ECLI:NL:TADRAMS:2024:37 Raad van Discipline Amsterdam 23-614/A/NH

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2024:37
Datum uitspraak: 26-02-2024
Datum publicatie: 04-03-2024
Zaaknummer(s): 23-614/A/NH
Onderwerp: Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk
Beslissingen: Beslissing op verzet
Inhoudsindicatie: Verzetbeslissing. Uit de beslissing van de voorzitter blijkt dat deze op 30 oktober 2023 naar klager en verweerder is verzonden. Klager kon dus uiterlijk 29 november 2023 een verzetschrift bij de griffie van de raad indienen. De raad heeft het verzetschrift van klager echter pas op 30 november 2023, een dag te laat, ontvangen en op die datum was de verzettermijn al verlopen. De omstandigheden dat klager, tijdens de verzettermijn, ziek was en dat hij na twee weken iemand om hulp heeft gevraagd bij het opstellen en indienen van een verzetschrift omdat hij moeite heeft met schrijven in het Nederlands, komen voor risico van klager. Er is geen reden om de overschrijding van de verzettermijn toelaatbaar te achten. Het verzet is daarom niet ontvankelijk.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam
van 26 februari 2024
in de zaak 23-614/A/NH
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 30 oktober 2023 op de klacht van:

klager

over:

verweerder
gemachtigde: mr. M.F. van der Sleen
advocaat te Haarlem

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 30 juni 2023 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder.
1.2 Op 7 september 2023 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk ks/ss/2246864 van de deken ontvangen.
1.3 Bij beslissing van 30 oktober 2023 heeft de voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Deze beslissing is op dezelfde dag verzonden aan partijen.
1.4 Op 30 november 2023 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift op dezelfde dag digitaal ontvangen.
1.5 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 15 januari 2024. Daarbij waren klager en de gemachtigde van verweerder aanwezig.
1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift van klager. Ook heeft de raad kennisgenomen van hetgeen ter zitting door klager en namens verweerder naar voren is gebracht.

2 VERZET
2.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat klager het niet eens is met de beslissing van de voorzitter van 30 oktober 2023. Klager herhaalt in zijn verzetgronden de verwijten die hij verweerder maakt en licht deze toe. Klager heeft het vertrouwen in de rol van verweerder verloren, omdat verweerder de zaak van klager zwak vond en het dossier wilde sluiten. Ook heeft verweerder volgens klager de informatie van de acupuncturist niet geverifieerd, terwijl die informatie volgens verweerder onjuist is.
2.2 De raad zal hierna bij de beoordeling, waar nodig, op de verzetgronden ingaan.
2.3 Tegen de door de voorzitter vastgestelde feiten en de klachtomschrijving komt klager in verzet niet op.

3 FEITEN EN KLACHTOMSCHRIJVING
3.1 Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.

4 BEOORDELING
4.1 Voordat de raad het verzet inhoudelijk kan beoordelen, moet de raad eerst ambtshalve beoordelen of klager het verzet tijdig, binnen de verzettermijn van dertig dagen, heeft ingediend. De raad is van oordeel dat klager het verzet buiten de verzettermijn, en dus te laat, heeft ingediend. Daartoe overweegt de raad als volgt.
4.2 Op grond van artikel 46 lid 1 Advocatenwet kan klager tegen een beslissing van de voorzitter binnen dertig dagen na de dag van verzending van het afschrift van de beslissing verzet instellen bij de raad van discipline. Uit de beslissing van de voorzitter blijkt dat deze op 30 oktober 2023 naar klager en verweerder is verzonden. Klager kon dus uiterlijk 29 november 2023 een verzetschrift bij de griffie van de raad indienen. De raad heeft het verzetschrift van klager echter pas op 30 november 2023, een dag te laat, ontvangen en op die datum was de verzettermijn al verlopen. De omstandigheden dat klager, tijdens de verzettermijn, ziek was en dat hij na twee weken iemand om hulp heeft gevraagd bij het opstellen en indienen van een verzetschrift omdat hij moeite heeft met schrijven in het Nederlands, komen voor risico van klager. De raad ziet dan ook geen reden om de overschrijding van de verzettermijn toelaatbaar te achten. Het verzet is daarom niet-ontvankelijk. Dit betekent dat de raad niet meer toekomt aan een inhoudelijke beoordeling van het verzet.
4.3 De raad merkt nog op dat ook als klager zijn verzetschrift op tijd had ingediend, het verzet niet gegrond zou zijn verklaard. Er is op grond van de overgelegde stukken en hetgeen namens en door partijen ter zitting naar voren is gebracht geen aanleiding om aan de juistheid van de beslissing van de voorzitter te twijfelen. Bij de beoordeling van de klacht heeft de voorzitter de juiste toetsingsmaatstaf toegepast. Ook heeft de voorzitter rekening gehouden met alle relevante informatie en omstandigheden die bij de beoordeling van de klacht van belang zijn, waaronder de opdrachtbevestiging met daarin de afspraken tussen klager en verweerder over het opvragen van de dossiers van klager bij de huisarts en de acupuncturist. De voorzitter heeft de klacht dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond verklaard.

BESLISSING
De raad van discipline verklaart het verzet niet-ontvankelijk.

Aldus beslist door mr. E.J. van der Molen, voorzitter, mrs. K.C. van Hoogmoed en J.C. Ellerman, leden, bijgestaan door mr. A.E. van Oost als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 26 februari 2024.

Griffier Voorzitter

Verzonden op: 26 februari 2024