ECLI:NL:TADRARL:2014:52 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 96/13

ECLI: ECLI:NL:TADRARL:2014:52
Datum uitspraak: 10-01-2014
Datum publicatie: 31-03-2014
Zaaknummer(s): 96/13
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Bezwaren van de deken
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Een advocaat dient er voor te zorgen dat hij tijdig de CCV opgave (in casu die betreffende 2012) doet aan de NOvA en dient daartoe tijdig een advocatenpas aan te vragen. Doet de advocaat dat niet maar vraagt hij vervolgens binnen de door de deken gestelde (laatste) termijn de pas aan, dan handelt hij niet tuchtrechtelijk verwijtbaar als hij deze i.v.m. zijn vakantie een paar dagen te laat afhaalt. Klacht ongegrond.

Beslissing van 10 januari 2014

in de zaak 96/13

naar aanleiding van de klacht van:

mr. [    ] in zijn hoedanigheid van deken van de orde van advocaten

klager

tegen:

mr. [    ]

verweerder

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de raad van 6 augustus 2013 met kenmerk 2013 KNN142, door de raad ontvangen op 7 augustus 2013, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Noord-Nederland de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 11 oktober 2013 in aanwezigheid van klager en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3    De raad heeft kennis genomen van:

-    het van de deken ontvangen dossier;

-    een e-mailbericht van verweerder d.d. 9 oktober 2013 aan de raad van discipline met bijlage;

-    een brief van klager d.d. 18 oktober 2013 met bijlage, op verzoek van de raad alsnog verzonden, welke brief op 14 november 2013 is doorgestuurd naar verweerder met het verzoek daarop, desgewenst, binnen tien dagen te reageren. Verweerder heeft daarop niet gereageerd.

2    FEITEN

2.1    Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2    Verweerder is advocaat te G. en is als zodanig verplicht te voldoen aan de voor advocaten geldende regels.

3    KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

a)    verweerder in strijd heeft gehandeld met art. 12 van de Verordening van de administratie en de financiële integriteit inhoudende:

lid 1:

“De advocaat is verplicht desgevraagd aan de deken of de aan de namens de deken optredend secretaris te verklaren dat is voldaan aan de hem in deze verordening opgelegde verplichtingen”.

lid 2:

“De advocaat is verplicht desgevraagd de deken of de namens de deken optredende secretaris de gewenste inlichtingen te verschaffen over de door hem gevoerde administratie, de hem ter beschikking staande of door hem bestuurde Stichting Derdengelden en de financiële situatie van zijn praktijk, met inbegrip van de liquiditeit en de solvabiliteit daarvan”.

Verweerder heeft van het bureau van de Nederlandse Orde van Advocaten bericht ontvangen dat hij niet de individuele kantooropgave CCV 2012 digitaal heeft gedaan en aan de NOvA heeft doen toekomen. Verweerder is bij brief van 12 juni 2013 de gelegenheid geboden om uiterlijk per 1 juli 2013 de CCV-opgave te voldoen. Hij heeft hieraan niet voldaan.

4    VERWEER

4.1    Verweerder heeft aangevoerd dat hij op dinsdag 18 juni 2013 aan het bureau van de orde in Groningen heef laten weten dat hij een nieuwe advocatenpas heeft aangevraagd. Op 23 juli 2013 heeft het bureau van de orde in Groningen bericht gestuurd dat de pas kon worden afgehaald. In verband met zijn vakantie heeft verweerder de pas begin augustus 2013 afgehaald en zijn CCV 2012 ingevuld en op 7 augustus 2013 opgestuurd naar het landelijk bureau van de orde. Verweerder meent dan ook dat hem niet te verwijten valt dat hij de pas niet vóór 1 juli 2013 heeft afgehaald.

5    BEOORDELING

5.1    De raad stelt vast dat klager bij brief van 12 juni 2013 verweerder er op heeft geattendeerd dat verweerder tot 1 juli 2013 de tijd zou krijgen om de CCV-opgave te doen, waartoe hij een (nieuw) aan te vragen advocatenpas nodig had. Vervolgens staat vast dat verweerder op of omstreeks 18 juni 2013 de pas heeft aangevraagd zoals blijkt uit een e mailbericht van verweerder aan het bureau van de orde te Groningen d.d. 18 juni 2013. Eerst op 23 juli 2013 blijkt de pas te zijn aangekomen op het bureau van de deken. Vervolgens heeft verweerder enige dagen later de pas afgehaald en op 7 augustus de aangifte CCV 2012 gedaan.

5.2    De raad is van oordeel dat het verweerder onder deze omstandigheden niet kan worden aangerekend dat hij niet vóór 1 juli 2013 aangifte van de CCV 2012 heeft gedaan, doch eerst kort na ontvangst van de pas, op 7 augustus 2013. De klacht is ongegrond.

BESLISSING

De raad van discipline:

oordeelt de klacht ongegrond.

Aldus gewezen door mr. C. van den Noort, voorzitter, mrs. F. Klemann, G.E.J. Kornet, N.H.M. Poort, L.J. van der Veen, leden, bijgestaan door mr. D.C. van der Kwaak-Wamelink als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 10 januari 2014.

griffier                                       voorzitter                           

Deze beslissing is in afschrift op 13 januari 2014 per aangetekende brief verzonden aan:

-    klager

-    verweerder

-    de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Noord-Nederland

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-    klager

-    de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Noord-Nederland

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.     Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.     Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.     Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl