ECLI:NL:TADRAMS:2023:73 Raad van Discipline Amsterdam 22-872/A/NH
ECLI: | ECLI:NL:TADRAMS:2023:73 |
---|---|
Datum uitspraak: | 03-04-2023 |
Datum publicatie: | 06-04-2023 |
Zaaknummer(s): | 22-872/A/NH |
Onderwerp: | Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk |
Beslissingen: | Beslissing op verzet |
Inhoudsindicatie: | Ongegrond verzet. |
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam
van 3 april 2023
in de zaak 22-872/A/NH
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter
van de raad van discipline van op de klacht van:
klager
over:
verweerder
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 28 juni 2022, per post ontvangen op 2 augustus 2022, heeft de moeder van
klager namens klager een klacht ingediend bij de deken van de Orde van Advocaten in
het arrondissement Noord-Holland (hierna: de deken) over verweerder.
1.2 Op 1 november 2022 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk ks/ss/22-409/2032830
van de deken ontvangen.
1.3 Bij beslissing van 12 december 2022 heeft de plaatsvervangend voorzitter van
de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond
verklaard. Deze beslissing is op dezelfde datum verzonden aan partijen.
1.4 Op 14 december 2022 heeft de moeder van klager namens klager verzet ingesteld
tegen de beslissing van de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift op dezelfde
datum ontvangen.
1.5 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 20 februari 2023. Klager
werd ter zitting vertegenwoordigd door zijn moeder. Verweerder was eveneens aanwezig.
1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het
verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en
van het verzetschrift.
2 VERZET
2.1 Klager heeft tegen de voorzittersbeslissing verzet ingesteld. Namens klager
heeft zijn moeder een beschrijving gegeven van de situatie van klager. Het verzet
betreft een herhaling van de klacht.
2.2 Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klager in verzet
niet op.
3 FEITEN EN KLACHT
3.1 Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad
naar de beslissing van de voorzitter.
4 BEOORDELING
4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een
gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld
of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als
de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing
heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2 De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet slagen;
de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening
gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. De voorzitter
heeft de klacht dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.
4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe
gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De
raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.
BESLISSING
De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.
Aldus beslist door mr. H.P.H.I. Cleerdin, voorzitter, mrs. I.J. de Laat en P.J. Mijnssen,
leden, bijgestaan door mr. N. Borgers-Abu Ghazaleh als griffier en uitgesproken ter
openbare zitting van 3 april 2023.
Griffier Voorzitter
Verzonden op: 3 april 2023