ECLI:NL:TADRARL:2021:230 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 20-1011

ECLI: ECLI:NL:TADRARL:2021:230
Datum uitspraak: 13-09-2021
Datum publicatie: 16-11-2021
Zaaknummer(s): 20-1011
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
Beslissingen: Regulier
Inhoudsindicatie: Raadsbeslissing. Klacht over het delen van vertrouwelijke informatie ongegrond, nu  niet is komen vast te staan dat verweerster de informatie gedeeld heeft. Ten overvloede overweegt de raad dat het verweerder vrij had gestaan deze informatie met de betreffende persoon te delen.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem Leeuwarden van 13 september 2021
in de zaak 20-1011/AL/MN
naar aanleiding van de klacht van:

klager
over
verweerster

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1    Op 18 juni 2020 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerster.
1.2    Op 21 december 2020 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk Z1198680/AS/SD van de deken ontvangen.
1.3    De klacht is behandeld op de zitting van de raad van 12 juli 2021. Daarbij was verweerster aanwezig. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.4    De raad heeft kennisgenomen van het in 1.2 genoemde klachtdossier en van de op de inventarislijst genoemde bijlagen 1 tot en met 4. Ook heeft de raad kennisgenomen van de e-mail met bijlagen van klager van 26 juni 2021.

2    FEITEN
2.1    Voor de beoordeling van de klacht gaat de raad, gelet op het klachtdossier en de op de zitting afgelegde verklaringen, uit van de volgende feiten.
2.2    Klager is verwikkeld (geweest) in een echtscheidingsprocedure. Verweerster staat de vrouw bij in deze procedure.
2.3    Klager is aandeelhouder van B B.V. De vrouw bezit 5% van de aandelen in deze B.V.
2.4    Op 9 juni 2020 heeft klager een e-mail ontvangen van dhr. W. In deze e-mail heeft dhr. W onder meer geschreven dat hij de vrouw zal bijstaan naar aanleiding van de uitnodiging voor de aandeelhoudersvergadering van B B.V. op 16 juni 2020.
2.5    Op 11 juni 2020 heeft klager opnieuw een e-mail ontvangen van dhr. W. In deze e-mail schrijft dhr. W onder meer:

“Ik heb van [verweerster] begrepen dat de MB van de vennootschap in de stille verkoop is gezet. Bij welke Mercedes garage is dat? En wat is de vraagprijs, de huidige kilometerstand en wanneer was de laatste onderhoudsbeurt?”

2.6    Op 18 juni 2020 heeft klager de onderhavige klacht ingediend.

3    KLACHT
3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet door vertrouwelijke informatie te delen met dhr. W.
3.2    Klager verwijst naar de e-mail van dhr. W van 11 juni 2020 waaruit blijkt dat verweerster informatie met dhr. W heeft gedeeld.

4    VERWEER
4.1    Verweerster heeft tegen de klacht onder meer het volgende verweer gevoerd. Zij betwist vertrouwelijke informatie met dhr. W te hebben gedeeld. Verweerster stelt dat dhr. W deze informatie van haar cliënte heeft ontvangen. Zij verwijst daarbij naar de door haar overgelegde verklaring van haar cliënte.

5    BEOORDELING
5.1    De klacht richt zich tegen de advocaat van de wederpartij van klager. Dit betekent dat de klacht moet worden beoordeeld aan de hand van de door het Hof van Discipline gehanteerde maatstaf dat de advocaat van de wederpartij een grote mate van vrijheid toekomt de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem goeddunkt. Die vrijheid is niet onbeperkt, maar kan onder meer worden begrensd indien de advocaat (1) zich onnodig grievend uitlaat over de wederpartij, (2) feiten naar voren brengt waarvan hij weet of redelijkerwijs kan weten dat zij in strijd met de waarheid zijn, of indien (3) de advocaat (anderszins) bij de behartiging van de belangen van zijn cliënt de belangen van de wederpartij onnodig of onevenredig schaadt zonder dat daarmee een redelijk doel wordt gediend. Met betrekking tot de onder (2) genoemde beperking moet in ogenschouw worden genomen dat de advocaat de belangen van zijn cliënt dient te behartigen aan de hand van het feitenmateriaal dat zijn cliënt hem verschaft en dat hij in het algemeen mag afgaan op de juistheid van dat feitenmateriaal en slechts in uitzonderingsgevallen gehouden is de juistheid daarvan te verifiëren. De raad zal het optreden van verweerster aan de hand van deze maatstaf beoordelen.
5.2    De raad overweegt dat, gelet op de betwisting door verweerster en het gebrek aan verdere onderbouwing door klager, niet is komen vast te staan dat verweerster informatie met dhr. W heeft gedeeld.
5.3    Ten overvloede overweegt de raad als volgt. Ook als verweerster wel informatie met dhr. W had gedeeld, dan stond dat haar vrij omdat zij de gemachtigde van haar cliënte voor een aandeelhoudersvergadering mag informeren en instrueren. Dat klager dhr. W niet kende, is daarbij niet van belang.
5.4    De raad zal de klacht dan ook ongegrond verklaren.

BESLISSING
De raad van discipline verklaart de klacht ongegrond.

Aldus beslist door mr. J.R. Veerman, voorzitter, mrs. G.H.H. Kerkhof en M. Tijseling, leden, bijgestaan door mr. C.M. van de Kamp als griffier en uitgesproken in het openbaar op 13 september 2021.

Griffier                                            Voorzitter

Verzonden d.d. 13 september 2021