ECLI:NL:TADRARL:2022:302 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-045/AL/NN
ECLI: | ECLI:NL:TADRARL:2022:302 |
---|---|
Datum uitspraak: | 21-11-2022 |
Datum publicatie: | 29-11-2022 |
Zaaknummer(s): | 22-045/AL/NN |
Onderwerp: |
|
Beslissingen: | Regulier |
Inhoudsindicatie: | Deze klacht gaat over het optreden van verweerder als advocaat voor zijn wederpartij. Klager verwijt verweerder dat hij niet voldoende onafhankelijk is opgetreden en daarmee klagers belangen heeft geschaad. Klager heeft echter onvoldoende gesteld en onderbouwd op welke wijze zijn belangen door het optreden van verweerder zijn geschaad. Klager verwijt verweerder ook afspraken niet na te komen. Klager heeft ook dit verwijt niet met feiten onderbouwd. Ook zou verweerder mediation hebben afgewezen. Mediation is echter niet verplicht. Deze klachtonderdelen zijn ongegrond. Het verwijt dat de wederpartij ten onrechte zou procederen op basis van een toevoeging is niet-ontvankelijk. |
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem Leeuwarden van 21 november
2022
in de zaak 22-045/AL/NN
naar aanleiding van de klacht van:
klager
over
verweerder
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 20 juli 2021heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement
Noord-Nederland (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder.
1.2 Op 20 januari 2022 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk 2021 KNN093/1489425
van de deken ontvangen.
1.3 De klacht is behandeld op de zitting van de raad van 23 september 2022. Daarbij
waren klager en verweerder aanwezig. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.4 De raad heeft kennisgenomen van het in 1.2 genoemde klachtdossier en van de op
de inventarislijst genoemde bijlagen 1 tot en met 11.
2 FEITEN
2.1 Voor de beoordeling van de klacht gaat de raad, gelet op het klachtdossier en
de op de zitting afgelegde verklaringen, uit van de volgende feiten.
2.2 Klager is in 2010 gescheiden van zijn ex-echtgenote. Zij hebben diverse procedures
gevoerd over de alimentatie en de verdeling van de goederengemeenschap. Verweerder
stond daarin klagers ex-echtgenote bij.
2.3 Inzake de door klager verschuldigde alimentatie is op 12 juni 2020 executoriaal
beslag gelegd.
2.4 Op 4 mei 2021 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden een arrest gewezen over
verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap. Klager dient aan zijn ex
echtgenote nog een bedrag te betalen van € 6.194,55.
3 KLACHT
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar
heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet door:
a) niet de nodige onafhankelijkheid te betrachten bij het behartigen van de belangen
van klagers ex-echtgenote. Hij is niet objectief, negeert en verdraait feiten, gedraagt
zich escalerend, schoffeert klagers advocaat en beantwoordt diens brieven niet inhoudelijk.
Verweerder misbruikt rechtsmiddelen en regelgeving door te pas en onpas de deurwaarder
in te schakelen. Dit is te wijten aan het feit dat hij al jaren een affectieve relatie
met klagers ex-echtgenote heeft. Hij schendt daardoor de kernwaarden van de advocatuur;
b) de tussen klager en zijn ex-echtgenote gemaakte afspraken te negeren. Verweerder
weigert categorisch elke vorm van mediation;
c) vertrouwelijke stukken in de procedure in te brengen;
d) te procederen middels een toevoeging op het vakgebied van het personen- en familierecht
terwijl hij daarvoor niet ingeschreven staat bij de Raad voor Rechtsbijstand. De toevoeging
is vermoedelijk verkregen onder valse voorwendselen.
4 VERWEER
4.1 Verweerder heeft tegen de klacht onder meer het volgende verweer gevoerd.
Klachtonderdeel a)
4.2 Bij de behartiging van de belangen van klagers ex-echtgenote dient verweerder
bij uitstek partijdig te zijn. Dat zij in de loop der tijd goede vrienden zijn geworden
vormt geen beletsel. Klager verwijt verweerder dat er ook privé een relatie tussen
verweerder en zijn ex echtgenote bestaat. Het gaat om de vraag of verweerder onafhankelijk
is in zijn functioneren als advocaat. Het is vaste jurisprudentie in de tuchtrechtelijke
rechtspraak dat “een affectieve relatie tussen een advocaat en zijn cliënt als zodanig niet ongeoorloofd
[is]”.
Verweerder beantwoordt de brieven van klagers advocaat adequaat. Hij verdraait geen
feiten. De financiële afwikkeling is gecompliceerd. Partijen verschillen van mening
over de door klager verschuldigde wettelijke rente en indexering.
Klachtonderdeel d)
4.3 De verdelingsprocedure waarop de klacht zich richt betreft de nakoming van hetgeen
partijen waren overeengekomen. Een dergelijke procedure wordt door de Raad van Rechtsbijstand
niet aangemerkt als familierechtelijk van aard.
5 BEOORDELING
5.1 Klager beklaagt zich over het optreden van verweerder als advocaat voor zijn wederpartij,
zijn ex-echtgenote. Volgens vaste rechtspraak van het Hof van Discipline komt aan
deze advocaat een grote mate van vrijheid toe om de belangen van zijn cliënt te behartigen
op een wijze die hem, in overleg met zijn cliënt, goeddunkt. Deze vrijheid is niet
onbeperkt, maar kan onder meer worden ingeperkt als de advocaat a) zich onnodig grievend
uitlaat over de wederpartij, b) feiten poneert waarvan hij weet of redelijkerwijs
kan weten dat deze in strijd met de waarheid zijn dan wel c) (anderszins) bij de behartiging
van de belangen van zijn cliënt de belangen van de wederpartij onevenredig schaadt
zonder dat daarmee een redelijk doel wordt gediend. Het optreden van verweerder dient
aan de hand van deze maatstaf beoordeeld te worden.
Klachtonderdeel a)
5.2 Klager verwijt verweerder dat hij niet voldoende onafhankelijk is opgetreden en
daarmee klagers belangen heeft geschaad. Bij de wetswijziging van 1 januari 2015 zijn
in artikel 10a Advocatenwet de kernwaarden opgenomen waardoor een advocaat zich moet
laten leiden. Deze houden onder meer in dat de advocaat bij de uitoefening van zijn
beroep onafhankelijk is ten opzichte van zijn cliënt. In de memorie van toelichting
is opgemerkt:
“Onafhankelijkheid is een wezenskenmerk van de advocatuur. Het is een essentiële voorwaarde voor een behoorlijke uitoefening van het beroep. De advocaat behoort onafhankelijk te zijn ten opzichte van een ieder […]. Ook staat hij onafhankelijk tegenover de zaak die hij behandelt. Hij benadert de zaak met voldoende afstand, en is daarbij onbevangen en onbevooroordeeld. Persoonlijke belangen van de advocaat mogen geen rol spelen bij de behandeling van de zaak.”
Klager heeft echter onvoldoende gesteld en onderbouwd op welke wijze zijn belangen
door het optreden van verweerder zijn geschaad. Bovendien stelt hij weliswaar dat
verweerder nodeloze procedures heeft gevoerd namens zijn ex-echtgenote en te pas en
onpas de deurwaarder heeft ingeschakeld. Hij heeft daarbij echter niet aangegeven
wat de persoonlijke belangen van verweerder bij deze procedures waren. De raad is
van oordeel dat dit onderdeel van de klacht ongegrond is.
Klachtonderdeel b)
5.3 Klager verwijt verweerder afspraken niet na te komen. Klager heeft dit verwijt
niet met feiten onderbouwd. Ook zou verweerder mediation hebben afgewezen. Dit deel
van de klacht leidt echter naar het oordeel van de raad niet tot een tuchtrechtelijk
verwijt. Een voorstel tot mediation behoeft niet zondermeer positief te worden te
worden beantwoord. Een wederpartij kan niet verlangen dat in elke situatie een minnelijke
regeling of mediation beproefd wordt. Bovendien is niet gebleken dat deze weigering
primair aan verweerder kan worden toegerekend, noch is gebleken dat hij daarbij niet
in overwegende mate het standpunt van zijn cliënte vertolkt.
Klachtonderdeel c)
5.4 Het verwijt dat verweerder vertrouwelijke stukken heeft overgelegd in een procedure
is naar het oordeel van de raad niet komen vast te staan. Klager heeft ook dit verwijt
niet aan de hand van stukken onderbouwd. Dit onderdeel van de klacht is ongegrond.
Klachtonderdeel d)
5.5 Dit onderdeel van de klacht is niet-ontvankelijk. Het betreft het verwijt dat
de ex-echtgenote procedeert op basis van een toevoeging waarvan klager vermoedt dat
deze onder valse voorwendselen is verkregen. Het recht om een klacht in te dienen
tegen een advocaat komt niet aan eenieder toe, maar slechts aan diegene die door het
handelen of nalaten waarover wordt geklaagd rechtstreeks in zijn belang is of kan
worden getroffen. Klager wordt door het afgeven van deze toevoeging niet rechtstreeks
in zijn eigen belang getroffen nog afgezien van het feit dat niet vastgesteld kan
worden of klagers verwijt juist is. Dat verweerder niet bij de Raad voor Rechtsbijstand
is ingeschreven voor het vakgebied personen- en familierecht leidt om dezelfde reden
niet tot een ontvankelijke klacht.
BESLISSING
De raad van discipline:
- verklaart de klachtonderdelen a) tot en met c) ongegrond;
- verklaart klachtonderdeel d) niet-ontvankelijk.
Aldus beslist door mr. O.P. van Tricht, voorzitter, mrs. Y. Nijhuis, H.Q.N. Renon, H.J. Voors, S.J. de Vries, leden, bijgestaan door mr. J.M.G. Kuin-van den Akker als griffier en uitgesproken in het openbaar op 21 november 2022.
Griffier Voorzitter
Verzonden d.d. 21 november 2022