ECLI:NL:TADRAMS:2023:147 Raad van Discipline Amsterdam 23-081/A/A
ECLI: | ECLI:NL:TADRAMS:2023:147 |
---|---|
Datum uitspraak: | 21-08-2023 |
Datum publicatie: | 24-08-2023 |
Zaaknummer(s): | 23-081/A/A |
Onderwerp: |
|
Beslissingen: | Beslissing op verzet |
Inhoudsindicatie: | Verzetzaak. Het verzet is ongegrond. De aan de klacht ten grondslag liggende feiten hebben zich langer dan drie jaar geleden voorgedaan. |
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam
van 21 augustus 2023
in de zaak 23-081/A/A
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter
van de raad van discipline van 27 februari 2023 op de klacht van:
klager
over:
verweerster
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 30 november 2022 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in
het arrondissement Amsterdam (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerster.
1.2 Op 31 januari 2023 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk 2164303/JS/YH
van de deken ontvangen.
1.3 Bij beslissing van 27 februari 2023 heeft de plaatsvervangend voorzitter van
de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht niet-ontvankelijk verklaard ingevolge
artikel 46g lid 1, aanhef en onder a Advocatenwet. Deze beslissing is op dezelfde
datum verzonden aan partijen.
1.4 Op 22 maart 2023 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
De raad heeft het verzetschrift op 22 maart 2023 per e-mail ontvangen.
1.5 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 3 juli 2023. Daarbij
waren klager en verweerster met haar echtgenoot mr. G.G.J.A. Knoops aanwezig.
1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het
verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd, van
het verzetschrift van klager en van de door klager nagezonden stukken van 30 mei 2023.
2 VERZET
2.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:
2.2 Klager kan zich met de beslissing van de voorzitter en de gronden waarop deze
berust, niet verenigen. Volgens klager heeft het handelen van verweerster onrecht
met blijvende gevolgen veroorzaakt en zijn haar gedragingen zodanig ernstig dat de
klacht niet mag verjaren.
2.3 Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klager in verzet
niet op.
3 FEITEN EN KLACHT
3.1 Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad
naar
de beslissing van de voorzitter.
4 BEOORDELING
4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een
gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld
of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als
de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing
heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2 De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet slagen;
de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening
gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Hij of zij heeft
de klacht terecht op grond van artikel 46g lid 1, aanhef en onder a Advocatenwet niet-ontvankelijk
geacht, aangezien de aan de klacht ten grondslag liggende feiten zich langer dan drie
jaar geleden hebben voorgedaan.
4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe
gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De
raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.
BESLISSING
De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.
Aldus beslist door mr. M.V. Ulrici, voorzitter, mrs. I.J. de Laat en H. Bakker, leden, bijgestaan door mr. K.J. Verschueren als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 21 augustus 2023.
Griffier Voorzitter
Verzonden op: 21 augustus 2023