ECLI:NL:TADRARL:2014:356 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 14-90

ECLI: ECLI:NL:TADRARL:2014:356
Datum uitspraak: 06-10-2014
Datum publicatie: 08-12-2014
Zaaknummer(s): 14-90
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Vereiste communicatie met de cliënt
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzet. Het verzet houdt in dat klager verweerster verwijt dat zij de zaak met opzet heeft verloren en dat verweerster misbruik heeft gemaakt van het feit dat de dossiers worden opgeschoond. Verzet ongegrond. Onderzoek in verzet heeft niet geleid tot andere beschouwingen.

Beslissing van 6 oktober 2014

in de zaak 14-90

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 2 juli 2014 op de klacht van:

de heer [    ]

adres

klager

tegen:

mr. X

advocaat te A.

verweerster

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de raad van 26 mei 2014 met kenmerk K14/39, door de raad ontvangen op 3 juni 2014, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Gelderland de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    Bij beslissing van 2 juli 2014 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad de klacht in al zijn onderdelen afgewezen, welke beslissing op 2 juli 2014 is verzonden aan klager.

1.3    Bij brief van 9 juli 2014 door de raad ontvangen op 14 juli 2014, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4    Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 15 september 2014 in aanwezigheid van klager en verweerster. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van 9 juli 2014 van klager.

2    FEITEN

2.1    Voor een weergave van de onderliggende feiten en de onderliggende klachten wordt verwezen naar de beslissing van de (plaatsvervangend) voorzitter van 2 juli 2014.

2.2    Bij brief van 4 februari 2014 heeft klager zijn klachten bij de deken ingediend.

3    VERZET

De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat de voorzitter heeft miskend dat verweerster de zaak met opzet heeft verloren en dat verweerster misbruik heeft gemaakt van het feit dat dossiers –voordat deze naar het archief gaan- worden opgeschoond.

4    BEOORDELING

4.1    De raad is van oordeel dat de voorzitter bij de beoordeling van de klachtonderdelen de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klachten op de juiste gronden afgewezen.

4.2    Nu het verzet van klager ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. M.F.J.N. van Osch, voorzitter, mrs. H. Dulack, C.W.J. Okkerse, L.A.M.J. Pütz en H.H. Tan leden, bijgestaan door mr. G.H.J. Spee als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 6 oktober 2014.

griffier    voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 6 oktober 2014 per aangetekende post verzonden aan:

-    klager

-    verweerster

-    de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Gelderland

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.