ECLI:NL:TADRAMS:2023:19 Raad van Discipline Amsterdam 22-353/A/NH

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2023:19
Datum uitspraak: 30-01-2023
Datum publicatie: 10-02-2023
Zaaknummer(s): 22-353/A/NH
Onderwerp: Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk
Beslissingen: Beslissing op verzet
Inhoudsindicatie: Ongegrond verzet.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam
van 30 januari 2023
in de zaak 22-353/A/NH
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 13 juni 2022 op de klacht van:


klaagster

over:
     
verweerster
gemachtigde: mr. D. Greuter

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1    Op 30 augustus 2021 heeft klaagster bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerster.
1.2    Op 25 april 2022 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk re/ss/1516947 van de deken ontvangen. 
1.3    Bij beslissing van 13 juni 2022 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Deze beslissing is op dezelfde datum verzonden aan partijen.
1.4    Op 13 juli 2022 heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift op ook op die datum ontvangen.
1.5    Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 19 december 2022. Daarbij waren klaagster, verweerster en de gemachtigde van verweerster aanwezig. 
1.6    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift. 

2    VERZET
2.1    De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:
2.2    Klaagster stelt, samengevat, dat de beslissing van de voorzitter niet op de feiten en toegestuurde bewijzen is gebaseerd, dat de voorzitter alleen rekening heeft gehouden met wat verweerster heeft gezegd en dat haar klacht niet door de voorzitter is onderzocht.

3    FEITEN EN KLACHT
3.1    Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. 

4    BEOORDELING

4.1    Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2    De raad is van oordeel dat de door klaagster aangevoerde verzetgronden niet slagen; de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Hij heeft de klacht dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond verklaard. 
4.3    Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren. 

BESLISSING
De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. M.V. Ulrici, voorzitter, mrs. C.C. Horrevorts en J.C. Ellerman, leden, bijgestaan door mr. P.J. van Vliet als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 30 januari 2023.

Griffier    Voorzitter

Verzonden op: 30 januari 2023