ECLI:NL:TADRAMS:2023:38 Raad van Discipline Amsterdam 23-084/A/A
ECLI: | ECLI:NL:TADRAMS:2023:38 |
---|---|
Datum uitspraak: | 27-02-2023 |
Datum publicatie: | 02-03-2023 |
Zaaknummer(s): | 23-084/A/A |
Onderwerp: |
|
Beslissingen: | Voorzittersbeslissing |
Inhoudsindicatie: | Klacht over advocaat in privé. Klacht is gedeeltelijk buiten de termijn ex artikel 46g lid 1 sub a Advocatenwet ingediend. Voor het overige hebben klagers geen eigen belang bij een klacht over de arbeidsrechtsrechtelijke verhouding tussen het bestuur van X, waarvan verweerder voorzitter is, en de heer A.Klacht gedeeltelijk niet-ontvankelijk op grond van artikel 46g lid 1 sub a en gedeeltelijk kennelijk niet-ontvankelijk. |
Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam
van 27 februari 2023
in de zaak 23-084/A/A
naar aanleiding van de klacht van:
klagers
over:
verweerder
De [plaatsvervangend] voorzitter van de raad van discipline (hierna ook: de voorzitter) heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam (hierna: de deken) van 31 januari 2023 met kenmerk 1957352, door de raad ontvangen op 31 januari 2023, met 10 bijlagen. De voorzitter heeft voorts kennis genomen van de brief van verweerder van 20 februari 2023.
1 FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht gaat de voorzitter, gelet op het klachtdossier,
uit van de volgende feiten.
1.1 In december 2013 is de dochter van klagers overleden. De begrafenis is verzorgd
door Het Joodse Begrafeniswezen. Verweerder is voorzitter van het bestuur van Het
Joodse Begrafeniswezen.
1.2 Op 17 december 2013 is door de Het Joodse Begrafeniswezen bij klagers in totaal
een bedrag van € 9.643,10 in rekening gebracht, waaronder een bedrag van € 350,- voor
de werkzaamheden van de heer A als bewaker van de overleden dochter van klagers in
de periode 06-12-2013 tot en met 07-12-2013.
1.3 De heer A heeft zich op 12 oktober 2018 schriftelijk tot klager gewend. De
heer A berichtte klager dat hij nog geen vergoeding van Het Joodse Begrafeniswezen
had ontvangen voor het waken bij de overleden dochter van klagers in december 2013.
Klager heeft zich hierna per email van 12 oktober 2018 tot verweerder in zijn hoedanigheid
van bestuursvoorzitter van Het Joodse Begrafeniswezen gewend. Klager schreef onder
meer het volgende : “Het is al een paar jaar dat de heer (A) komt naar mij toe met
de klacht dat hoewel hij diegene die na de dood van (dochter van klagers) haar bewaakt
heeft hij tot nu toe absoluut geen vergoeding voor gekregen (….)”
1.4 De heer A heeft op 31 december 2018 verklaard geen claim meer te hebben jegens
klagers of een andere persoon of organisatie vanwege zijn wake bij het lichaam van
de overleden dochter van klagers.
1.5 Verweerder is tevens voorzitter van het bestuur van de school, bij welke school
de kinderen van klagers, verweerder en de heer A stonden ingeschreven. Per schooljaar
2021-2022 zijn de kinderen van klagers en de heer A bij die school uitgeschreven.
1.6 Op 2 juni 2022 hebben klagers bij de deken een klacht ingediend over verweerder.
2 KLACHT
2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar
heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. Klagers verwijten verweerder
het volgende:
a. Verweerder heeft klagers opzettelijk pijn gedaan door in zijn hoedanigheid van
voorzitter van het bestuur van Het Joodse Begrafeniswezen de heer A niet te betalen
voor zijn werkzaamheden als bewaker van de overleden dochter van klagers en hem vervolgens
op te ruien tegen klagers, terwijl de kosten van de werkzaamheden van de heer A door
de verzekeraar van klagers op 18 december 2013 aan Het Joodse Begrafeniswezen zijn
betaald;
b. Verweerder werkt in zijn hoedanigheid van voorzitter van het bestuur van Het
Joodse Begrafeniswezen mee aan het illegaal in dienst nemen en zwart uitbetalen van
de heer A.
3 VERWEER
3.1 Verweerder heeft verweer gevoerd gevoerd tegen de klacht, waarbij hij zich
op verzoek van de deken heeft uitgelaten over de ontvankelijkheid van de klacht. De
voorzitter zal hierna, waar nodig, op het verweer ingaan.
4 ONTVANKELIJKHEID VAN DE KLACHT
Ad onderdeel a)
Toetsingskader ten aanzien van de ontvankelijkheid.
4.1 Op grond van artikel 46g lid 1 aanhef en onder a Advocatenwet wordt een klacht
door de voorzitter niet-ontvankelijk verklaard indien deze wordt ingediend na het
verloop van drie jaren na de dag waarop de klager kennis heeft genomen of redelijkerwijs
kennis heeft kunnen nemen van het handelen of nalaten van de advocaat waarop de klacht
betrekking heeft. De ratio van deze bepaling is dat de rechtszekerheid meebrengt dat
een advocaat niet tot in lengte van dagen bedacht hoeft te zijn op tuchtklachten over
gedragingen in het verleden.
4.2 De klacht heeft betrekking op het uitblijven van betaling van de door de heer
A in december 2013 als bewaker van de overleden dochter van klagers uitgevoerde werkzaamheden.
Omdat de klacht hierover pas op 2 juni 2022 bij de deken is ingediend, is de klacht
niet ingediend binnen de termijn van drie jaren zoals bedoeld in artikel 46 g lid
1 sub a. Uit de email van 12 oktober 2018 aan verweerder volgt dat de heer A al gedurende
veel jaren bij klagers over het uitblijven van die betaling had geklaagd. De voorzitter
volgt klagers daarom niet in hun stelling dat zij pas in oktober 2018 op de hoogte
waren van het klachtwaardige optreden van verweerder. Maar ook indien klagers pas
in oktober 2018 op de hoogte waren gesteld van het optreden van verweerder, hebben
zij de klacht niet binnen de in artikel 46 g lid 1 sub a Advocatenwet ingediend. De
voorzitter volgt klagers niet in hun per e-mails van 17 en 20 juni 2022 aangevoerde
stelling dat zij niet eerder over verweerder hebben kunnen klagen, omdat de kinderen
van klager en de heer A tot het schooljaar 2021-2022 ingeschreven stonden op de school
waarvan bestuurder is. Waarom deze omstandigheid klagers ervan heeft weerhouden een
klacht in te dienen is door hen onvoldoende onderbouwd en ook anderszins niet gebleken.
Omdat er geen sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding zal de voorzitter
klachtonderdeel a met gebruikmaking van artikel 46 g lid 1 sub a Advocatenwet niet-ontvankelijk
verklaren.
Ad onderdeel b)
Toetsingskader ten aanzien van de ontvankelijkheid.
4.3 Het in de Advocatenwet voorziene recht om een klacht in te dienen tegen een
advocaat komt niet aan iedereen toe, maar slechts aan diegene die door het handelen
of nalaten waarover wordt geklaagd rechtstreeks in zijn belang is of kan worden getroffen.
Voor zover in het algemeen belang een tuchtrechtelijke procedure is vereist, wordt
het klachtrecht uitgeoefend door de deken.
4.4 De voorzitter is van oordeel dat klagers geen eigen, rechtstreeks belang hebben
bij een klacht over de arbeidsrechtsrechtelijke verhouding tussen het bestuur van
Het Joodse Begrafeniswezen, waarvan verweerder voorzitter is, en de heer A. De samenhang
tussen het in klachtonderdeel a aan verweerder verweten handelen en de door klagers
gestelde illegale arbeidsverhouding, waaruit volgens klagers hun eigen belang volgt,
is zonder nadere onderbouwing, die niet is gegeven, niet vast te stellen. Daarnaast
hebben klagers niet of onvoldoende over het voetlicht gebracht dat het handelen van
verweerder als voorzitter van het bestuur van het Joods Begrafeniswezen ook als klachtwaardig
handelen als advocaat moet worden aangemerkt. Klachtonderdeel b) is daarom eveneens
kennelijk niet-ontvankelijk.
4.5 Op grond van het voorgaande zal de voorzitter de klacht, met toepassing van
artikel 46 a lid 1 sub a Advocatenwet, daarom niet-ontvankelijk verklaren en klachtonderdeel
b met toepassing van artikel 46 j Advocatenwet kennelijk niet-ontvankelijk.
BESLISSING
De voorzitter verklaart:
klachtonderdeel a, met toepassing van artikel 46g, lid 1 onder a Advocatenwet, niet-ontvankelijk
klachtonderdeel b, met toepassing van artikel 46j Advocatenwet, kennelijk niet-ontvankelijk
Aldus beslist door mr. E.J. van der Molen, [plaatsvervangend] voorzitter, bijgestaan
door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal als griffier en uitgesproken in het openbaar op
27 februari 2023.
Griffier Voorzitter
Verzonden op: 27 februari 2023