ECLI:NL:TADRARL:2014:293 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 111/13

ECLI: ECLI:NL:TADRARL:2014:293
Datum uitspraak: 19-09-2014
Datum publicatie: 28-10-2014
Zaaknummer(s): 111/13
Onderwerp: Ontvankelijkheid van de klacht, subonderwerp: Overige gronden
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Termijn van 14 dagen voor het instellen van verzet overschreden: verzet niet-ontvankelijk.

Beslissing van 19 september 2014

in de zaak 111/13

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 24 september 2013 op de klacht van:

de heer [    ]

klager

tegen:

mr. [    ]

verweerder

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de raad van 30 augustus 2013 met kenmerk 2013 KNN 074, door de raad ontvangen op 2 september 2013, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Noord-Nederland de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    Bij beslissing van 24 september 2013 heeft de  voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing 30 september 2013 is verzonden aan klager.

1.3    Bij brief van 9 oktober 2013, welke brief op 18 oktober 2013 bij de raad is binnengekomen, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4    Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 20 juni 2014. Beide partijen hebben laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5    De raad heeft kennisgenomen van

-    de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;

-    het verzetschrift van klager d.d. 9 oktober 2013.

2    FEITEN

2.1    Voor de beoordeling van de klacht en het verzet wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2    Voor een weergave van de vaststaande feiten verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt.

3    KLACHT EN VERZET

3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerder tekort is geschoten in zijn dienstverlening aan klager doordat hij het zo druk had met functies buiten de advocatuur dat hij geen tijd had voor een correcte behandeling van de zaak van klager.

3.2    De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat:

de voorzitter/raad van discipline niet neutraal heeft gehandeld en klager vermoedt dat er sprake is van belangenverstrengeling tussen de voorzitter van de raad en verweerder om reden dat verweerder niet onder de indruk was van het feit dat klager een klacht tegen hem zou indienen. Het lijkt op klassenjustitie.

4    VERWEER

4.1    Verweerder handhaaft hetgeen hij in de procedure bij de deken als zijn standpunt naar voren heeft gebracht.

5    BEOORDELING

5.1    De raad constateert dat het verzetschrift op 18 oktober 2013 op de griffie van de raad is binnengekomen terwijl de beslissing van de voorzitter per aangetekende brief op 30 september 2013 is verzonden. De termijn voor het instellen van verzet bedraagt veertien dagen te rekenen vanaf de dag volgend op die van verzending van de beslissing, 1 oktober 2013, en eindigt derhalve op 14 oktober 2013  De raad constateert dat het verzetschrift niet tijdig op de griffie is binnengekomen, terwijl  klager geen rechtens relevante redenen heeft aangevoerd op grond waarvan de termijnoverschrijding verschoonbaar zou zijn. Klager is derhalve niet-ontvankelijk in zijn verzet.

BESLISSING

De raad van discipline:

oordeelt klager niet-ontvankelijk in zijn verzet.

Aldus gewezen door mr. A.E. Zweers, voorzitter, mrs. G.W. Brouwer, A.H. Lanting, P.H.F. Yspeert, A.S.M. Zweerman-Oude Breuil, leden en bijgestaan door mr. D.C. van der Kwaak-Wamelink als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 19 september 2014.

griffier                                                            voorzitter                           

Deze beslissing is in afschrift per aangetekende brief verzonden aan:

-    klager

-    verweerder

-    de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Noord-Nederland

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Op grond van artikel 46h lid 4 Advocatenwet kan van deze beslissing geen hoger beroep worden ingesteld.