ECLI:NL:TADRARL:2014:135 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 06/14

ECLI: ECLI:NL:TADRARL:2014:135
Datum uitspraak: 09-05-2014
Datum publicatie: 05-06-2014
Zaaknummer(s): 06/14
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Bezwaren van de deken
Beslissingen: Berisping
Inhoudsindicatie: Een advocaat dient te voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit de voor advocaten geldende regelgeving, zoals de Verordening op de Vakbekwaamheid. Klacht gegrond; maatregel: berisping.

Beslissing van 9 mei 2014

in de zaak 06/14

naar aanleiding van de klacht van:

mr. [    ]

in zijn hoedanigheid van deken van de orde van advocaten

klager

tegen:

mr. [    ]

verweerder

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de raad van 31 januari 2014 met kenmerk 2014 KNN017, door de raad ontvangen op 3 februari 2014, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Noord-Nederland de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 14 maart 2014 in aanwezigheid van de deken en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3    De raad heeft kennis genomen van het van de deken ontvangen dossier.

2    FEITEN

2.1    Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2    Verweerder staat als advocaat ingeschreven op het tableau van de Nederlandse Orde van Advocaten en is als zodanig werkzaam in de gemeente G.

3    KLACHT

3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerder in strijd met artikel 3 van de Verordening op de Vakbekwaamheid niet heeft voldaan aan het vereiste om jaarlijks 20 punten te halen ten einde zijn professionele kennis en kunde te onderhouden respectievelijk te ontwikkelen op de rechtsgebieden waarop hij werkzaam is dan wel wil zijn. Evenmin is gebleken dat hij in één jaar 10 punten heeft gehaald en in dat jaar en de twee voorafgaande jaren samen ten minste 60 punten. Verweerder is in gebreke gebleven conform de eerste volzin van artikel 5 van genoemde verordening aan de deken te verklaren dat is voldaan aan de hem in deze verordening opgelegde verplichtingen.

Toelichting

Uit de CCV opgave van verweerder is gebleken dat hij in 2012 8 punten heeft behaald en in 2010 23 punten en in 2011 24 punten, totaal 55 punten. Verweerder heeft daarmee niet voldaan aan zijn verplichtingen uit hoofde van de Verordening op de Vakbekwaamheid.

Vervolgens heeft de deken bij brief van 13 augustus 2013 verweerder in de gelegenheid gesteld het tekort van 5 punten in 2013 in te halen, naast de verplichte punten voor het kalenderjaar 2013. Tevens heeft de deken verweerder verzocht hem vóór 13 januari 2014 te berichten hoeveel vakbekwaamheidspunten hij in 2013 heeft behaald en met welke cursussen. Verweerder heeft hem hieromtrent niet bericht. Hierdoor is niet gebleken dat verweerder aan zijn verplichting heeft voldaan en handelt verweerder in strijd met het bepaalde in artikel 46 van de Advocatenwet.

4    VERWEER

4.1    Verweerder heeft geen schriftelijk verweer gevoerd doch zich eerst ter zitting mondeling verweerd. Verweerder erkent hetgeen de deken heeft aangevoerd. De punten zijn in 2013 ingehaald. Voor zover wordt gesteld dat hij noch voor zichzelf noch voor zijn kantoor de CCV opgave heeft gedaan is dat ook juist. Verweerder is de code kwijt. Hij zal alsnog op korte termijn de opgave doen. Verweerder heeft gesteld dat hij zijn punten altijd heeft behaald behalve in 2012.

5    BEOORDELING

5.1    De raad is van oordeel dat het in de klacht gestelde, als onweersproken, is komen vast te staan. Verweerder heeft derhalve niet aan zijn verplichtingen op grond van artikel 3 van de Verordening op de Vakbekwaamheid voldaan evenmin als aan het gestelde in de eerste volzin van artikel 5 van deze verordening. Het argument dat verweerder de code kwijt was kan niet als excuus gelden. De klacht is dan ook gegrond.

6    MAATREGEL

6.1    Bij de op te leggen maatregel houdt de raad rekening met het feit dat het van groot belang is dat een advocaat zich aan de voor hem geldende regelgeving houdt. Verweerder heeft zowel  niet voldaan aan het vereiste betreffende het te behalen puntenaantal, terwijl hij tevens heeft nagelaten de deken hieromtrent  in te lichten. 

BESLISSING

De raad van discipline:

oordeelt de klacht gegrond en legt aan verweerder de maatregel van een berisping op.

Aldus gewezen door mr. C. van den Noort, voorzitter, mrs. E. van Asselt-Pronk, G. Ham, N.H.M. Poort, P.S. van Zandbergen, leden en bijgestaan door mr. D.C. van der Kwaak-Wamelink als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 9 mei 2014.

griffier                                                       voorzitter                           

Deze beslissing is in afschrift op 12 mei 2014 per aangetekende brief verzonden aan:

-    klager

-    verweerder

-    de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Noord-Nederland

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-    klager

-    verweerder

-    de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Noord-Nederland

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.     Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 9679, 4801 LT Breda

b.     Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Thorbeckeplein 8, 4812 LS Breda

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.     Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl