ECLI:NL:TADRARL:2022:393 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-039/AL/OV
ECLI: | ECLI:NL:TADRARL:2022:393 |
---|---|
Datum uitspraak: | 11-04-2022 |
Datum publicatie: | 16-03-2023 |
Zaaknummer(s): | 22-039/AL/OV |
Onderwerp: | Ontvankelijkheid van de klacht, subonderwerp: Klacht ingetrokken/schikking getroffen |
Beslissingen: | Voorzittersbeslissing |
Inhoudsindicatie: | Voorzittersbeslissing. Klachten over een voormalig advocaat. De voorzitter verklaart de klacht deels niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de klachttermijn. De rest van de klacht is kennelijk ongegrond. |
Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden
van 11 april 2022
in de zaak 22-039/AL/OV
naar aanleiding van de klacht van:
klager
over
verweerder
De voorzitter van de raad van discipline (hierna ook: de voorzitter) heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Overijssel (hierna: de deken) van 13 januari 2022 met kenmerk 1368393, door de raad ontvangen op diezelfde datum, en van de op de inventarislijst genoemde bijlagen 1 tot en met 7.
1 FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht gaat de voorzitter, gelet op het klachtdossier,
uit van de volgende feiten.
1.1 Bij vonnis van de rechtbank Gelderland van 16 februari 2016 is de besloten vennootschap
VDTB & E B.V. in staat van faillissement verklaard, met aanstelling van mr. S als
curator. Klager was bestuurder en enig aandeelhouder van deze vennootschap.
1.2 Bij vonnis van de rechtbank Overijssel van 10 januari 2018 is klager in staat
van faillissement verklaard, met aanstelling van verweerder als curator.
1.3 In beide faillissementen is er discussie gevoerd over (onder andere) pandrechten
en eigendom van goederen. Klager is op verzoek van verweerder in bewaring gesteld.
1.4 Op 10 januari 2018 is verweerder, vergezeld door een kantoorgenoot, bij klager
op huisbezoek geweest.
1.5 Op 30 mei 2018 is verweerder in de woning van klager binnengetreden en heeft verweerder
een aantal goederen in faillissementsbeslag genomen. Van de inbeslaggenomen goederen
zijn foto's genomen.
1.6 Op 16 oktober 2020 is door klager en verweerder een vaststellingsovereenkomst
gesloten en door beiden ondertekend. Die vaststellingsovereenkomst luidt, voor zover
relevant, als volgt:
“3.
L trekt al zijn klachten en aansprakelijkheidsstellingen, aangiftes enz. in welke
hij jegens de curator B (qq en/of pro se) heeft ingediend cq kenbaar heeft gemaakt
en onthoudt zich jegens hem tevens van het doen van nieuwe klachten, aansprakelijkheidsstellingen,
aangiftes, verzoeken ex art. 69 Fw enz. voor zover te baseren op hem thans bekende
feiten en omstandigheden.
4.
Meer in het bijzonder trekt L de hierna volgende klachten/aansprakelijkheidsstellingen
jegens curator B (qq en pro se) in en ziet daar voor nu en in de toekomst (voor zover
te baseren op hem thans bekende feiten en omstandigheden) uitdrukkelijk vanaf:
- Klachten/aansprakelijkheidsstellingen verband houdende met de gijzeling, binnentreding
en getuigenverhoren;
- (…)”
1.7 Op 13 januari 2021 is het faillissement van klager opgeheven.
1.8 Op 29 maart 2021 heeft klager bij de deken een klacht ingediend over verweerder.
2 KLACHT
2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar
heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. Klager verwijt verweerder
het volgende.
a) Verweerder heeft zich als triomfantelijk overwinnaar laten fotograferen met de
in beslag genomen schilderijen.
b) Tijdens het huisbezoek op 11 januari 2018 heeft verweerder noch zijn kantoorgenoot
het nodig gevonden het huis van klager te doorzoeken en vast te leggen welke goederen
zich op dat moment in het huis bevonden.
c) Verweerder heeft de rechtbank bewust onvolledig en daaruit resulterend foutief
geïnformeerd. Klager verwijst hierbij naar de machtiging tot binnentreden van de rechter-commissaris
van 30 mei 2018.
d) Verweerder heeft zich schuldig gemaakt aan pure intimidatie en misbruik van macht.
Klager verwijst hierbij naar het proces-verbaal van binnentreden van 30 mei 2018.
3 VERWEER
3.1 Verweerder heeft tegen de klacht primair aangevoerd dat klager niet meer bevoegd
is om klachten tegen verweerder in te dienen omdat hij dit recht heeft prijsgegeven
door ondertekening van de vaststellingsovereenkomst. Subsidiair heeft verweerder betoogd
dat de klacht ongegrond dient te worden verklaard.
4 BEOORDELING
De ontvankelijkheid
4.1 De voorzitter dient te beoordelen of de door klager ingediende klacht ontvankelijk
is. De voorzitter stelt vast dat klager en verweerder in de door hun beiden ondertekende
vaststellingsovereenkomst zijn overeengekomen dat klager zal afzien van het doen van
alle klachten tegen verweerder (zowel tegen verweerder persoonlijk als tegen verweerder
in zijn hoedanigheid van curator) en dat klager bij het afsluiten van de vaststellingsovereenkomst
is bijgestaan door een advocaat.
4.2 De voorzitter is van oordeel dat klager met de ondertekening van deze vaststellingsovereenkomst
uitdrukkelijk en zonder voorbehoud afstand heeft gedaan van het recht om klachten
in te dienen. Er is geen aanleiding om te concluderen dat een klacht in het kader
van het tuchtrecht niet onder de reikwijdte van deze overeenkomst valt. De voorzitter
stelt voorts vast dat de klacht ziet op handelen van verweerder van vóór de ondertekening
van de vaststellingsovereenkomst. Voor zover klager heeft betoogd dat hij pas na het
ondertekenen van de vaststellingsovereenkomst bekend is geworden met (een deel van)
het gesteld klachtwaardig handelen van verweerder, oordeelt de voorzitter dat dat
in onvoldoende mate is vast komen te staan.
4.3 Op grond van het voorgaande is de voorzitter van oordeel dat klager afstand heeft
gedaan van zijn klachtrecht. Dat betekent dat de onderhavige klacht kennelijk niet-ontvankelijk
zal worden verklaard.
BESLISSING
De voorzitter verklaart: de klacht, met toepassing van artikel 46j Advocatenwet, kennelijk
niet-ontvankelijk.
Aldus beslist door mr. J.U.M. van der Werff, voorzitter, bijgestaan door mr. W.B. Kok als griffier en uitgesproken in het openbaar op 11 april 2022.
Griffier
Voorzitter
Verzonden d.d. 11 april 2022