ECLI:NL:TADRAMS:2023:22 Raad van Discipline Amsterdam 22-601/A/A

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2023:22
Datum uitspraak: 30-01-2023
Datum publicatie: 10-02-2023
Zaaknummer(s): 22-601/A/A
Onderwerp: Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk
Beslissingen: Beslissing op verzet
Inhoudsindicatie: Verzet ongegrond.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam
van 30 januari 2023
in de zaak 22-601/A/A 
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 5 september 2022 op de klacht van:


klaagster

over:

verweerster
gemachtigde: mr. F. Schüller

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1    Op 6 september 2021 heeft klaagster bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerster.
1.2    Op 25 juli 2021 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk 2021-1516906/EJH/RAB van de deken ontvangen. 
1.3    Bij beslissing van 5 september 2022 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Deze beslissing is op dezelfde datum verzonden aan partijen.
1.4    Op 4 oktober 2022 heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift op dezelfde datum ontvangen.
1.5    Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 16 december 2022. Daarbij waren klaagster en verweerster aanwezig. 
1.6    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift. 


2    VERZET
2.1    De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:
2.2    Het verzet van klaagster komt neer op het verwijt dat de deken in zijn aanbiedingsbrief van 25 juli 2022 de feiten niet juist heeft weergegeven. Zo staat onder randnummer 1.3 van de aanbiedingsbrief dat het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg in 2016 de klachten van klaagster deels gegrond heeft verklaard. Dit is onjuist. Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg heeft in 2021 haar klachten volledig gegrond verklaard. De voorzitter heeft in zijn beslissing niet opgemerkt dat de aanbiedingsbrief van de deken uitging van verkeerde feiten.  
2.3    Tegen de klachtomschrijving komt klaagster in verzet niet op. 

3    FEITEN EN KLACHT
3.1    Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Voor zover klaagster in verzet opkomt tegen de vaststelling van de feiten door de voorzitter wordt daarop hierna, in r.o. 4.2, ingegaan.

4    BEOORDELING

4.1    Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten. 
4.2    De raad is van oordeel dat de door klaagster aangevoerde verzetgronden niet slagen. Hoewel vaststaat dat de deken in zijn aanbiedingsbrief onder randnummer 1.3 de feiten niet juist heeft weergegeven, zijn deze onjuiste feiten niet overgenomen in de beslissing van de voorzitter. De voorzitter is uitgegaan van de in het klachtdossier genoemde feiten en data. Nu het verzet uitsluitend toeziet op onjuistheden van de deken en deze niet in de voorzittersbeslissing staan, komt de raad tot de slotsom dat de voorzitter bij de beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en rekening heeft gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. De voorzitter heeft de klacht dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden. 
4.3    Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren. 

BESLISSING
De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. C.S. Schoorl, voorzitter, mrs. K.C. van Hoogmoed en N.M.K. Damen, leden, bijgestaan door mr. N. Borgers-Abu Ghazaleh als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 30 januari 2023.


Griffier    Voorzitter


Verzonden op: 30 januari 2023