ECLI:NL:TADRARL:2022:219 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 21-815/AL/GLD
ECLI: | ECLI:NL:TADRARL:2022:219 |
---|---|
Datum uitspraak: | 05-09-2022 |
Datum publicatie: | 13-10-2022 |
Zaaknummer(s): | 21-815/AL/GLD |
Onderwerp: | Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening |
Beslissingen: | Beslissing op verzet |
Inhoudsindicatie: | Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden. Verzet ongegrond. |
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 5 september
2022
in de zaak 21-815/AL/GLD
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter
van de raad van discipline van 29 november 2021 op de klacht van:
klager
over
verweerster
gemachtigde: mr. D.J.P. van B
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 30 oktober 2020 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het
arrondissement Gelderland (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerster.
1.2 Op 11 oktober 2021 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk K 20/163 van de
deken ontvangen.
1.3 Bij beslissing van 29 november 2021 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de
raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Deze beslissing
is op 29 november 2021 verzonden aan partijen.
1.4 Op 26 december 2021 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
De raad heeft het verzetschrift op 27 december 2021 per e-mail en op 28 december 2021
per gewone post ontvangen.
1.5 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 27 juni 2022. Daarbij waren
klager en verweerster, vergezeld door haar gemachtigde, aanwezig.
1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het
verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en
van het verzetschrift.
2 VERZET
2.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:
2.2 De uitspraak van de voorzitter is een haastklus geweest, die niet voldoet aan
de zorgvuldigheidseisen die een burger van een gezaghebbende juridische instantie
als de Raad van Discipline zou mogen verwachten. Op 10 september 2021 heeft klager
de eerste mail van de griffier ontvangen over zijn zaak (opgave verhinderdata of voorzittersbeslissing
op 8 november 2021). Op vrijdag 26 november 2021 heeft klager de mededeling ontvangen
dat de datum van 8 november 2021 niet is gehaald, maar dat nu gestreefd wordt naar
3 januari 2022 of eerder. Op maandag 29 november 2021 heeft klager echter de voorzittersbeslissing
al ontvangen. Het bevreemdt klager dat de voorzitter binnen een tijdsbestek van een
paar uur (alleen maandagochtend) een uitgebreide klacht kan beoordelen en die vervolgens
kennelijk ongegrond kan verklaren. Het hoger beroep van klager tegen het advocatenkantoor
waar verweerster werkzaam is, zou worden behandeld op 3 december 2021. Klager kan
zich niet aan de indruk onttrekken dat de voorzitter er een haastklus van heeft gemaakt
om de raadsheren van het hof te beïnvloeden. Een beslissing van de raad mag echter
nooit de schijn van partijdigheid wekken. De beslissing van de voorzitter doet klager
sterk denken aan een vriendendienst. Het riekt naar machtsmisbruik ten koste van de
persoon van klager.
2.3 Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klager in verzet niet
op.
3 FEITEN EN KLACHT
3.1 Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar
de beslissing van de voorzitter.
4 BEOORDELING
4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een
gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld
of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als
de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing
heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2 De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet slagen;
de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening
gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. De voorzitter
heeft de klacht dus terecht en op juiste gronden kennelijk bevonden.
4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe
gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De
raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.
BESLISSING
De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.
Aldus beslist door mr. H.F.R. van Heemstra, voorzitter, mrs. F.B.M. van Aanhold, C.A.Th. Philipsen, E.M.G. Pouls en M. Tijseling, leden, bijgestaan door mr. W.E. Markus-Burger als griffier en uitgesproken in het openbaar op 5 september 2022.
Griffier
Voorzitter
Verzonden d.d. 5 september 2022