ECLI:NL:TADRARL:2015:121 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 14-206

ECLI: ECLI:NL:TADRARL:2015:121
Datum uitspraak: 11-05-2015
Datum publicatie: 20-08-2015
Zaaknummer(s): 14-206
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Jegens wederpartij in acht te nemen zorg
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzet ongegrond. Bij voorzittersbeslissing juiste maatstaf gehanteerd.

Beslissing van 11 mei 2015

in de zaak 14-206

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 21 januari 2015 op de klacht van:

mevrouw M

klaagster

gemachtigde: mr. F.

advocaat te H.

tegen:

mr. K.

advocaat te N.

verweerder

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief van 8 april 2014 de gemachtigde van klaagster zich bij de deken beklaagd over verweerder.

1.2    Bij brief aan de raad van 19 december 2014 met kenmerk K14/56, door de raad ontvangen op 22 december 2014, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Gelderland de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.3    Bij beslissing van 21 januari 2015 is de klacht kennelijk ongegrond verklaard en is de klacht afgewezen, welke beslissing op  21 januari 2015 is verzonden aan de gemachtigde van klaagster.

1.4    Bij brief van 28 januari 2015, door de raad ontvangen per fax op 28 januari 2015, heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing.

1.5    Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 16 maart 2015, buiten aanwezigheid van partijen.

1.6    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klaagster van 28 januari 2015.

2    FEITEN EN KLACHT

2.1    Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen die weergave komt klager in verzet niet op.

3    VERZET

3.1    De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:

3.2    De voorzitter heeft onvoldoende het belang van een deskundigenrapportage in de letselschadezaak van klaagster onderkend en in zijn beslissing meegenomen. Door het feit dat verweerder de belangen van de deskundige (in een andere zaak) is gaan behartigen, is er niet langer sprake van een onafhankelijk deskundigenoordeel. Hierdoor zijn de belangen van klaagster onevenredig zwaar geschaad.

4    BEOORDELING

4.1    De nieuwe Advocatenwet is van toepassing op klachten die op of na 1 januari 2015 zijn ingediend bij de deken. De onderhavige klacht is voor 1 januari 2015 ingediend bij de deken en wordt door de raad van discipline derhalve behandeld en beoordeeld op grond van de oude Advocatenwet, zoals die tot 1 januari 2015 gold. Waar in deze beslissing naar de Advocatenwet wordt verwezen, wordt de oude Advocatenwet bedoeld.

4.2    De raad is van oordeel dat de voorzitter bij haar beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kan de door klager aangevoerde grond voor het verzet niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.3    Nu de gronden van het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

    verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. H.M.M. Steenberghe, voorzitter, mrs. J.R.O. Dantuma, R.P.F. van der Mark, P.J.F.M. de Kerf en F.L.M. Broeders, leden, bijgestaan door mr. P.J.G. van den Boom als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 11 mei 2015.

griffier    voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 13 mei 2015 per aangetekende brief verzonden aan:

-    Klager

En per gewone post aan:

-    verweerder

-    de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Gelderland.     

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Op grond van artikel 46h lid 4 Advocatenwet kan van deze beslissing geen hoger beroep worden ingesteld.