ECLI:NL:TADRARL:2022:382 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-881/AL/OV
ECLI: | ECLI:NL:TADRARL:2022:382 |
---|---|
Datum uitspraak: | 29-12-2022 |
Datum publicatie: | 14-02-2023 |
Zaaknummer(s): | 22-881/AL/OV |
Onderwerp: | Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Wat in het algemeen niet betaamt |
Beslissingen: | Voorzittersbeslissing |
Inhoudsindicatie: | Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht kennelijk ongegrond. |
Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden
van 29 december 2022
in de zaak 22-881/AL/OV
naar aanleiding van de klacht van:
klager
over
verweerder
De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna ook: de voorzitter) heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Overijssel (hierna: de deken) van 8 november 2022 met kenmerk 1842473, door de raad ontvangen op diezelfde datum, en van de in de aanbiedingsbrief en op de inventarislijst genoemde bijlagen.
1 FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht gaat de voorzitter, gelet op het klachtdossier,
uit van de volgende feiten.
1.1 Klager heeft een dispuut met de gemeente Enschede en in het bijzonder met een
daar werkzame jurist.
1.2 Klager heeft zijn ongenoegen daarover op social media geuit en is vervolgens in
rechte betrokken.
1.3 Klager heeft zich voor juridische bijstand tot het Juridisch Loket gewend.
1.4 Volgens klager heeft het Juridisch Loket hem doorverwezen naar verweerder en hebben
zij vervolgens telefonisch contact gehad.
1.5 Op 20 februari 2022 heeft klager bij de deken een klacht ingediend over verweerder.
1.6 Naar aanleiding van de ingediende klacht is klager op 28 april 2022 namens de
deken verzocht om bewijs. Klager heeft vervolgens een cd-rom opgestuurd. Bij bericht
van 2 mei 2022 is klager meegedeeld dat de betreffende gegevensdrager niet aan het
dossier kan worden toegevoegd en is klager verzocht om een transcriptie van het audiobestand
over te leggen. Op 13 juni 2022 is klager een rappel gestuurd. Vervolgens heeft klager
een weergave van het telefoongesprek gestuurd, waarna hem is uitgelegd wat een transcriptie
inhoudt. Ook is door een medewerker van het ordebureau geprobeerd om telefonisch met
klager in contact te komen om hem dit uit te leggen en is hij nog een keer aangeschreven
op 26 juli 2022. Klager heeft vervolgens een (door het ordebureau op 15 augustus 2022
ontvangen) schriftelijke weergave van het telefoongesprek overgelegd. Dat schriftelijke
stuk is aan het klachtdossier toegevoegd.
2 KLACHT
2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar
heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet omdat verweerder geen uitstel
voor hem heeft gevraagd en niets voor hem heeft gedaan, terwijl verweerder hem dat
wel had toegezegd.
2.2 Klager heeft aangevoerd dat hij - na doorverwijzing door het Juridisch Loket -
telefonisch contact met verweerder heeft gehad over een dispuut met een jurist van
de gemeente Enschede. In dat telefoongesprek heeft verweerder hem gezegd dat hij uitstel
zou vragen en vervolgens zou beslissen of hij klager zou gaan bijstaan, aldus klager.
Dat uitstel heeft verweerder vervolgens niet aangevraagd.
3 VERWEER
3.1 Verweerder heeft tegen de klacht onder meer het volgende verweer gevoerd. Klager
komt niet voor in het cliƫntenbestand van verweerder. In zijn zakenbestand is geen
zaak van klager terug te vinden. Een toezegging aan klager om uitstel aan te vragen/verzet
in te stellen zegt verweerder niets, ook is dit niet bekend bij het secretariaat van
verweerder. Verweerder heeft geen herinnering aan klager en dus evenmin aan verzoeken
van klager en gemaakte toezeggingen door verweerder. Het overgelegde transcript is
geen letterlijke weergave van het gestelde gevoerde telefoongesprek. Hetgeen verweerder
in het gesprek zou hebben gezegd, zou hij zeker niet allemaal (zo) hebben gezegd,
gelet op het taalgebruik dat aan hem wordt toegeschreven. Het stuk is kennelijk door
klager zelf opgesteld. Er bestaat geen zekerheid dat het door klager opgestelde stuk
een juiste weergave is van hetgeen zou zijn besproken
4 BEOORDELING
4.1 De voorzitter overweegt over de klacht als volgt. Om tot de conclusie te komen
dat verweerder zijn toezegging niet is nagekomen, moet wel vast komen te staan dat
verweerder die toezegging heeft gedaan. De voorzitter is van oordeel dat dit niet
kan worden vastgesteld. Namens de deken is klager meermaals - schriftelijk en telefonisch
- verzocht om zijn klacht te onderbouwen. Klager heeft vervolgens een door hemzelf
opgemaakte beschrijving van het gestelde telefoongesprek tussen klager en verweerder
overgelegd. De voorzitter acht die enkele beschrijving onvoldoende om tot het oordeel
te komen dat de door klager genoemde toezegging door verweerder is gedaan. Omdat dat
ook niet uit andere stukken blijkt en verweerder dit gemotiveerd heeft betwist, is
de juistheid van klagers verwijt niet komen vast te staan. De klacht wordt daarom
kennelijk ongegrond verklaard.
BESLISSING
De voorzitter verklaart: de klacht, met toepassing van artikel 46j Advocatenwet, kennelijk
ongegrond.
Aldus beslist door mr. A.R. Creutzberg, plaatsvervangend voorzitter, bijgestaan door mr. W.B. Kok als griffier en uitgesproken in het openbaar op 29 december 2022.
Griffier
Voorzitter
Verzonden d.d. 29 december 2022