ECLI:NL:TADRAMS:2023:154 Raad van Discipline Amsterdam 23-065/A/A
ECLI: | ECLI:NL:TADRAMS:2023:154 |
---|---|
Datum uitspraak: | 04-09-2023 |
Datum publicatie: | 07-09-2023 |
Zaaknummer(s): | 23-065/A/A |
Onderwerp: | Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk |
Beslissingen: | Beslissing op verzet |
Inhoudsindicatie: | Verzetzaak. Het verzet is ongegrond. |
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam
van 4 september 2023
in de zaak 23-065/A/A
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter
van de raad van discipline van 6 maart 2023 op de klacht van:
klager
over:
verweerster
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 13 september 2022 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in
het arrondissement Amsterdam (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerster.
1.2 Op 25 januari 2013 heeft de raad van discipline (hierna: de raad) het klachtdossier
met kenmerk 2078771/JS/RAB van de deken ontvangen.
1.3 Bij beslissing van 6 maart 2023 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de
raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Deze beslissing
is op dezelfde datum verzonden aan partijen.
1.4 Op 26 maart 2023 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
De raad heeft het verzetschrift op dezelfde datum ontvangen.
1.5 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het
verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en
van het verzetschrift. Ook heeft de raad kennisgenomen van de nagezonden stukken van
klager van 27 mei 2023, alsmede van de e-mailberichten van klager van 31 maart 2023
en van 21 juni 2023 waarin klager in overweging heeft gegeven danwel verzocht de zaak
achter gesloten deuren te behandelen.
1.6 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 26 juni 2023. Daarbij
was verweerster aanwezig. Klager is niet ter zitting verschenen en heeft zijn verzoek
tot een gesloten behandeling zo daar sprake van was, in de stukken niet verder onderbouwd
dan door een verwijzing naar "nogal wat privacy-gevoelige aspecten". Dat is onvoldoende
grond voor behandeling achter gesloten deuren. Daarom heeft de zitting (zoals te doen
gebruikelijk) in het openbaar plaatsgevonden. De raad heeft daarbij de nagekomen stukken
van klager van 23 en 26 juni 2023 buiten beschouwing gelaten, nu deze op grond van
het bepaalde in artikel 2.4.2 van het Landelijk Procesreglement van de raden van discipline
te laat zijn ingediend.
2 VERZET
2.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:
de in de voorzittersbeslissing in 4.3 genoemde tweede zinsnede: “(…) dat verweerster
namens de verhuurder, klager eerst heeft verzocht (…)” is een verkeerde voorstelling
van feiten.
2.2 Tegen de (overige) vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klager
in verzet niet op.
3 FEITEN EN KLACHT
3.1 Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad
naar de beslissing van de voorzitter.
4 BEOORDELING
4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een
gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld
of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als
de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing
heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2 De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgrond niet slaagt;
de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening
gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Waarom dit anders
zou zijn, heeft klager niet toegelicht. De voorzitter heeft de klacht dus terecht
en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.
4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe
gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De
raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.
BESLISSING
De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.
Aldus beslist door mr. K.M. van Hassel, voorzitter, mrs. D. Horeman en C.C. Horrevorts, leden, bijgestaan door mr. E.E. Wouters als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 4 september 2023.
Griffier Voorzitter
Verzonden op: 4 september 2023