ECLI:NL:TADRARL:2014:422 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 07/14

ECLI: ECLI:NL:TADRARL:2014:422
Datum uitspraak: 12-12-2014
Datum publicatie: 11-05-2015
Zaaknummer(s): 07/14
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen: Waarschuwing
Inhoudsindicatie: Een advocaat is gehouden de hem toevertrouwde zaak met voortvarendheid te behandelen. Ziekte is geen excuus, zonodig dient de advocaat dan een kantoorgenoot in te schakelen. Een advocaat moet de voortgang van de zaak bewaken, ook als gewacht wordt op informatie van de cliënt zelf. Klacht gegrond; enkele waarschuwing.

Beslissing van 12 december 2014

in de zaak 07/14

naar aanleiding van de klacht van:

vereniging [    ]

p/a de heer [    ]

klaagster

tegen:

mr. [    ]

verweerder

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de raad van 23 januari 2014 met kenmerk 2013 KNN 048, door de raad ontvangen op 29 januari 2014, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Noord-Nederland de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 24 oktober 2014 in aanwezigheid van de heer van Luijt, vertegenwoordiger van klaagster en mr. B. namens verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3    De raad heeft kennis genomen van het van de deken ontvangen dossier;

2    FEITEN

2.1    Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2    Eind 2010 heeft klaagster verweerder ingeschakeld om zijn belangen te behartigen in een schadekwestie. Verweerder heeft met de wederpartij van klaagster onderhandeld over een minnelijke schikking van deze kwestie. Vervolgens heeft verweerder medio november 2011 een concept dagvaarding opgesteld en ter goedkeuring aan klaagster gezonden.

2.3    Bij brief van 8 oktober 2012 heeft klaagster de opdracht aan verweerder per brief ingetrokken.

2.4    Bij brief met bijlagen van 19 februari 2013 heeft klaagster zich bij de deken beklaagd over verweerder.

3    KLACHT

3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat hij geenszins voortvarend heeft gehandeld bij de behandeling van de zaak waarvoor klaagster hem had ingeschakeld. Na ontvangst van het concept van de dagvaarding in november 2011 lukte het niet meer om contact te krijgen met verweerder. Zijn ziekte is daarvoor geen excuus. Hij had een van zijn kantoorgenoten moeten inschakelen.

4    VERWEER

4.1    Verweerder biedt voor de opgetreden vertraging zijn excuses aan. Verweerder had klaagster eerder over zijn slepende ziekte moeten informeren.

Verweerder heeft de wederpartij nooit de indruk gegeven dat klaagster de zaak zou laten rusten. Wel heeft verweerder, mede op aandringen van enige leden van klaagster, getracht de kwestie in der minne te regelen.

5    BEOORDELING

5.1    De raad stelt vast dat verweerder in opdracht van de vereniging W.  een zaak in behandeling heeft genomen naar aanleiding van een ongeval met een toestel en dat hij in het kader van die opdracht in november 2011 een concept dagvaarding heeft uitgebracht. De klacht heeft betrekking op het feit dat de vereniging daarna niets meer van verweerder heeft vernomen. Verweerder heeft dat betwist omdat er volgens hem nog wel contact met een lid van de vereniging is geweest, maar heeft toegegeven dat hij in de communicatie tekort is geschoten. Verweerder heeft de vereniging niet omtrent de vertraging in de afhandeling van de zaak wegens ziekte geïnformeerd en heeft de behandeling niet aan een collega overgedragen. Zelfs indien het juist zou zijn dat verweerder nog wachtte op nadere gegevens van de vereniging, had het op de weg van verweerder gelegen om in ieder geval schriftelijk te rappelleren in verband met de gevraagde gegevens en in ieder geval de voortgang van de behandeling van de zaak te bewaken. Ook indien verweerder tussentijds nog contact heeft gehad met een lid van de vereniging rond een eventuele schikking, had verweerder zich naar aanleiding daarvan met het bestuur dienen te verstaan. Daar is niet van gebleken. De zaak is dan ook niet met de vereiste voortvarendheid behandeld en daarmee heeft verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. De klacht is gegrond.

6    MAATREGEL

6.1    De raad acht een waarschuwing op zijn plaats.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart de klacht gegrond en legt verweerder de maatregel van een waarschuwing op.

Aldus gewezen door mr. C. van den Noort, voorzitter, mrs. F. Klemann, A.S.M. Zweerman-Oude Breuil, G.E.J. Kornet, H.J.P. Robers, leden, bijgestaan door mr. J.M.G. Kuin-van den Akker als griffier  en uitgesproken ter openbare zitting van 12 december 2014.

griffier                                        voorzitter                           

Deze beslissing is in afschrift per aangetekende brief verzonden aan:

-    klaagster

-    verweerder

-    de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Noord- Nederland

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-    verweerder

-    de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Noord-Nederland

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.     Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 9679, 4801 LT Breda.

b.     Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Thorbeckeplein 8, 4812 LS Breda.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.     Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl