ECLI:NL:TADRAMS:2023:206 Raad van Discipline Amsterdam 23-262/A/A
ECLI: | ECLI:NL:TADRAMS:2023:206 |
---|---|
Datum uitspraak: | 06-11-2023 |
Datum publicatie: | 10-11-2023 |
Zaaknummer(s): | 23-262/A/A |
Onderwerp: | Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen |
Beslissingen: | Regulier |
Inhoudsindicatie: | Klacht tegen de advocaat van de wederpartij. Tijdens een descente is afgesproken dat verweerder bepaalde specifieke gegevens naar de door de rechtbank benoemde deskundige zou sturen. Verweerder stuurt de deskundige echter niet alleen de tijdens de descente afgesproken informatie, maar ook nog aanvullende informatie. De raad is van oordeel dat verweerder daarmee in strijd heeft gehandeld met de procedureregels die door de raadsheer-commissaris tijdens de descente waren bepaald en legt de maatregel van een waarschuwing op. |
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam
van 6 november 2023
in de zaak 23-262/A/A
naar aanleiding van de klacht van:
klager
over:
verweerder
gemachtigde: mr. W.F. Hendriksen
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 25 november 2022 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in
het arrondissement Amsterdam (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder.
1.2 Op 13 april 2023 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk 2158676/JS/FS
van de deken ontvangen.
1.3 De klacht is behandeld op de zitting van de raad van 25 september 2023. Daarbij
waren klager en verweerder en de gemachtigde van verweerder aanwezig. Van de behandeling
is proces-verbaal opgemaakt.
1.4 De raad heeft kennisgenomen van het in 1.2 genoemde klachtdossier en van de
op de inventarislijst genoemde bijlagen 1 tot en met 4.
2 FEITEN
2.1 Voor de beoordeling van de klacht gaat de raad, gelet op het klachtdossier
en de op de zitting afgelegde verklaringen, uit van de volgende feiten.
2.2 Klager is verwikkeld in een procedure bij het gerechtshof Arnhem – Leeuwarden
(hierna: het gerechtshof) over de verdeling en waardering van de boedel van zijn overleden
ouders. De twee broers van klager zijn wederpartij in die procedure en worden bijgestaan
door verweerder.
2.3 Bij e-mail van 10 oktober 2022 heeft het gerechtshof aan partijen meegedeeld
dat het voornemens is om een taxateur als deskundige in de zaak te benoemen. In die
e-mail staat verder onder meer het volgende:
Van de deskundige taxateur heeft het hof overigens vernomen dat een van partijen heeft
getracht contact met hem te zoeken. Dat contact heeft de deskundige vanzelfsprekend
afgehouden. Het hof verzoekt u uw cliënten ervan te weerhouden om buiten de daartoe
geëigende procedure op welke wijze dan ook direct of indirect contact op te nemen
met de door het hof in deze zaak benoemde en te benoemen deskundigen.
2.4 Op 15 november 2022 heeft er in de procedure bij het gerechtshof een descente
plaatsgevonden. Daarbij waren onder meer de door het gerechtshof benoemde deskundig
taxateur, de raadsheer-commissaris, klager en verweerder aanwezig. In het van die
descente opgemaakte proces-verbaal staat onder meer het volgende:
Raadsheer-commissaris: het is niet de bedoeling dat er zomaar allerlei op- en/of aanmerkingen
worden gemaakt door partijen en hun advocaten naar of tegen de deskundige. Partijen
en hun advocaten mogen slechts reageren op vragen die de deskundige stelt.
(…)
Rechter-commissaris: de (deskundige) zal taxeren volgens het TMI-stramien, maar ook
volgens de Leidraad voor deskundigen in civiele zaken. (…) Het conceptrapport wordt
eerst naar de advocaten gestuurd die daar een reactie op mogen geven. De (deskundige)
bepaalt of er naar aanleiding van het conceptrapport en de opmerkingen daarop van
de advocaten eventueel nog een bespreking met partijen moet plaatsvinden. Als hij
een dergelijke bespreking nodig vindt, dan zijn ook daarbij alle partijen tegelijk
aanwezig. De (deskundige) zal verder in het definitieve rapport laten zien wat de
reactie van partijen was, vaak worden de brieven of e-mails van de advocaten daarover
aan het rapport gehecht, en hij zal in het definitieve rapport laten zien wat hij
daar mee heeft gedaan. Partijen krijgen, als de (deskundige) zijn definitieve rapport
aan het hof en partijen heeft gestuurd, in de procedure de gelegenheid om nog een
akte te nemen over het rapport.
(…)
(de deskundige): ik ontvang ook graag een kopie van iedere laatste huurbetaling voor
het exacte bedrag dat nu wordt betaald. Dit, omdat in huurovereenkomsten nog wel eens
wordt overeengekomen dat bedragen worden geïndexeerd.
(verweerder): dat is prima, dat kan ook overgelegd worden.
(…)
De descente wordt daarna voor de panden vervolgd. De deskundige vat samen dat hij
nog graag de bouwtekeningen van de panden digitaal ontvangt, de huurovereenkomsten
en de kopieën van de laatste huurbetalingen voor de exacte huurbedragen.
(…)
Raadsheer-commissaris: het conceptrapport van de deskundige hoeft alleen aan partijen
te worden toegezonden, dus nog niet aan het hof. De advocaten mogen hun schriftelijke
reactie daarop aan de deskundige zenden. De (deskundige) kan vervolgens in het definitieve
rapport laten zien wat hij met die reacties heeft gedaan. Hij hoeft het niet eens
te zijn met de reacties van partijen; hij kan dat dan in het rapport mededelen en
uitleggen. Vervolgens wordt het definitieve rapport aan het hof gestuurd waarna partijen
gelegenheid krijgen voor het nemen van een akte.
2.5 Bij e-mail van 24 november 2022 heeft verweerder informatie aan de door het
hof benoemde deskundig taxateur gezonden. Daarin was niet alleen de tijdens de descente
door de deskundige gevraagde informatie opgenomen, maar ook aanvullende informatie.
In die e-mail verklaart verweerder daarover het volgende:
Ten vervolge op de plaatsopneming van 15 november jl. treft u hieronder de relevante
informatie aan voor uw taxatie. Een deel van de informatie is reeds besproken. Echter
er is ook informatie die voor de taxatie relevant is en waarvan het van belang is
dat u daar reeds nu kennis van neemt omdat dit anders pas na ontvangst van uw concept
en als reactie op dit concept aan de orde komt en dat leidt alleen maar tot extra
kosten en tijd.
(…)
Overige
• Voor uw taxatie is ook relevant dat het riool bij zware regenval het hemelwater
in deze omgeving niet snel genoeg kan afvoeren, omdat het complex lager ligt dan de
omgeving. Een en ander heeft tot gevolg dat kelders en loodsen geregeld onderlopen
(zie de bijgevoegde foto’s; bijlage 7).
• Tevens stuur ik u een pakket met informatie van de gemeente over ontwikkelingen
in de omgeving. Met name gaat het dan om de opvang van asielzoekers en daklozen in
de omgeving. Daarnaast treft u foto’s aan van de gevolgen hiervan voor de omgeving
en het complex in het bijzonder (bijlage 8).
Tot slot wil ik nog meegeven dat zich in de processtukken een taxatie van (…) (bijlage 9) en het taxatierapport van de heer (…) (bijlage 10) bevindt. In de optiek van cliënten zal uw taxatie daarbij aan moeten sluiten. Ik stuur u deze taxatierapporten voor het geval u deze rapporten niet aantrof tussen de processtukken.
2.6 Naar aanleiding van de extra informatie die verweerder op 24 november 2022
aan de deskundige had gezonden, heeft klager op 25 november 2022 een klacht bij de
deken ingediend.
2.7 Bij e-mail van 29 november 2022 heeft verweerder het volgende aan klager meegedeeld:
De brief van 24 november jl. aan de (deskundige) is ingetrokken.
Uw advocaten zijn op de hoogte van het feit dat aan onze zijde de indruk bestond dat reeds nu opmerkingen en verzoeken konden worden gemaakt/gedaan. Ik verwijs naar de bijlagen.
Nu er echter zoveel bezwaar van uw zijde is opgekomen, is besloten de brief in te trekken. Omdat op dit moment aan uw bezwaar is tegemoet gekomen, zou ik het op prijs stellen als u uw klacht intrekt.
2.8 Op 12 december 2022 heeft het gerechtshof onder meer het volgende aan partijen
meegedeeld:
Het hof heeft van de door het hof benoemde deskundige-taxateur een kopie ontvangen
van uw brieven en e-mailberichten aan hem van 24, 25 en 28 november 2022.
De taxateur heeft naar aanleiding van het verloop van de descente en de gemelde correspondentie het hof laten weten niet langer te kunnen en willen optreden als gerechtelijk deskundige in deze zaak.
Het hof ziet in de structureel weinig coöperatieve houding van partijen en hun advocaten
onderling en in de reden voor het terugtreden van de deskundige taxateur aanleiding
om een regiezitting voor de meervoudige kamer te bepalen om de voortgang van de zaak
te bespreken.
Deze regiezitting zal plaatsvinden zonder partrijen zelf, dus alleen met u als advocaten
op: (…)
3 KLACHT
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar
heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. Klager verwijt verweerder
in de kern het volgende.
a) verweerder heeft de door het gerechtshof aangestelde deskundige beïnvloed door
hem per brief van 24 november 2022 informatie te verstrekken. Verweerder heeft daarmee
in strijd gehandeld met de door het gerechtshof gestelde regels. De heeft ertoe geleid
dat de deskundige niet meer onafhankelijk kon adviseren,
b) verweerder heeft gehandeld in strijd met de kernwaarde integriteit en de processuele
belangen van klager zonder enig redelijk doel, nodeloos op ontoelaatbare en onherstelbare
wijzen geschaad.
4 VERWEER
4.1 Verweerder heeft tegen de klacht verweer gevoerd. De raad zal hierna, waar
nodig, op het verweer ingaan.
5 BEOORDELING
Toetsingskader
5.1 Als maatstaf voor het handelen van een advocaat van de wederpartij geldt dat
deze advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen- van zijn cliënt
te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste
van een tegenpartij worden beknot, tenzij diens belangen nodeloos en op ontoelaatbare
wijze worden geschaad. De advocaat behoeft in het algemeen niet af te wegen of het
voordeel dat hij voor zijn cliënt wil bereiken met de middelen waarvan hij zich bedient,
opweegt tegen het nadeel dat hij daarmee aan de wederpartij toebrengt. Wel moet de
advocaat zich onthouden van middelen die op zichzelf beschouwd ongeoorloofd zijn of
die, zonder dat zij tot enig noemenswaardig voordeel van zijn cliënt strekken, onevenredig
nadeel aan een wederpartij toebrengen. Dat brengt onder meer met zich dat een advocaat
geen feitelijke informatie mag verstrekken waarvan hij weet, althans behoort te weten,
dat die onjuist is.
Klachtonderdeel a)
5.2 Klachtonderdeel a) ziet op de informatie die verweerder op 24 november 2022
aan de door de rechtbank benoemde deskundige heeft gezonden. Tijdens een op 15 november
2022 in de procedure bij het gerechtshof gehouden descente heeft de deskundige aan
verweerder gevraagd om meetstaten, huurgegevens en huurovereenkomsten aan de deskundige
te zenden. Verweerder heeft op 24 november 2022 niet alleen die informatie aan de
deskundige versterkt, maar ook nog overige informatie waarvan verweerder meende dat
de deskundige op de hoogte diende te zijn. Klager stelt dat verweerder daarmee tuchtrechtelijk
verwijtbaar heeft gehandeld. Klager wordt daarin gevolgd.
5.3 Bij e-mail van 10 oktober 2022 heeft het gerechtshof aan partijen meegedeeld
dat het niet de bedoeling is dat partijen buiten de daartoe geëigende procedure contact
opnemen met de deskundige. Tijdens de op 15 november 2022 gehouden descente heeft
de raadsheer-commissaris vervolgens aan partijen meegedeeld dat het niet de bedoeling
is dat er door partijen zomaar allerlei op- of aanmerkingen worden gemaakt naar of
tegen de deskundige en dat partijen en hun advocaten slechts mogen reageren op de
vragen die de deskundige stelt. Daarnaast heeft de raadsheer-commissaris aan het slot
van de descente meegedeeld hoe de gang van zaken na de descente zou zijn. De deskundige
zou een concept-rapport opstellen en partijen zouden de gelegenheid krijgen om op
dat concept-rapport te reageren. Uit voormelde mededelingen van het gerechtshof aan
partijen blijkt niet dat het aan partijen was toegestaan om de deskundige voorafgaand
aan het opstellen van het conceptrapport te voorzien van informatie waarom door de
deskundige niet was gevraagd. Dat het arrest van het gerechtshof waarin de deskundige
was benoemd wel die mogelijkheid zou bieden, heeft verweerder onvoldoende onderbouwd.
Allereerst heeft verweerder geen exemplaar van dat arrest overgelegd en uit hetgeen
verweerder tijdens de zitting van de raad mondeling over het dictum in dat arrest
heeft verklaard, blijkt niet dat het dictum wezenlijk afwijkt van datgene wat de raadsheer-commissaris
tijdens de descente aan partijen heeft meegedeeld.
5.4 Vaststaat dat verweerder niet alleen de door de deskundige tijdens de descente
gevraagde informatie aan de deskundige heeft gezonden, maar ook nog andere informatie
waarvan verweerder vond dat de deskundige op de hoogte moest zijn bij het opstellen
van het conceptrapport. Verweerder heeft daarmee niet alleen in strijd gehandeld met
de procedureregels die de raadsheer-commissaris tijdens de descente aan partijen had
opgelegd, maar hij heeft daarmee ook een situatie geschapen waarbij de deskundige
kon worden beïnvloed. Voor klager ontbrak in dat stadium van de procedure de mogelijkheid
om jegens de deskundige op die extra informatie van verweerder te reageren. Door het
gerechtshof was immers aan partijen als procedureregel opgelegd dat partijen pas na
het opstellen van het conceptrapport richting de deskundige zouden reageren. Verweerder
heeft daarmee niet gehandeld zoals dat een zorgvuldig en behoorlijk handelend advocaat
betaamt. Dat verweerder stelt met het toezenden van die extra informatie te hebben
gehandeld in het belang van zijn cliënt, maakt dat niet anders. Klachtonderdeel a)
is daarmee gegrond.
Klachtonderdeel b)
5.5 Klachtonderdeel b) ziet op hetzelfde feitencomplex als hiervoor besproken.
Klager stelt dat verweerder daarmee tevens heeft gehandeld in strijd met de kernwaarde
integriteit. Klager wordt daarin niet gevolgd. Verweerder heeft weliswaar met het
sturen van de extra informatie niet gehandeld zoals dat een zorgvuldig en behoorlijk
handelend advocaat betaamt, maar dat betekent nog niet dat verweerder daarmee automatisch
ook in strijd met de kernwaarde integriteit heeft gehandeld. Voor een schending daarvan
is meer nodig. In het onderhavige geval is de raad van oordeel dat de kernwaarde integriteit
niet is geschonden. Daarbij acht de raad allereerst van belang dat verweerder na
kennisname van de klacht van klager de brief van 24 november 2022 op 29 november 2022
heeft ingetrokken. Verweerder is daarmee tegemoet gekomen aan de bezwaren van klager
tegen de brief van 24 november 2022. Daarnaast is van belang dat klager weliswaar
voldoende heeft onderbouwd dat verweerder met het toezenden van de brief van 24 november
2022 de belangen van klager heeft geschonden (zie klachtonderdeel a), maar niet, zoals
door klager aangevoerd, dat verweerder daarmee ook de belangen van klager op onherstelbare
wijze heeft geschonden. Dit samen maakt dat de raad van oordeel is dat klachtonderdeel
b) ongegrond is.
Conclusie
5.6 De slotsom is dat de klachtonderdeel a) gegrond is en dat klachtonderdeel b)
ongegrond is.
6 MAATREGEL
6.1 Door in strijd met de door het gerechtshof aan partijen opgelegde procedureregels
extra informatie aan de deskundig te sturen, heeft verweerder niet gehandeld zoals
dat van een zorgvuldig en behoorlijk handelend advocaat mag worden verwacht. De raad
acht oplegging van een waarschuwing aan verweerder daarom passend en geboden
7 GRIFFIERECHT EN KOSTENVEROORDELING
7.1 Omdat de raad de klacht gegrond verklaart, moet verweerder op grond van artikel
46e lid 5 Advocatenwet het door klager betaalde griffierecht van € 50,- aan hem vergoeden
binnen vier weken nadat deze beslissing onherroepelijk is geworden. Klager geeft binnen
twee weken na de datum van deze beslissing zijn rekeningnummer schriftelijk aan verweerder
door.
7.2 Nu de raad een maatregel oplegt, zal de raad verweerder daarnaast op grond
van artikel 48ac lid 1 Advocatenwet veroordelen in de volgende proceskosten:
a) € 50,- reiskosten van klager,
b) € 750,- kosten van de Nederlandse Orde van Advocaten en
c) € 500,- kosten van de Staat.
7.3 Verweerder moet het bedrag van € 50,- aan reiskosten binnen vier weken nadat
deze beslissing onherroepelijk is geworden, betalen aan klager. Klager geeft binnen
twee weken na de datum van deze beslissing zijn rekeningnummer schriftelijk aan verweerder
door.
7.4 Verweerder moet het bedrag van € 1.250,- (het totaal van de in 7.2 onder b
en c genoemde kosten) binnen vier weken nadat deze beslissing onherroepelijk is geworden,
overmaken naar rekeningnummer lBAN: NL85 lNGB 0000 079000, BIC: INGBNL2A, Nederlandse
Orde van Advocaten, Den Haag, onder vermelding van “kostenveroordeling raad van discipline"
en het zaaknummer.
BESLISSING
De raad van discipline:
- verklaart klachtonderdeel a) gegrond;
- verklaart klachtonderdeel b) ongegrond;
- legt aan verweerder de maatregel van waarschuwing op;
- veroordeelt verweerder tot betaling van het griffierecht van € 50,- aan klager;
- veroordeelt verweerder tot betaling van de reiskosten van € 50,- aan klager,
op de manier en binnen de termijn als hiervóór bepaald in 7.3;
- veroordeelt verweerder tot betaling van de proceskosten van € 1.250,- aan de
Nederlandse Orde van Advocaten, op de manier en binnen de termijn als hiervóór bepaald
in 7.4;
Aldus beslist door mr. mr. E.J. van der Molen, voorzitter, mrs. K.C. van Hoogmoed
en
P.J. Mijnssen, leden, bijgestaan door mr. P.J. van Vliet, als griffier en uitgesproken
in het openbaar op 6 november 2023.
Griffier Voorzitter
Verzonden op: 6 november 2023