ECLI:NL:TADRARL:2014:140 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 13-112

ECLI: ECLI:NL:TADRARL:2014:140
Datum uitspraak: 13-01-2014
Datum publicatie: 09-06-2014
Zaaknummer(s): 13-112
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Grievende uitlatingen
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Fouten
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klacht advocaat wederpartij. Verweerster handelde niet klachtwaardig door verdedigbare stellingen te betrekken en op basis van gegevens die op dat moment niet actueel waren, maar volgens verweerster wel representatief voor de toekomstige situatie. Verweerster heeft klager voorts, door het overleggen van een gedateerde specificatie van een spaarsaldo, aan willen zetten tot een verantwoording.

Beslissing van 13 januari 2014

in de zaak 13-112

naar aanleiding van de klacht van:

[    ]

klager

tegen:

mr.

verweerster

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de raad van 16 mei 2013 met kenmerk, door de raad ontvangen op 17 mei 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 9 september 2013 in aanwezigheid van klager en verweerster. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3    De raad heeft kennis genomen van de in 1.1 genoemde brief van de deken aan de raad en van de stukken zoals vermeld op de bij de brief gevoegde inventarislijst.

2    FEITEN

2.1    Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2    Verweerster trad in het kader van de echtscheiding op voor de ex-partner van klager. In het najaar van 2012 speelde vooral de  vaststelling van een voorlopige kinderalimentatie ten behoeve van het jongste kind van klager. Over en weer zijn alimentatieberekeningen gemaakt. Verweerster heeft aan haar berekeningen de jaaropgave 2011 van haar cliënte ten grondslag gelegd. Klager was het hier niet mee eens, omdat de jaaropgave 2011 geen juist beeld van de feitelijke situatie zou geven. Het inkomen dat zijn ex-partner genoot zou hoger zijn dan uit de jaaropgave van 2011 bleek. De advocaat van klager heeft diverse malen verzocht om overlegging van de actuele gegevens.

2.3    In de procedure tot verdeling van de gemeenschap van goederen heeft verweerster een fiscaal jaaroverzicht 2010 van een spaarrekening ten name van verweerder en zijn ex-partner overgelegd waaruit een saldo van nagenoeg € 120.000,-- bleek. Klager heeft eerder in de procedure gesteld dat de spaarrekening op de peildatum (6 september 2012) nagenoeg geen saldo had.

2.4    Bij brief van 22 februari 2013 met bijlagen heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerster.

3    KLACHT

3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat verweerster:

a)    geruime tijd opzettelijk de onjuiste loongegevens van haar cliënte heeft gebruikt voor haar berekeningen van de kinderalimentatie, waardoor zij klager op extra kosten heeft gebracht;

b)    bij het aanvullend verzoekschrift verdeling, tevens reactie op het aanvullend verzoek van de man, als productie 11 een fiscaal jaaroverzicht 2010 van een spaarrekening heeft overgelegd, terwijl de peildatum 6 september 2012 was.

3.2    Klager voelt zich door de wijze waarop verweerster de belangen van haar cliënte heeft behartigd niet serieus genomen en geschoffeerd. Door verweerster wordt ten onrechte de indruk gewekt dat klager een aanzienlijk bedrag buiten de verdeling heeft willen houden.

4    VERWEER

4.1    Verweerster heeft aangevoerd in het belang van haar cliënte te hebben gehandeld. Verweerster is in haar aanvankelijke berekeningen uitgegaan van de jaaropgave 2011, omdat haar cliënte in 2012 slechts tijdelijk een hoger inkomen genoot. De jaaropgave 2011 gaf in haar ogen een representatief beeld. Verweerster heeft aanvankelijk, in het kader van de vaststelling van de voorlopige kinderalimentatie, de toegezegde gegevens over 2012 niet meer overgelegd, omdat haar cliënte er om haar moverende reden van afzag om vaststelling van een voorlopige alimentatie te verzoeken.

4.2    Voor verweerster en haar cliënte was niet duidelijk waar het aanzienlijke saldo op de spaarrekening was gebleven. Ze handelde in het belang van haar cliënte door de jaaropgave 2010 over te leggen en klager om een verantwoording te vragen.

5    BEOORDELING

5.1    Bij de beoordeling van de klacht stelt de raad voorop dat de klacht het optreden van verweerster als advocaat van de wederpartij betreft. De advocaat van de wederpartij heeft een grote mate van vrijheid om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze die hem goeddunkt. Een advocaat mag in het algemeen afgaan op hetgeen zijn cliënt hem heeft medegedeeld zonder verplicht te zijn de juistheid van die informatie te onderzoeken, tenzij het gaat om feiten waarvan hij weet of hij redelijkerwijs kan weten dat deze onjuist zijn. Bij het poneren en onderbouwen van de stellingen van zijn cliënt is van ondergeschikt belang dat de wederpartij zich door uitlatingen van de advocaat gegriefd zou kunnen voelen. De advocaat dient zich echter te onthouden van voor anderen krenkende beweringen of stellingen indien hij in gemoede niet kan menen dat deze in het belang van zijn cliënte nodig zijn of dat deze feitelijk onjuist zijn.

5.2    Klachtonderdeel a.

Verweerster is om haar moverende redenen, die zij uiteen heeft gezet, uitgegaan van de jaaropgave 2011 bij het berekenen van de kinderalimentatie. Het stond verweerster vrij dit alleszins pleitbare standpunt in te nemen. De beslissing op de vraag of dit juist is, is voorbehouden aan de rechter die over het geschil oordeelt. Indien en voor zover klager hierdoor hogere advocaatkosten voor zijn rekening heeft moeten nemen, dan was dat een gevolg van het tussen de partijen gevoerde debat en dus de belangenbehartiging waarvoor verweerster diende te staan. Niet is gebleken dat enkel met het doel klager op kosten te jagen bepaalde stellingen door verweerster zijn betrokken.  Klachtonderdeel a. is dan ook ongegrond.

5.3    Klachtonderdeel b.

    Verweerster heeft vraagtekens geplaatst bij de stelling van klager dat het saldo op de bewuste spaarrekening nagenoeg nihil was. Klager diende zich, aldus verweerster, te verantwoorden over het verschil tussen het saldo ultimo 2010 en dat op de peildatum, 6 september 2012. Ter onderbouwing van haar standpunt heeft zij een jaaropgave 2010 van de spaarrekening overgelegd, waaruit een aanzienlijk saldo (in 2010) bleek. Verweerster behartigde de belangen van haar cliënte daardoor op een aanvaardbare wijze. Niet is gebleken dat zij zich onnodig grievend over klager heeft uitgelaten. Klachtonderdeel b. is derhalve eveneens ongegrond.

BESLISSING

De raad van discipline:

De klacht is in alle onderdelen ongegrond.

Aldus gewezen door mr. H.M.M. Steenberghe, voorzitter, mrs. A.T. Bolt, H. Dulack. H.H. Tan en P.P. Verdoorn, leden, bijgestaan door mr. P.J.G. van den Boom als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 13 januari 2014.

griffier    voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 13 januari 2014 per aangetekende post verzonden aan:

-    klager

en per gewone post aan:

-    verweerster

-    de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.