakelt. In het onderhavige geval was
daar geen sprake van; verweerder heeft klaagster slechts doorverwezen.
4.4 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe
gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De
raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.
BESLISSING
De raad van discipline:
- verklaart het verzet ongegrond.
Aldus beslist door mr. H.F.R. van Heemstra, voorzitter, mrs. P.Th. Mantel en A.W.
Siebenga, leden, bijgestaan door mr. M.M.C. van der Sanden als griffier en uitgesproken
in het openbaar op 13 februari 2023.
Griffier
Voorzitter
Bij afwezigheid van mr. M.M.C. van der Sanden
is deze beslissing ondertekend door
mr. M.M. Goldhoorn (griffier)
Verzonden d.d. 13 februari 2023