ECLI:NL:TADRAMS:2023:247 Raad van Discipline Amsterdam 23-555/A/A

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2023:247
Datum uitspraak: 22-12-2023
Datum publicatie: 08-01-2024
Zaaknummer(s): 23-555/A/A
Onderwerp: Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk
Beslissingen: Beslissing op verzet
Inhoudsindicatie: Verzet. De raad verklaart het verzet ongegrond.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam
van 22 december 2023
in de zaak 23-555/A/A
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 25 september 2023 op de klacht van:

klaagster

over:

verweerster


1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 19 april 2023 heeft klaagster bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerster.
1.2 Op 8 augustus 2023 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk 2234057/JS/FS van de deken ontvangen.
1.3 Bij beslissing van 25 september 2023 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht niet-ontvankelijk en kennelijk ongegrond verklaard. Deze beslissing is op dezelfde datum verzonden aan partijen.
1.4 Op 17 oktober 2023 heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift op dezelfde datum ontvangen.
1.5 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 13 november 2023. Daarbij was klaagster aanwezig. Verweerster is (met bericht) niet ter zitting verschenen.
1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift.

2 VERZET
2.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven en samengevat, in dat klaagster zich niet kan vinden in de beslissing van de voorzitter en de gronden die daaraan ten grondslag zijn gelegd.

3 FEITEN EN KLACHT
3.1 Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.

4 BEOORDELING
4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2 De raad is van oordeel dat de door klaagster aangevoerde verzetgronden niet slagen; de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Zij heeft de klacht dus terecht en op juiste gronden niet-ontvankelijk en kennelijk ongegrond kennelijk bevonden.
4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.

BESLISSING
De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. E.J. van der Molen, voorzitter, mrs. D. Horeman en M. Bootsma, leden, bijgestaan door mr. E.E. Wouters als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 22 december 2023.


Griffier Voorzitter

Verzonden op: 22 december 2023