ECLI:NL:TADRARL:2014:119 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 13-283

ECLI: ECLI:NL:TADRARL:2014:119
Datum uitspraak: 28-04-2014
Datum publicatie: 23-05-2014
Zaaknummer(s): 13-283
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Wat in het algemeen niet betaamt
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzet ongegrond.

Beslissing van 28 april 2014

in de zaak 13-283

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 16 december 2013 op de klacht van:

klager

tegen:

verweerder

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de raad van 18 november 2013 met kenmerk […], door de raad ontvangen op 20 november 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement [X] de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    Bij beslissing van 16 december 2013 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 16 december 2013 is verzonden aan klager.

1.3    Bij brief van 27 december 2013 heeft klager tijdig verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4    Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 3 maart 2014 in aanwezigheid van zowel klager als verweerder.

1.5    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klager.

2    FEITEN EN KLACHT

2.1    Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt.

3    VERZET

3.1    De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in.

3.2    Verweerder had toegezegd klagers zaak te zullen behandelen en had aan klager gevraagd hem de stukken te bezorgen. Verweerder heeft de stukken niet serieus bekeken maar heeft hem die, zonder advies te hebben uitgebracht, weer op laten halen. Hij moest daarvoor helemaal vanuit [A] naar [B] komen rijden.

4    BEOORDELING

4.1    De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.2    Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

    verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. H.M.M. Steenberghe, voorzitter, mrs. J.R.O. Dantuma, H. Dulack, P.R.M. Noppen en P.P. Verdoorn, leden, bijgestaan door mr. M.Y.A. Verhoeven als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 28 april 2014.

griffier    voorzitter