ECLI:NL:TADRAMS:2023:86 Raad van Discipline Amsterdam 22-756/A/NH

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2023:86
Datum uitspraak: 24-04-2023
Datum publicatie: 28-04-2023
Zaaknummer(s): 22-756/A/NH
Onderwerp: Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk
Beslissingen: Beslissing op verzet
Inhoudsindicatie: Ongegrond verzet

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam
van 24 april 2023
in de zaak 22-756/A/NH
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 31 oktober 2022 op de klacht van:

klager

over:

verweerster

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 22 april 2022 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerster.
1.2 Op 20 september 2022 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk am/ss/1900161 van de deken ontvangen.
1.3 Bij beslissing van 31 oktober 2022 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond verklaard. Deze beslissing is op dezelfde datum verzonden aan partijen.
1.4 Bij e-mail van 20 november 2022 heeft klager een Engelstalig verzetschrift gedateerd op 17 november 2022 aan de raad gezonden. Op 1 december 2022 heeft klager een Nederlandse vertaling van het verzetschrift toegezonden.
1.5 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 13 maart 2023. Klager en verweerster zijn met voorafgaand bericht niet verschenen.
1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift.


2 VERZET
2.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:
2.2 De beslissing is partijdig omdat de raad geen onafhankelijke instantie is. Verweerster is namelijk lid van de Orde van Advocaten Noord-Holland, die een onderdeel is van de Nationale Orde van Advocaten (De RvD begrijpt: Nederlandse Orde van Advocaten), aldus klager. Verweerster heeft de wet overtreden en dat heeft de voorzitter haar vergeven. De voorzitter heeft geen rekening gehouden met de feiten van klagers zaak. Klager vraagt zich af of de voorzitter wel weet waarom klager een zaak heeft aangespannen tegen zijn verhuurder. Klager heeft niets verkeerd gedaan. Iedereen buiten Nederland weet hoe corrupt de Nederlandse juridische gemeenschap is. Door haar leden te beschermen bezorgt de voorzitter Nederland en de juridische professionals een slechte naam.
2.3 Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klager in verzet niet op.

3 FEITEN EN KLACHT
3.1 Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.

4 BEOORDELING

4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2 De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet slagen; de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. De voorzitter heeft de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.
4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.


BESLISSING

De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.


Aldus beslist door mr. M.V. Ulrici, voorzitter, mrs. P. van Lingen en K.C. van Hoogmoed, leden, bijgestaan door mr. N. Borgers-Abu Ghazaleh als griffier en uitgesproken in het openbaar op 24 april 2023


Griffier Voorzitter

Verzonden op: 24 april 2023