ECLI:NL:TADRARL:2022:184 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 21-178/AL/GLD
ECLI: | ECLI:NL:TADRARL:2022:184 |
---|---|
Datum uitspraak: | 13-06-2022 |
Datum publicatie: | 06-09-2022 |
Zaaknummer(s): | 21-178/AL/GLD |
Onderwerp: |
|
Beslissingen: | Beslissing op verzet |
Inhoudsindicatie: | De raad verklaart het verzet ongegrond. |
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 13 juni
2022
in de zaak 21-178/AL/GLD
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter
van de raad van discipline van 14 juni 2021 op de klacht van:
klager
gemachtigde: J.M, wonende te [plaats]
over
verweerder
gemachtigde: mr. Van O, advocaat te [plaats]
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 10 maart 2020 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement
Gelderland (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder.
1.2 Op 22 februari 2021 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk K 20/46 van de
deken ontvangen.
1.3 Bij beslissing van 14 juni 2021 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad
(hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond bevonden. Deze beslissing
is op diezelfde datum verzonden aan partijen.
1.4 Bij e-mailberichten van 27 juni 2021, 4 juli 2021 en 5 juli 2021 heeft klager
verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
1.5 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 18 maart 2022. Daarbij waren
de gemachtigde van klager, verweerder en de gemachtigde van verweerder aanwezig.
1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het
verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en
van het verzetschrift.
2 VERZET
2.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat verweerder te veel
uren in rekening heeft gebracht, terwijl sprake was van een simpele procedure. Klager
heeft de voorschotten en declaraties onder druk betaald omdat verweerder anders met
de behandeling van de zaak zou stoppen, aldus klager.
2.2 Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klager in verzet niet
op.
3 FEITEN EN KLACHT
3.1 Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar
de beslissing van de voorzitter.
4 BEOORDELING
4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een
gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld
of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als
de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing
heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2 De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet slagen;
de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening
gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Hij heeft de klacht
dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.
4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe
gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De
raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.
BESLISSING
De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.
Aldus beslist door mr. M.H. van der Lecq, voorzitter, mrs. S.M. Bosch-Koopmans en S.J. de Vries, leden, bijgestaan door mr. W.B. Kok als griffier en uitgesproken in het openbaar op 13 juni 2022.
Griffier Voorzitter
Verzonden d.d. 13 juni 2022