ECLI:NL:TADRARL:2023:166 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-235/AL/MN

ECLI: ECLI:NL:TADRARL:2023:166
Datum uitspraak: 03-07-2023
Datum publicatie: 18-07-2023
Zaaknummer(s): 22-235/AL/MN
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Vereiste communicatie met de cliënt
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen: Beslissing op verzet
Inhoudsindicatie: Verzet. De raad verklaart het verzet ongegrond.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 3 juli 2023
in de zaak 22-235/AL/MN
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 12 september 2022 op de klacht van:

klager
over
verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 27 mei 2021 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder.
1.2 Op 17 maart 2022 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk Z 1449372/BD/SD van de deken ontvangen.
1.3 Bij beslissing van 12 september 2022 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard.
1.4 Op 12 september 2022 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
1.5 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 21 april 2023. Daarbij waren klager en verweerder niet aanwezig.
1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift.
1.7 De e-mails met bijlagen van klager van 13 april en 17 april 2023 zijn niet binnen de termijn bij de raad binnengekomen en zijn daarom niet aan het dossier toegevoegd.

2 VERZET
2.1 Bij e-mail van 12 september 2022 heeft klager geschreven dat hij het niet eens is met de voorzittersbeslissing. In die e-mail zijn geen (inhoudelijke) verzetgronden genoemd.
2.2 Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klager in verzet niet op.

3 FEITEN EN KLACHT
3.1 Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.

4 BEOORDELING
4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2 Klager heeft tijdig verzet ingesteld, maar nagelaten gronden voor het verzet aan te voeren. Naar het oordeel van de raad heeft de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Hij heeft de klacht dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden. Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.

BESLISSING
De raad van discipline:
- verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. M.H. van der Lecq, voorzitter, mrs. G.N. Paanakker en M.J.J.N. van Roosmalen, leden, bijgestaan door mr. W.B. Kok als griffier en uitgesproken in het openbaar op 3 juli 2023.

Griffier                                                                                                                   Voorzitter
 
Verzonden d.d. 3 juli 2023