ECLI:NL:TADRARL:2023:210 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-344/AL/GLD
ECLI: | ECLI:NL:TADRARL:2023:210 |
---|---|
Datum uitspraak: | 07-08-2023 |
Datum publicatie: | 25-08-2023 |
Zaaknummer(s): | 23-344/AL/GLD |
Onderwerp: |
|
Beslissingen: | Voorzittersbeslissing |
Inhoudsindicatie: | Voorzittersbeslissing. Klager heeft zijn klachten, dat verweerder onvoldoende voor hem heeft gedaan, onbereikbaar was en teveel in rekening heeft gebracht, na betwisting daarvan, onvoldoende concreet onderbouwd. Kennelijk ongegrond. |
Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden
van 7 augustus 2023
in de zaak 23-344/AL/GLD
naar aanleiding van de klacht van:
klager
over
verweerder
De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna ook: de voorzitter) heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Gelderland (hierna: de deken) van 23 mei 2023 met kenmerk K 22/62, door de raad ontvangen op dezelfde datum, en van de op de inventarislijst genoemde bijlagen.
1 FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht gaat de voorzitter, gelet op het klachtdossier,
uit van de volgende feiten.
1.1 In september 2020 heeft klager verweerder benaderd met het verzoek om zijn belangen
te behartigen in een civiele procedure tegen zijn voormalige verhuurder. Bij brief
van 17 september 2020 heeft verweerder aan klager de opdracht bevestigd.
1.2 Op 2 maart 2021 heeft verweerder een nieuwe opdrachtbevestiging aan klager gezonden
voor de belangenbehartiging van klager in een strafrechtelijke procedure.
1.3 Klager heeft met betrekking tot de onderliggende procedures niet alleen (elektronisch)
contact gehad met verweerder, maar ook met een kantoorgenoot, mr. G.
1.4 Bij e-mail van 22 maart 2021 heeft klager aan verweerder het volgende geschreven:
Ik wil dat u de zaak sluit, een declaratie-overzicht en eindafrekening maakt. Voor 3700+ neem ik het risico een boete van 500 te krijgen. Tzt zien wel weer en wellicht heb ik dan een woning waar de post naartoe kan. Tot dan het dossier aan Mr. [G] en post onder kantoorkosten ter doorsturen, een postzegel moet kunnen. Ook zal ik de griffie om de schriftelijke uitslag vd zitting verzoeken, want dit adres is nog tijdelijk ivm lockdown. U bedankt tot zo ver voor uw inzet.
Daarop heeft verweerder diezelfde dag per e-mail onder meer als volgt gereageerd:
Ik zal de werkzaamheden in uw zaak per direct beëindigen. Ik verzoek u dan ook aan
de strafgriffie te berichten om alle vervolgcorrespondentie in deze aangelegenheid
rechtstreeks aan u te verzenden.
Ik zal mijn administratie verzoeken om een einddeclaratie in dit dossier op te maken.
Op uw verzoek ontvangt u tevens een urenverantwoording van de tot op heden verrichte
werkzaamheden.
1.5 In juni 2021 heeft een administratief medewerker van het kantoor van verweerder
per e-mail aan klager verzocht om de einddeclaratie te voldoen. Voor zover bekend
is de einddeclaratie onbetaald gebleven.
1.6 Op 17 mei 2022 heeft klager bij de deken een klacht ingediend over verweerder.
2 KLACHT
2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar
heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet door:
a) klager te misleiden door in de opdrachtbevestiging te vermelden dat zijn kantoor
bij de Geschillencommissie Advocatuur was aangesloten, terwijl dat achteraf niet juist
was;
b) klager niet goed bij te staan en onbereikbaar te zijn;
Toelichting: Verweerder heeft aan klager geen advies gegeven, heeft geen civiele procedure tegen
de voormalige verhuurder gestart en bleek ook onbereikbaar. Het doorschuiven van het
dossier door kantoorgenoot mr. G naar verweerder was zinloze werkverschaffing. Mr.
G heeft klager in januari 2022 laten weten dat het kantoor van verweerder ging sluiten
en dat zijn dossier bij een ander kantoor werd ondergebracht. Daarna verdwenen verweerder
en mr. G, zonder dat ook maar enig resultaat voor klager in zijn zaken was bereikt;
c) klager op hoge kosten te jagen.
Toelichting: Klager heeft erg veel geld aan verweerder betaald en daarvoor geen (goed) resultaat
gekregen. Van de betaalde voorschotten heeft hij niets teruggekregen, terwijl volslagen
onduidelijk is welke werkzaamheden daarvoor door verweerder zijn gedaan. De wel gedane
werkzaamheden komen niet overeen met de urenspecificatie.
2.2 Door het ontbreken van informatie en verantwoording over de werkzaamheden van
verweerder en mr. G eist klager door deze wanprestatie van verweerder de ontbinding
van de overeenkomst en de terugbetaling van door hem aan verweerder betaalde bedrag
van € 8.318,-.
3 VERWEER
3.1 Verweerder heeft tegen de klacht onder meer het volgende verweer gevoerd.
Klachtonderdeel a)
3.2 In de algemene voorwaarden van zijn kantoor, zoals standaard gevoegd bij de opdrachtbevestigingen
aan klager, staat vermeld dat het kantoor bij de Geschillencommissie Advocatuur was
aangesloten. Van misleiding van klager daarover is dan ook geen sprake geweest.
Klachtonderdeel b)
3.3 Klager was tevreden over alle door verweerder en mr. G verrichte werkzaamheden.
In de laatste zaak is veel gebeurd en daarin heeft verweerder, ook door een zitting,
ruim 16 uur voor klager gewerkt en deze werkzaamheden gespecificeerd. Op verzoek van
klager is verweerder met zijn werkzaamheden gestopt.
Klachtonderdeel c)
3.4 Klager was op de hoogte van het uurtarief van verweerder en heeft daarmee ingestemd,
zoals blijkt uit de opdrachtbevestigingen en de algemene voorwaarden. Pas na de einddeclaratie
werd klager ontevreden. De eerdere declaraties zijn zonder protest door klager voldaan.
4 BEOORDELING
Maatstaf
4.1 De voorzitter stelt voorop dat de tuchtrechter de kwaliteit van de dienstverlening
door de eigen advocaat in volle omvang toetst. Daarbij wordt rekening gehouden met
de vrijheid die de advocaat heeft bij de manier waarop hij een zaak behandelt en met
de keuzes waarvoor hij bij de behandeling kan komen te staan. De vrijheid die de advocaat
daarbij heeft is niet onbeperkt. Deze vrijheid wordt begrensd door de eisen die aan
de advocaat als opdrachtnemer in de uitvoering van die opdracht mogen worden gesteld.
Volgens deze eisen dient zijn werk te voldoen aan de binnen de beroepsgroep geldende
professionele standaard. Die professionele standaard veronderstelt een handelen met
de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat in
de gegeven omstandigheden mag worden verwacht.
4.2 De voorzitter zal de klachtonderdelen aan de hand van deze maatstaf toetsen.
Klachtonderdeel a)
4.3 Nu het verwijt, dat het kantoor van verweerder niet bij de Geschillencommissie Advocatuur was aangesloten, feitelijk onjuist is, wordt dit klachtonderdeel al op die grond kennelijk ongegrond verklaard.
Klachtonderdelen b) en c)
4.4 De bewijslast voor de juistheid van deze twee verwijten rust op klager. Klager
heeft zijn verwijten, na de betwisting daarvan door verweerder, naar het oordeel van
de voorzitter echter onvoldoende concreet met feiten en stukken onderbouwd. Daardoor
kan de voorzitter niet vaststellen of verweerder onvoldoende voor klager heeft gedaan,
onbereikbaar voor klager was en teveel aan klager in rekening heeft gebracht. Of verweerder
is tekortgeschoten in de nakoming van de met klager gesloten overeenkomst van opdracht,
waardoor een ontbinding en terugbetaling aan klager gerechtvaardigd zou kunnen zijn,
is ter beoordeling voorbehouden aan een civiele rechter; niet aan de tuchtrechter.
4.5 Op grond van het voorgaande is de voorzitter van oordeel dat van een tuchtrechtelijk
verwijtbaar handelen door verweerder richting klager geen sprake is. Dat betekent
dat de voorzitter ook de klachtonderdelen b) en c) kennelijk ongegrond zal verklaren.
BESLISSING
De voorzitter verklaart: de klacht in alle onderdelen, met toepassing van artikel
46j Advocatenwet, kennelijk ongegrond.
Aldus beslist door mr. P.F.A. Bierbooms, plaatsvervangend voorzitter, bijgestaan door mr. M.M. Goldhoorn als griffier en uitgesproken in het openbaar op 7 augustus 2023.
Griffier
Voorzitter
Verzonden d.d. 7 augustus 2023