ECLI:NL:TADRARL:2022:105 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 21-625/AL/GLD
ECLI: | ECLI:NL:TADRARL:2022:105 |
---|---|
Datum uitspraak: | 23-05-2022 |
Datum publicatie: | 10-06-2022 |
Zaaknummer(s): | 21-625/AL/GLD |
Onderwerp: |
|
Beslissingen: | Beslissing op verzet |
Inhoudsindicatie: | Verzetbeslissing. Het verzetschrift is niet tijdig door de raad ontvangen en klagers hebben geen feiten of omstandigheden aangevoerd waaruit blijkt dat deze termijnoverschrijding verschoonbaar is. Verzet niet-ontvankelijk. |
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 23 mei
2022
in de zaak 21-625/AL/GLD
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van
discipline van 25 oktober 2021 op de klacht van:
1. klaagster
2. klager
tezamen ook: klagers
over
verweerder
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 11 november 2020 hebben klagers bij de deken van de Orde van Advocaten in het
arrondissement Gelderland (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder.
1.2 Op 23 juli 2021 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk K20-162 van de deken
ontvangen.
1.3 Bij beslissing van 25 oktober 2021 heeft de voorzitter van de raad (hierna ook:
de voorzitter) de klacht deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond
verklaard. Deze beslissing is op 25 oktober 2021 verzonden aan partijen.
1.4 Op 24 november 2021 hebben klagers verzet ingesteld tegen de beslissing van de
voorzitter. De raad heeft het verzetschrift op 29 november 2021 ontvangen.
1.5 Het verzet is niet behandeld op de zitting van de raad. Beide partijen hebben
ingestemd met een schriftelijke afhandeling van de ontvankelijkheid van het verzet.
1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het
verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en
van het verzetschrift. Tevens heeft de raad kennisgenomen van de brief van de griffier
van de raad van 4 januari 2022, het e-mailbericht van klagers van 25 januari 2022
en het e-mailbericht van verweerder van 28 januari 2022.
2 VERZET
2.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat klagers het niet
eens zijn met de beslissing van de voorzitter. Klagers hebben naar voren gebracht
dat zij wel degelijk belanghebbende zijn bij hun klacht inzake de schending van gedragsregel
6 door verweerder. Deze gedragsregel is er immers juist voor bedoeld om te voorkomen
dat partijen onnodig op kosten worden gejaagd. Dat gebeurt wel als verweerder elke
keer alle gemachtigden persoonlijk aanvalt. Dit jaagt klagers op kosten en vertraagt
het geschil waar het daadwerkelijk om gaat.
2.2 Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komen klagers in verzet niet
op.
3 FEITEN EN KLACHT
3.1 Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar
de beslissing van de voorzitter.
4 BEOORDELING
4.1 Voordat de raad het verzet inhoudelijk kan beoordelen, moet de raad ambtshalve
vaststellen of het verzet tijdig is ingediend.
4.2 Op grond van artikelen 46j en 46h van de Advocatenwet kan tegen een beslissing
van de voorzitter binnen dertig dagen na de dag van de verzending van het afschrift
van de beslissing verzet worden gedaan bij de raad van discipline. De voorzittersbeslissing
is op 25 oktober 2021 per aangetekende e-mail naar partijen gezonden. De termijn van
dertig dagen begint op de dag volgend op die van de verzending van de beslissing.
Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het verzetschrift zijn ontvangen
op de griffie van de raad van discipline. Het verzetschrift had derhalve uiterlijk
op 24 november 2021 door de griffie van de raad ontvangen moeten zijn. De griffie
heeft echter te laat, namelijk pas op 29 november 2021, het verzetschrift ontvangen.
Klagers hebben de vraag van de griffier in haar brief van 4 januari 2022 waarom zij
vinden dat het verzet wel tijdig is ingediend, in hun reactie van 25 januari 2022
onbeantwoord gelaten.
4.3 Nu het verzet niet tijdig door de raad is ontvangen en klagers geen feiten of
omstandigheden hebben aangevoerd waaruit blijkt dat deze termijnoverschrijding verschoonbaar
is, zal de raad het verzet niet-ontvankelijk verklaren.
BESLISSING
De raad van discipline verklaart het verzet niet-ontvankelijk.
Aldus beslist door mr. H.F.R. van Heemstra, voorzitter, mrs. F.B.M. van Aanhold en K.F. Leenhouts, leden, bijgestaan door mr. W.E. Markus-Burger als griffier en uitgesproken in het openbaar op 23 mei 2022.
Griffier Voorzitter
Verzonden d.d. 23 mei 2022