ECLI:NL:TADRARL:2013:6 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 92b/12

ECLI: ECLI:NL:TADRARL:2013:6
Datum uitspraak: 11-10-2013
Datum publicatie: 17-03-2014
Zaaknummer(s): 92b/12
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. zijn medeadvocaten, subonderwerp: Regels die betrekking hebben op de juridische strijd
Beslissingen: Klacht gegrond, zonder maatregel
Inhoudsindicatie: Verweerder heeft in een brief onjuiste mededelingen gedaan aan de Voorzieningenrechter in een aangehouden kort geding procedure. Klager zou verweerder niet alle producties die hij op voorhand aan de Voorzieningenrechter had toegezonden ook aan verweerder hebben gezonden, aldus zijn brief aan de Voorzieningenrechter. Gebleken is echter dat verweerder in ieder geval op het moment dat hij zijn brief aan de Voorzieningenrechter schreef wel degelijk over alle producties beschikte, deze waren immers al eerder in het kader van een klachtprocedure aan de deken overgelegd en aldus ook in het bezit van verweerder gekomen. Dat het om verschillende procedures gaat doet niet ter zake. De raad oordeelt de klacht gegrond maar legt geen maatregel op omdat klager geen nadeel heeft ondervonden van de handelwijze van verweerder.

Beslissing van 11 oktober 2013

in de zaak 92b/12

naar aanleiding van de klacht van:

mr. [    ]

klager

tegen:

mr. [    ]

verweerder

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de raad 25 mei 2012 met kenmerk 010/011 KG069C, door de raad ontvangen op 29 mei 2012, heeft de deken van de orde van advocaten in het voormalige arrondissement Groningen de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 23 augustus 2013 in aanwezigheid van klager en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3    De raad heeft kennis genomen van het van de deken ontvangen dossier en van de brief van klager van 13 augustus 2013 aan de raad.

1.4    Zaken die op 31 december 2012 aanhangig waren bij de raden van discipline in de ressorten Arnhem en Leeuwarden zijn op grond van de inwerkingtreding op 1 januari 2013 van de Wet Herziening Gerechtelijke Kaart voor de verdere behandeling overgedragen aan de raad van discipline in het ressort Arnhem- Leeuwarden. Deze zaak wordt daarom verder beslist door de raad van discipline in het ressort Arnhem-   Leeuwarden.

2    FEITEN

2.1    Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2    Verweerder heeft in de periode 2004 tot en met 2009 rechtsbijstand verleend aan de heer K. De zakelijke relatie tussen verweerder en de heer K. is beĆ«indigd. De heer K. wordt thans bijgestaan door klager.

2.3    Klager heeft ten behoeve van de heer K. van klager en/of de maatschap waarvan verweerder samen met zijn zoon mr. S. deel uit maakte, afgifte gevorderd van een 23-tal dossiers. Er is daarover op 9 juni 2011 een kort geding gevoerd. Voorafgaand aan het kort geding hebben beide partijen producties aan de voorzieningenrechter toegezonden. Tijdens de kort gedingzitting heeft klager de voorzieningenrechter het faxjournaal laten zien dat hoorde bij de brief van klager aan verweerder waarbij klager zijn producties ook aan verweerder toegezonden had. Verweerder heeft zich in het kader van het kort geding bij brief van 15 juli 2011 tot de voorzieningenrechter gewend.

2.4    Bij brief van 19 juli 2011 met bijlagen heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerder.

3    KLACHT

3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat hij onjuiste mededelingen heeft gedaan aan de voorzieningenrechter van de rechtbank G.

3.2    In de brief van 15 juli 2011 heeft verweerder zich aangesloten bij het gestelde in de brief van die zelfde datum aan de voorzieningenrechter, waarin door mr. S. wordt geschreven dat verweerder hem niet de alle producties heeft toegestuurd. Ook schrijft mr. S. -en dus ook verweerder- geen kopie van het faxjournaal te hebben ontvangen. Dit is onjuist omdat klager bij brief van 30 juni 2011 aan de deken als bijlagen de producties en het faxjournaal heeft gevoegd. Die zelfde brief, dat verweerder hem niet de alle producties heeft toegestuurd, heeft hij ook aan verweerder gezonden. Klager heeft verweerder (en mr. S.) een redelijke termijn gesteld om zijn onjuiste mededeling te rectificeren. Verweerder heeft deze termijn ongebruikt laten verstrijken.

4    VERWEER

4.1    De deken neemt in zijn onderzoek aan, dat het verweer, dat is gevoerd in de parallel aan deze zaak lopende klachtprocedure tegen mr. S, in onderhavige zaak ook moet worden geacht te zijn gevoerd. Dat verweer luidt dat het kort geding en de klachtprocedure twee volledig van elkaar los staande procedures zijn. De producties zijn dan ook niet in het kader van de kort geding procedures door verweerder ontvangen maar in het kader van de klachtprocedure. Verweerder heeft de voorzieningenrechter dus niet onjuist ingelicht.

5    BEOORDELING

5.1    De raad is van oordeel dat de klacht gegrond is. Verweerder, althans diens zaakwaarnemer mr S, heeft lopende de kort geding procedure kennis genomen van alle door klager overgelegde producties. De brief aan de voorzieningenrechter waarbij verweerder zich uitliet over de dossiers waarvan afgifte werd verzocht dateert immers van 15 juli 2011. De brief waarbij klager bij de deken een klacht - een andere dan onderhavige - indient tegen verweerder en de stukken overlegt is van 30 juni 2011. Bij die brief zijn alle producties en het faxjournaal gevoegd. Dat het hier om verschillende procedures gaat doet, mede gelet op de inhoud van de over en weer ingediende klachten, niet ter zake.

6    MAATREGEL

6.1    Gezien het feit dat niet gebleken is dat de onjuiste mededeling van verweerder aan de voorzieningenrechter enig nadelig gevolg heeft gehad voor klager, zal de raad verweerder geen maatregel opleggen.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart de klacht gegrond doch legt geen maatregel op.

Aldus gewezen door mr. mr. F.P. Dresselhuys - Doeleman, voorzitter, mrs. E. van Asselt-Pronk, F. Klemann, G.E.J. Kornet, H.J. Robers, leden, bijgestaan door mr. J.M.G. Kuin - van den Akker, griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 11 oktober 2013.

griffier                                         voorzitter                           

Deze beslissing is in afschrift op 14 oktober 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

-    klager

-    verweerder

-    de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Noord-Nederland

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-    klager

-    verweerder

-    de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Noord-Nederland

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.     Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.     Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.     Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl