ECLI:NL:TADRARL:2014:353 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 58/14

ECLI: ECLI:NL:TADRARL:2014:353
Datum uitspraak: 25-09-2014
Datum publicatie: 02-12-2014
Zaaknummer(s): 58/14
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Wat in het algemeen niet betaamt
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Een advocaat mag afgaan op de informatie zijn cliënt hem verstrekt en hoeft in beginsel de juistheid daarvan niet te verifiëren. Klacht kennelijk ongegrond.

Beslissing van 25 september 2014

in de zaak 58/14

naar aanleiding van de klacht van:

de besloten vennootschap [    ]

klaagster

gemachtigde:  de heer [   ]  namens de besloten vennootschap [    ]

tegen:

mr.[    ]

verweerder

De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de  deken van de orde van advocaten in het arrondissement Overijssel van 28 augustus 2014 met kenmerk 51/14/06, door de raad ontvangen op 29 augustus 2014, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1    FEITEN

1.1    Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan.

1.2    Klaagster is verwikkeld in een juridisch conflict met Coöperatie E. U.A. e.a. (onder wie de heer P., oud medebestuurder van klaagster) voor wie verweerder optreedt. De cliënten van verweerder hebben het faillissement aangevraagd van klaagster bij de rechtbank te Z. Dat is door de rechtbank afgewezen waarna de cliënten van verweerder hoger beroep hebben ingesteld, dat vervolgens is ingetrokken. Vervolgens heeft één van de cliënten van verweerder toestemming gevraagd en verkregen tot het leggen van beslag ten laste van klaagster. Hiertegen is klaagster in kort geding opgekomen en de rechtbank heeft het beslag opgeheven.

1.3    In de procedures zijn door verweerder producties overgelegd van e mailcorrespondentie tussen klaagster en haar gemachtigde.

1.4    Verder is in de hoger beroepsprocedure een intake/bevestigingsformulier overgelegd dat is opgesteld door de advocaat mr. B. Dit formulier is gedagtekend april 2012 maar er staat een BTW percentage genoemd van 21%. Mr. B. is in het verleden opgetreden voor E.O. dat was een handelsnaam van klaagster.

2    KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

a)    verweerder gebruik heeft gemaakt van gehackte mails, waarvan voor verweerder duidelijk moet zijn geweest dat inhoud niet bestemd was voor zijn cliënten. Verweerder had navraag behoren te doen naar de herkomst van de e-mailberichten.

b)    verweerder een geantedateerd formulier heeft overgelegd in de procedure zonder toestemming van de advocaat, mr. B., van wie hij dat formulier had ontvangen.

c)    verweerder zich onnodig grievend heeft uitgelaten in de pleitnotitie over klaagster.

3    VERWEER

Het verweer luidt – zakelijk weergegeven – als volgt.

Ad klachtonderdeel a)

3.1    Verweerder heeft destijds aan zijn cliënten gevraagd hoe zij aan de desbetreffende stukken kwamen. Als advocaat mag hij afgaan op hetgeen zijn cliënten hem meedelen. De desbetreffende e-mailberichten zijn afkomstig van een laptop van een voormalige werknemer van klaagster, waar de heer P., destijds zelfstandig bevoegd bestuurder van klaagster, over kon beschikken. Van hacken of onrechtmatig terughalen is geen sprake.

Ad klachtonderdeel b)

3.2    Het is verweerder nimmer opgevallen dat de vermeende datum onder de verklaring  niet correct zou zijn geweest. Een dergelijke datum was ook niet relevant. Het ging om facturen van mr. B. die door de cliënten van verweerder voor klaagster waren voorgeschoten. Mr. B. heeft jegens verweerder en zijn cliënten verklaard voor klaagster te hebben opgetreden en niet de belangen van de cliënten van verweerder te hebben behartigd. Deze bevestiging is in de procedure ingebracht. Mr. B. wist dat verweerder de stukken zou overleggen in de procedure.

Ad klachtonderdeel c)

3.3    Dit klachtonderdeel wordt niet gespecificeerd noch nader onderbouwd. Bovendien is het een pleitnotitie van de kantoorgenoot van verweerder. De inhoud van de pleitnotities was passend gelet op alle feiten en omstandigheden. Klaagster heeft niet aangetoond welke passages onnodig grievend zouden zijn.

4    BEOORDELING

Ad klachtonderdeel a)

4.1    Een advocaat mag afgaan op hetgeen zijn cliënt hem meedeelt en is in beginsel niet gehouden de juistheid van de verkregen informatie te verifiëren. Verweerder heeft aangevoerd dat hij navraag heeft gedaan naar de herkomst van de desbetreffende e-mailberichten. De informatie is hem verstrekt door de voormalige, zelfstandig bevoegde, bestuurder van klaagster. Verweerder zag vervolgens geen beletsel om de e-mails over te leggen. Naar het oordeel van de voorzitter is niet gebleken is dat verweerder in het onderhavige geval niet mocht afgaan op hetgeen de voormalige bestuurder van klaagster hem meedeelde. Dit klachtonderdeel is kennelijk ongegrond.

Ad klachtonderdeel b)

4.2    Mr. B. is blijkbaar in het verleden opgetreden als advocaat van klaagster. Mr. B. heeft het formulier zelf aan verweerder gestuurd. Nu mr. B. dit stuk zonder voorwaarde aan verweerder heeft gestuurd, mocht verweerder dit in de procedure overleggen. Verweerder heeft  - onbetwist - aangevoerd dat mr. B. wist dat het stuk in de procedure zou worden gebruikt. Ook dit klachtonderdeel is kennelijk ongegrond.

Ad klachtonderdeel c)

4.3    De voorzitter is met verweerder van oordeel dat dit klachtonderdeel niet nader is onderbouwd. Klaagster heeft nagelaten dit klachtonderdeel nader  aan te geven welke zinsneden onnodig grievend zouden  zijn geweest. Dit klachtonderdeel is eveneens kennelijk ongegrond.

BESLISSING

De voorzitter van de raad van discipline oordeelt de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond en wijst deze mitsdien af.

Aldus gewezen door mr. F.P. Dresselhuys-Doeleman, plaatsvervangend voorzitter, met bijstand van mr. D.C. van der Kwaak-Wamelink als griffier op 25 september 2014.

griffier                                                                                                              voorzitter

Deze beslissing is in afschrift verzonden aan:

-    klagers

en per gewone post aan:

-    klagers

-    verweerder

-    de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Overijssel.

Ingevolge artikel 46h van de Advocatenwet kunnen klagers en de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Overijssel binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort Arnhem - Leeuwarden, Postbus 399, 9400 AJ  Assen (fax: 0592-305759). Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet mogelijk.