ECLI:NL:TADRARL:2021:112 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 20-264

ECLI: ECLI:NL:TADRARL:2021:112
Datum uitspraak: 16-03-2021
Datum publicatie: 28-06-2021
Zaaknummer(s): 20-264
Onderwerp: Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzetbeslissing. Klager heeft niet tijdig een verzetschrift ingediend. Geen verschoonbare termijnoverschrijding. De raad verklaart klager niet-ontvankelijk in het verzet.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 15 maart 2021

in de zaak 20-264/AL/GLD

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 10 augustus 2020 op de klacht van:

klager

over

verweerder

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Op 10 oktober 2019 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder.

1.2    Op 9 april 2020 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk  van de deken ontvangen.

1.3    Bij beslissing van 10 augustus 2020 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht deels niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond verklaard. Deze beslissing is 10 augustus 2020 verzonden aan partijen.

1.4    Op 10 september 2020 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift op 11 september 2020 ontvangen.

1.5    Per e-mail is door klager en verweerder ingestemd met de schriftelijke afdoening door de raad van deze klachtzaak en daarbij is door partijen afstand gedaan van een recht op een zitting. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld om een nadere schriftelijke toelichting te geven.

1.6    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift. Ook heeft de raad kennisgenomen van de e-mail van klager van 23 november 2020 en van de e-mail van verweerder van 26 november 2020.

2    VERZET

2.1    De gronden van het verzet heeft klager uiteengezet in zijn verzetschrift.

2.2    Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klager in verzet niet op.

3    FEITEN EN KLACHT

3.1    Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.

4    BEOORDELING

4.1    Op grond van art. 46h lid 1 van de Advocatenwet dient verzet tegen een voorzittersbeslissing binnen 30 dagen na de dag van verzending schriftelijk en gemotiveerd te worden gedaan.

4.1    Het verzetschrift is buiten de verzettermijn ontvangen. Klager heeft derhalve niet tijdig een verzetschrift ingediend. In zijn e-mail van 23 november 2020 heeft klager geschreven dat hij tien dagen voor de indiening door ziekte werd getroffen, waardoor hij zijn werkzaamheden aan het verzetschrift niet kon voortzetten. De raad is van oordeel dat deze verklaring van klager geen verschoonbare termijnoverschrijding oplevert. Nog daargelaten dat de stelling van klager niet is onderbouwd, is niet gebleken dat klager als gevolg van deze ziekte niet in staat was om binnen de termijn zijn verzetschrift in te dienen of (al dan niet door zijn in het verzetschrift genoemde raadsman) in te laten dienen. Klager is derhalve niet-ontvankelijk in zijn verzet.

BESLISSING

De raad van discipline verklaart klager niet-ontvankelijk in het verzet.

Aldus beslist door mr. A.R. Creutzberg, voorzitter, mrs. F.L.M. Broeders, A.C.H. Jansen, W.W. Korteweg, P. Th. Mantel, leden, bijgestaan door mr. W.B. Kok als griffier en uitgesproken in het openbaar op 15 maart 2021.

Griffier                                                                     Voorzitter

Verzonden d.d. 16 maart 2021