ECLI:NL:TADRARL:2022:127 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 21-788/AL/MN
ECLI: | ECLI:NL:TADRARL:2022:127 |
---|---|
Datum uitspraak: | 10-01-2022 |
Datum publicatie: | 07-07-2022 |
Zaaknummer(s): | 21-788/AL/MN |
Onderwerp: |
|
Beslissingen: | Voorzittersbeslissing |
Inhoudsindicatie: | Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. |
Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden
van 10 januari 2022
in de zaak 21-788/AL/MN
naar aanleiding van de klacht van:
klager
over
verweerster
De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna ook: de voorzitter) heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland (hierna: de deken) van 28 september 2021 met kenmerk Z 1401425/DB/SD, door de raad ontvangen op diezelfde datum, en van de op de inventarislijst genoemde bijlagen 1 tot en met 4. Ook heeft de voorzitter kennisgenomen van de e-mail van klager van 8 november 2021.
1 FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht gaat de voorzitter, gelet op het klachtdossier,
uit van de volgende feiten.
1.1 Verweerster staat sinds 2017 de ex-partner van klager bij in een echtscheidingsprocedure.
1.2 De rechtbank Midden-Nederland heeft bij beschikking van 13 februari 2019 een omgangsregeling
vastgesteld tussen klager en zijn kinderen.
1.3 Op 12 maart 2020 is door verweerster een wijzigingsverzoek ingediend voor de zorgregeling
en het gezag.
1.4 De kinderen zijn op 14 april 2020 onder toezicht gesteld voor de duur van een
jaar. De ondertoezichtstelling is verlengd tot 14 oktober 2021. Save Amersfoort heeft
Family Supporters (FS) ingeschakeld in verband met contactherstel, begeleiding van
overdrachtsmomenten en ouderschapsbemiddeling.
1.5 Op 24 november 2020 is in de procedure een tussenbeschikking gegeven.
1.6 Op 8 april 2021 heeft verweerster verzocht om een behandeling ter zitting ter
zake van het gezag en heeft zij tevens verzocht om de bestaande zorg- en contactregeling
waarover partijen het eens waren, vast te leggen in een beschikking.
1.7 Tijdens een doktersbezoek op 8 april 2021 heeft klager de huisarts van zijn dochter
gevraagd naar de status van de vervolgafspraak van zijn dochter met betrekking tot
haar bloedwaarden. De huisarts heeft klager laten weten dat hij de vervolgafspraak
zou plannen en zijn ex-partner daarvan telefonisch op de hoogte zou stellen. Klager
heeft de huisarts laten weten dat hij FS hiervan op de hoogte zou brengen.
1.8 Op 9 april 2021 heeft verweerster in de procedure een aanvullend verzoekschrift
strekkende tot vervangende toestemming paspoort ingediend.
1.9 Op 30 april 2021 heeft klager bij de deken een klacht ingediend over verweerster.
2 KLACHT
2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar
heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. Klager verwijt verweerster
het volgende:
a) een zaak tegen hem aan te spannen alleen omdat hij de huisarts van zijn kinderen
heeft benaderd met het verzoek om zijn ex-partner te herinneren aan een noodzakelijk
medisch onderzoek van zijn dochter;
b) een zaak tegen hem aan te spannen waarmee de gezondheid van zijn kinderen in het
geding komt.
3 VERWEER
3.1 Verweerster heeft tegen de klacht onder meer het volgende aangevoerd.
Klachtonderdeel a)
3.2 Verweerster heeft niet een zaak aangespannen omdat klager de huisarts van zijn
kinderen heeft benaderd. Er is sprake van een lopende procedure waarin verweerster
zich heeft uitgelaten en om een zitting heeft verzocht. Nu het niet mogelijk bleek
dat klager vrijwillig de formulieren voor de benodigde formaliteiten/papieren invulde
zodat haar cliënte paspoorten voor de kinderen kon aanvragen, heeft zij in de lopende
procedure vervangende toestemming gevraagd.
Klachtonderdeel b)
3.3 Er is geen sprake van behartiging van de belangen van haar cliënte waarbij zij
willens en wetens de belangen/gezondheid van de kinderen in gevaar heeft gebracht
en de kinderen daardoor een noodzakelijk medisch onderzoek heeft onthouden. Klager
onderbouwt zijn stelling ook verder niet. In de door hem overgelegde stukken wordt
niets vermeld over haar handelen als advocaat.
4 BEOORDELING
4.1 De voorzitter stelt voorop dat de klacht betrekking heeft op het handelen van
de advocaat van de wederpartij van klagers. Volgens vaste rechtspraak van het Hof
van Discipline komt aan deze advocaat een grote mate van vrijheid toe om de belangen
van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem, in overleg met zijn cliënt, goeddunkt.
Deze vrijheid is niet onbeperkt, maar kan onder meer worden ingeperkt als de advocaat
a) zich onnodig grievend uitlaat over de wederpartij, b) feiten poneert waarvan hij
weet of redelijkerwijs kan weten dat deze in strijd met de waarheid zijn dan wel c)
(anderszins) bij de behartiging van de belangen van zijn cliënt de belangen van de
wederpartij onnodig of onevenredig schaadt zonder dat daarmee een redelijk doel wordt
gediend. Het optreden van verweerster dient aan de hand van deze maatstaf beoordeeld
te worden.
Klachtonderdeel a)
4.2 Verweerster heeft in een echtscheidingsprocedure namens haar cliënte een aanvullend
verzoekschrift strekkende tot vervangende toestemming paspoort bij de rechtbank ingediend.
Klager stelt dat verweerster dit heeft gedaan omdat hij de dag ervoor de huisarts
van zijn kinderen heeft benaderd met het verzoek om zijn ex-partner te herinneren
aan een noodzakelijk medisch onderzoek van zijn dochter. De voorzitter is van oordeel
dat uit niets blijkt dat verweerster dit verzoek heeft gedaan naar aanleiding van
het benaderen van de huisarts van de kinderen door klager. Inhoudelijk heeft het door
verweerster ingediende verzoek ook niets te maken met het gesprek dat klager met de
huisarts heeft gehad. Gelet op het voorgaande zal dit klachtonderdeel kennelijk ongegrond
worden verklaard.
Klachtonderdeel b)
4.3 Het verwijt van klager dat verweerster een zaak tegen hem heeft aangespannen waarmee
de gezondheid van zijn kinderen in het geding is gekomen, is onvoldoende onderbouwd.
Ook overigens is niet gebleken dat verweerster in deze procedure de belangen van klager
onnodig of evenredig heeft geschaad. Nu de feitelijke grondslag aan dit klachtonderdeel
ontbreekt, wordt ook dit klachtonderdeel kennelijk ongegrond geoordeeld.
BESLISSING
De voorzitter verklaart: de klacht, met toepassing van artikel 46j Advocatenwet, kennelijk
ongegrond.
Aldus beslist door mr. A.R. Creutzberg, plaatsvervangend voorzitter, bijgestaan door mr. W.B. Kok als griffier en uitgesproken in het openbaar op 10 januari 2022.
Griffier Voorzitter
Verzonden d.d. 10 januari 2022