ECLI:NL:TADRAMS:2024:45 Raad van Discipline Amsterdam 23-631/A/NH 23-632/A/NH 23-633/A/NH
ECLI: | ECLI:NL:TADRAMS:2024:45 |
---|---|
Datum uitspraak: | 04-03-2024 |
Datum publicatie: | 12-03-2024 |
Zaaknummer(s): |
|
Onderwerp: | Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk |
Beslissingen: | Beslissing op verzet |
Inhoudsindicatie: | Verzetbeslissing. De raad verklaart het verzet ongegrond. |
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam
van 4 maart 2024
in de zaken nummers 23-631/A/NH; 23-632/A/NH en 23-633/A/NH
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter
van de raad van discipline van 13 november 2023 op de klacht van:
klagers
over:
verweerders
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 10 mei 2023 hebben klagers bij de deken van de Orde van Advocaten in het
arrondissement Noord-Holland (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerders.
1.2 Op 10 augustus 2023 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk mm/ks/2233853
van de deken ontvangen.
1.3 Bij beslissing van 13 november 2023 heeft de plaatsvervangend voorzitter van
de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Deze
beslissing is op dezelfde datum verzonden aan partijen.
1.4 Op 27 november 2023 hebben klagers verzet ingesteld tegen de beslissing van
de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift op dezelfde datum ontvangen.
1.5 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 22 januari 2024. Daarbij
waren klager 2 en verweerders aanwezig. Klaagster 1 is niet ter zitting verschenen.
1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het
verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en
van het verzetschrift.
2 VERZET
2.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:
2.2 De feiten in de beslissing zijn door de voorzitter te beperkt weergegeven.
Klagers zijn door verweerders onterecht beschuldigd van financiƫle malversaties, maar
dat blijkt volgens klagers niet duidelijk uit de beslissing.
2.3 Tegen de (overige) vaststaande feiten en de klachtomschrijving komen klagers
in verzet niet op.
3 FEITEN EN KLACHT
3.1 Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad
naar de beslissing van de voorzitter.
4 BEOORDELING
4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een
gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld
of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als
de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing
heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2 De raad is van oordeel dat de door klagers aangevoerde verzetgronden niet slagen;
de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening
gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Zij heeft de klacht
dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.
4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe
gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De
raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.
BESLISSING
De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.
Aldus beslist door mr. W. Aardenburg, voorzitter, mrs. A.Ch.H. Franken en P.J. Mijnssen, leden, bijgestaan door mr. E.E. Wouters als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 4 maart 2024.
Griffier Voorzitter
Verzonden op: 4 maart 2024