ECLI:NL:TADRARL:2019:296 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-150

ECLI: ECLI:NL:TADRARL:2019:296
Datum uitspraak: 12-08-2019
Datum publicatie: 29-01-2020
Zaaknummer(s): 19-150
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Wat in het algemeen niet betaamt
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Betreft een klacht over het optreden van de eigen advocaat in een zaak die betrekking heeft op de nakoming van een door de rechter vastgestelde zorgregeling betreffende het minderjarige kind van klager en zijn ex-echtgenote waarbij aan de ex-echtgenote een dwangsom was opgelegd. Verweerder wordt verweten dat hij na aanzegging van verbeurde dwangsommen geen verdere rechtsmaatregelen heeft genomen. Verweerder heeft aangevoerd dat dat geen zin had omdat hij via de deurwaarder had vernomen dat de ex-echtgenote en haar nieuwe partner van een minimumloon moesten rondkomen en verdere executiemaatregelen niet werden vergoed op basis van een toevoegen zodat klager zinloos kosten zou moeten maken. De raad volgt verweerder hierin. Dit klachtonderdeel is ongegrond. Ten aanzien van het verwijt dat verweerder direct contact heeft opgenomen met de ex-echtgenote van klager is de raad van oordeel dat dit eveneens ongegrond is. De ex-echtgenote heeft zelf contact opgenomen met verweerder en hem meegedeeld dat zij geen advocaat meer had. Dat is verweerder door een derde bevestigd. In die omstandigheden mocht verweerder direct contact onderhouden met de ex-echtgenote van klager. Beide klachtonderdelen zijn  ongegrond.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 12 augustus 2019

in de zaak 19-150

naar aanleiding van de klacht van:

klager

tegen

verweerder

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij e-mail van 30 mei 2018 heeft klager bij de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Midden-Nederland (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder.

1.2    Bij brief aan de raad van 12 maart 2019 met kenmerk Z 661219/MV/sd, door de raad ontvangen op 12 maart 2019, heeft de deken de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.3    De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 14 juni 2019 in aanwezigheid van klager en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.4    De raad heeft kennis genomen van:

-    het van de deken ontvangen dossier;

-    de brief van verweerder van 23 mei 2019 met de daarin genoemde bijlagen.

-    zeven door klager ter zitting overgelegde bijlagen.

2    FEITEN

2.1    Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2    Bij vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Oost-Brabant van 14 juni 2017, is de ex-echtgenote van klager geboden een eerder vastgestelde zorgregeling betreffende de minderjarige dochter van partijen na te komen. Dit vonnis is gevolgd door een herstelvonnis van 21 september 2017, waarin een kennelijke vergissing is hersteld. De ex-echtgenote van klager is veroordeeld tot betaling van een dwangsom van € 250,- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij aan de vastgestelde zorgregeling niet voldoet, tot een maximum van € 10.000,- is bereikt. De regeling is gedurende enige tijd niet nagekomen. Verweerder is opgetreden als advocaat van klager.

2.3    Omdat de zorgregeling niet werd nagekomen, heeft klager aanspraak gemaakt op de verbeurde dwangsommen. Verweerder heeft, namens klager, bij exploot van 20 augustus 2018 de verbeurte van de dwangsommen aangezegd en de verjaring daarvan gestuit.

3    KLACHT

3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

a)    verweerder de beschikking van de voorzieningenrechter van 14 juni 2017/21 september 2017 niet ten uitvoer heeft laten leggen;

b)    verweerder directe contacten (telefonisch en per e-mail) heeft gehad met de ex-echtgenote van klager.

Toelichting

3.2    Klager heeft - ten tijde van het indienen van deze klacht - al negen maanden geen contact meer heeft gehad met zijn dochter. Verweerder is nalatig gebleven bij de ex-echtgenote van klager de opgelegde en verbeurde dwangsommen te incasseren. Verweerder heeft hiervoor redenen aangegeven die klager als smoesjes beschouwt. Klager heeft de indruk dat verweerder zijn ex-echtgenote aanmoedigt om afspraken niet na te komen. Verder heeft verweerder direct contact gehad met de ex-echtgenote van klager en niet via haar advocaat.

4    VERWEER

Ad klachtonderdeel a)

4.1    Verweerder heeft van de deurwaarder informatie gekregen dat de ex-echtgenote van klager geen verhaal zou bieden. Namens de ex-echtgenote van klager berichtte de organisatie Grip op Schuld Deurne, als reactie op een dwangbevel (wegens het niet nakomen van de bezoekregeling over de maanden januari, februari en maart 2018), dat zij geen inkomen heeft en samen met haar nieuwe partner van een minimumloon moet leven.

4.2    Tegen deze achtergrond achtte verweerder het onzorgvuldig om klager te adviseren tot rechtsmaatregelen over te gaan die kosten met zich meebrengen en die niet onder de afgegeven toevoeging vallen. Het staat klager natuurlijk vrij zelf voor eigen rekening en risico de deurwaarder instructies te geven. In opdracht van verweerder heeft de deurwaarder bij exploot van 20 augustus 2018 de verjaring van de verbeurde dwangsommen gestuit.

4.3    Het is voor verweerder lastig te beoordelen hoe de verhouding tussen partijen op het ogenblik is en aan wie het ligt dat communicatie niet goed mogelijk is. Voortzetting van incassomaatregelen zou onder die omstandigheden onrechtmatig kunnen zijn.

Ad klachtonderdeel b)

4.4    De ex-echtgenote van klager nam telefonisch contact op met verweerder om na te gaan op welke wijze de omgang tussen klager en zijn dochter op gang zou kunnen komen omdat klager niet op telefoontjes en e-mails reageerde. Desgevraagd deelde zij mee dat zij niet langer werd bijgestaan door een advocaat. De berichtgeving van deze advocaat wees daar ook op. Verweerder heeft haar verwezen naar het Wijkteam. Verweerder heeft klager per e-mail van deze telefonische contacten en de inhoud daarvan op de hoogte gesteld en klager geadviseerd zelf contact op te nemen met zijn ex-echtgenote.

5    BEOORDELING

Ad klachtonderdeel a)

5.1    Dit klachtonderdeel betreft de kwaliteit van de dienstverlening. De vraag is of verweerder heeft gehandeld zoals een redelijk handelende en redelijke bekwame advocaat betaamt, door  na aanzegging van de verbeurte van dwangsommen en de stuiting van de verjaring daarvan bij exploot van 20 augustus 2018, geen verdere rechtsmaatregelen te nemen.  Verweerder heeft  aangevoerd dat hij via de deurwaarder aanspraak heeft gemaakt op de verbeurde dwangsommen maar dat het geen zin had om het vonnis ten uitvoer te doen leggen omdat de ex-echtgenote van klager met haar partner van een minimum inkomen moest rondkomen en verdere executiemaatregelen niet op basis van de toevoeging werden vergoed, zodat klager zinloos kosten zou moeten maken. De raad volgt verweerder in dit standpunt. In de geschetste omstandigheden heeft beslaglegging geen zin, omdat dat inderdaad enkel kosten met zich meebrengt, die klager in dat geval niet op zijn ex-echtgenote kan verhalen, omdat zij die niet zal kunnen betalen. Daarbij is van belang dat verweerder juist heeft gehandeld door de verjaring te stuiten, zodat klagers recht op de verbeurde dwangsommen niet verloren zou gaan.

5.2    Hoewel verweerder wellicht meer moeite had kunnen doen om te proberen het contact tussen klager en zijn dochter te herstellen, temeer daar de ex-echtgenote van klager aan verweerder had laten weten (zo heeft verweerder ter zitting zelf meegedeeld) dat zij heel graag tot een goede regeling wilde komen, acht de raad het handelen van verweerder niet klachtwaardig. Verweerder heeft gedaan waartoe hij formeel, als advocaat van klager, gehouden was. Hij was niet verplicht zelf het contact tussen klager en diens ex-echtgenote tot stand te brengen. Dit diende klager te doen en daar heeft hij klager op gewezen. Verweerder heeft klager daartoe verwezen naar het Wijkteam, dat wellicht een bemiddelende rol zou kunnen vervullen. De raad is van oordeel dat verweerder in de geschetste omstandigheden heeft gehandeld zoals een redelijk handelende en redelijk bekwame advocaat betaamt. Dit klachtonderdeel is ongegrond.

Ad klachtonderdeel b)

5.3    De vraag is of verweerder heeft gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt. Die vraag beantwoordt de raad bevestigend. Uit de stukken is gebleken (onder meer  e-mails van verweerder aan klager van 17 april 2018 en 4 mei 2018) dat de ex-echtgenote zelf contact heeft opgenomen met verweerder en heeft meegedeeld dat zij geen advocaat meer had. Ook van de kant van Grip op Schuld Deurne is dit in een e-mail van 30 april 2018 aan verweerder meegedeeld. Klager heeft dit niet betwist. In die omstandigheden stond het verweerder vrij direct contact te onderhouden met de ex-echtgenote van klager. Dit klachtonderdeel is ongegrond.

BESLISSING

De raad van discipline:

-    verklaart de klacht in alle onderdelen ongegrond.

Aldus gewezen door mr. A.H.M. Dölle, voorzitter, mrs. J.A. Holsbrink, E.A.C. van de Wiel, M.J.J.M. van Roosmalen, H.Q.N. Renon, leden en bijgestaan door mr. D.C. van der Kwaak-Wamelink als griffier en uitgesproken in het openbaar op 12 augustus 2019.

Griffier                                                                           Voorzitter