ECLI:NL:TADRAMS:2023:245 Raad van Discipline Amsterdam 23-368/A/A

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2023:245
Datum uitspraak: 22-12-2023
Datum publicatie: 08-01-2024
Zaaknummer(s): 23-368/A/A
Onderwerp: Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk
Beslissingen: Beslissing op verzet
Inhoudsindicatie: Verzet. De raad verklaart het verzet ongegrond.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam
van 22 december 2023
in de zaak 23-368/A/A
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 18 september 2023 op de klacht van:

klagers

over:

verweerder

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1    Op 27 maart 2023 hebben klagers bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder.
1.2    Op 31 mei 2023 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk 2230074/JS/BF van de deken ontvangen. 
1.3    Bij beslissing van 18 september 2023 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht niet-ontvankelijk verklaard. Deze beslissing is op dezelfde datum verzonden aan partijen.
1.4    Op 25 september 2023 heeft klager, mede namens klaagster, verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift op dezelfde datum ontvangen.
1.5    Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 13 november 2023. Daarbij waren klager en verweerder aanwezig. Klaagster is (met bericht) niet verschenen. 
1.6    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift.
1.7    Tevens heeft de raad kennisgenomen van de nagezonden stukken van klagers van 25 september 2023 en van 5 oktober 2023, als ook van de nagezonden stukken van verweerder van 9 oktober 2023. 

2    VERZET
2.1    De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:
2.2    Verweerder wist al eerder dat zijn aantijgingen jegens klager misplaatst waren.
2.3    Onder punt 1.6 van de voorzittersbeslissing staat “waarvan de notaris enig bestuurder is”. Dit moet zijn: “waarvan D(….) enig bestuurder is”.
2.4    Tegen de (overige) vaststaande feiten en de klachtomschrijving komen klagers in verzet niet op. 

3    FEITEN EN KLACHT
3.1    Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. 

4    BEOORDELING
4.1    Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2    De raad is van oordeel dat hetgeen door klagers over 1.6 van de voorzittersbeslissing is gesteld, juist is en dat de onder 1.6 genoemde zinsnede “(…)waarvan de notaris enig bestuurder is (…)” dient te worden vervangen door: “(…)waarvan D(…) enig bestuurder is”. Nu deze omissie een enkele schrijffout betreft en deze niet ziet op de inhoud van de voorzittersbeslissing, ziet de raad hierin geen (gegrond) verzet. 
4.3    Voor zover klagers zich in het verzet hebben beroepen op het bestaan van nieuwe omstandigheden waardoor aan de juistheid van de beslissing van de voorzitter zou moeten worden getwijfeld, is de raad van oordeel dat hiervan geen sprake is nu de gedragingen van verweerder waarover klagers klagen (daterend van 2014) dezelfde zijn gebleven. 
4.4    De raad is op grond van het voorgaande van oordeel dat dat de door klagers aangevoerde verzetgronden niet slagen; de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Zij heeft de klacht dus terecht en op juiste gronden niet-ontvankelijk bevonden. 
4.5    Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren. 

BESLISSING
De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. E.J. van der Molen, voorzitter, mrs. D. Horeman en M. Bootsma, leden, bijgestaan door mr. E.E. Wouters  als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 22 december 2023.


Griffier    Voorzitter


Verzonden op: 22 december 2023