ECLI:NL:TADRARL:2023:43 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 21-898/AL/GLD
ECLI: | ECLI:NL:TADRARL:2023:43 |
---|---|
Datum uitspraak: | 13-02-2023 |
Datum publicatie: | 09-03-2023 |
Zaaknummer(s): | 21-898/AL/GLD |
Onderwerp: |
|
Beslissingen: | Beslissing op verzet |
Inhoudsindicatie: | Verzet ongegrond. |
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 13 februari
2023
in de zaak 21-898/AL/GLD
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van
discipline van 31 januari 2022 op de klacht van:
klager
over
verweerder
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 14 januari 2021 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het
arrondissement Gelderland (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder.
1.2 Op 8 november 2021 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk K 21/14 van de
deken ontvangen.
1.3 Bij beslissing van 31 januari 2022 heeft de voorzitter van de raad (hierna ook:
de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Deze beslissing is op 31 januari
2022 verzonden aan partijen.
1.4 Op 2 maart 2022 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
De raad heeft het verzetschrift op dezelfde datum ontvangen.
1.5 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 14 november 2022. Daarbij
waren klager en verweerder met zijn gemachtigde aanwezig.
1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het
verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en
van het verzetschrift.
In zijn verzetschrift heeft klager sub 4 van klachtonderdeel 1 ingetrokken.
2 VERZET
2.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat klager zich met
de beslissing van de voorzitter en de gronden waarop deze berust, niet kan verenigen.
2.2 Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klager in verzet niet
op.
3 FEITEN EN KLACHT
3.1 Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar
de beslissing van de voorzitter.
4 BEOORDELING
4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een
gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld
of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als
de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing
heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2 De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet slagen;
de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening
gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Hij of zij heeft
de klacht dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.
4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe
gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De
raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.
BESLISSING
De raad van discipline:
- verklaart het verzet ongegrond.
Aldus beslist door mr. H.F.R. van Heemstra, voorzitter, mrs. P.Th. Mantel en A.W. Siebenga, leden, bijgestaan door mr. M.M.C. van der Sanden als griffier en uitgesproken in het openbaar op 13 februari 2023.
Griffier Voorzitter
Bij afwezigheid van mr. M.M.C. van der Sanden
is deze beslissing ondertekend door
mr. M.M. Goldhoorn (griffier)
Verzonden d.d. 13 februari 2023