ECLI:NL:TADRAMS:2022:260 Raad van Discipline Amsterdam 22-813/A/NH 22-619/A/NH/D

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2022:260
Datum uitspraak: 12-12-2022
Datum publicatie: 23-12-2022
Zaaknummer(s):
  • 22-813/A/NH
  • 22-619/A/NH/D
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Bezwaren van de deken
Beslissingen: Regulier
Inhoudsindicatie: Gegronde klacht en dekenbezwaar. Verweerder heeft het tegenover klager gedurende ruim twee jaar doen voorkomen alsof er een procedure aanhangig was terwijl dat in werkelijkheid niet zo was. Hiermee heeft verweerder de kernwaarde integriteit in grove mate en gedurende langere tijd geschonden. De integriteit van een advocaat is een belangrijke, zo niet de belangrijkste, kernwaarde van de advocatuur. Ook heeft verweerder hiermee het vertrouwen in de advocatuur ernstig geschaad. Wat het des te kwalijker maakt is dat verweerder wist dat klager in een kwetsbare financiële positie verkeerde en de gezondheid van klager te lijden had onder de kwestie en hij de schuld van het stilliggen van de zaak van klager voor een groot deel bij de rechtbank heeft gelegd. Bovendien is het niet de eerste keer dat verweerder het tegenover een cliënt heeft doen voorkomen dat er een procedure loopt, terwijl dat niet zo is. Verweerder is daarnaast meerdere verplichtingen uit de Wwft niet nagekomen waarmee hij de kernwaarden integriteit en deskundigheid heeft geschonden. Verweerder heeft op de zitting van de raad verklaard dat hij inmiddels een coach in de arm heeft genomen en dat hij met haar hulp en begeleiding al veel heeft bereikt, maar de raad heeft er onvoldoende vertrouwen in dat iets dergelijks als in deze zaak aan de orde is niet nog eens zal kunnen gebeuren. Daarbij speelt mee dat verweerder er op de zitting van de raad weinig blijk van heeft gegeven de ernst van zijn handelen werkelijk in te zien en de raad geen inhoudelijke informatie heeft verstrekt over het coachingstraject dat hij volgt. De raad acht het dan ook niet verantwoord dat verweerder nog langer advocaat is. De raad is daarom van oordeel dat de meest vergaande maatregel van schrapping van het tableau de enige passende maatregel is.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam
van 12 december 2022
in de zaken 22-813/A/NH en 22-619/A/NH/D
naar aanleiding van de klacht van:


klager

en het bezwaar van


deken

over:

verweerder


1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1    Bij brief aan de raad van 28 juli 2022 met kenmerk ks/mm/1934958, digitaal door de raad ontvangen op dezelfde datum, heeft de deken zijn bezwaar ter kennis van de raad gebracht. 
1.2    Op 2 september 2022 heeft de broer van klager namens klager bij de deken een klacht ingediend over verweerder. Bij brief aan de raad van 12 oktober 2022 met kenmerk ks/ds/22-479/2067875, digitaal door de raad ontvangen op dezelfde datum, heeft de deken de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.3    De klacht en het bezwaar zijn behandeld op de zitting van de raad van 14 november 2022 in aanwezigheid van klager, de deken en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.4    De raad heeft kennisgenomen van de in 1.1 en 1.2 genoemde brieven van de deken en van de op de inventarislijsten genoemde bijlagen 1 tot en met 20 respectievelijk 1 tot en met 3.

2    FEITEN
2.1    Voor de beoordeling van de klacht en het bezwaar gaat de raad, gelet op de klachtdossiers en de op de zitting door partijen afgelegde verklaringen, uit van de volgende feiten.
De door verweerder voor klager behandelde zaak
2.2    Verweerder heeft klager vanaf het najaar van 2017 als opvolgend advocaat bijgestaan in een geschil met diens voormalig werkgever op wie klager een loonvordering stelde te hebben. 
2.3    Op 20 oktober en op 1 en 3 november 2017 heeft klager verweerder per e-mail stukken toegestuurd. 
2.4    Bij e-mail van 16 november 2017 heeft verweerder de voormalig advocaat van klager gevraagd om het dossier van klager. Bij e-mail van dezelfde dag heeft de voormalig advocaat van klager verweerder meegedeeld dat het dossier is gesloten en de toevoeging is gedeclareerd omdat het ongeveer een maand heeft geduurd voordat hij een bericht van verweerder ontving en dat zijn secretaresse verweerder alvast het digitale dossier zal toesturen. 
2.5    Bij e-mail van eveneens 16 november 2017 heeft verweerder klager onder meer geschreven:
“Ik ben mij ervan doordrongen dat u in een kwetsbare positie verkeert. Echter, indien direct wordt gedagvaard, u de zaak wint en de deurwaarder op de werkgever wordt gezet, zal het nog weken duren eer u geld ziet. Nu de werkgever bereidheid heeft getoond om met u tot een regeling te komen en zelfs een vaststellingsovereenkomst naar voren heeft geschoven, zal ik eerst proberen om de zaak met de werkgever te schikken. Indien betaling niet uiterlijk morgen om 16:00 uur geschiet, zal ik overgaan tot dagvaarding.
(…)
Ik zal vandaag per mail de werkgever benaderen om hem ervan trachten te overtuigen dat er eerst salaris dient te worden overgemaakt, alvorens we tot een afwikkeling kunnen komen. De mail aan de werkgever kunt u zo direct tegemoet zien.”
2.6    Op dezelfde dag heeft verweerder een voorstel voor een minnelijke regeling aan de voormalig werkgever van klager gedaan. Op 1 december 2017 heeft de voormalig werkgever van klager een tegenvoorstel aan verweerder gedaan. Verweerder heeft het tegenvoorstel op 11 december 2017 aan klager doorgestuurd, met het verzoek de inhoud ervan de daaropvolgende dag te bespreken zodat hij een en ander in de dagvaarding kon verwerken.
2.7    Op 2 september 2019 heeft klager verweerder via Whatsapp gevraagd naar de stand van zaken en hem gevraagd of hij al iets heeft gehoord over de datum.
2.8    Bij e-mail van 15 november 2019 heeft verweerder klager geïnformeerd over een arrest van de Hoge Raad en klager meegedeeld dat hij een akte zal nemen waarin hij dit arrest onder de aandacht van de rechtbank zal brengen.
2.9    Bij e-mail van 31 januari 2020 heeft verweerder aan klager een concept tekst voor een schikkingsvoorstel aan de voormalig werkgever gestuurd. Dat voorstel is op 13 februari 2020 gedaan.
2.10    Klager en verweerder hebben vervolgens via Whatsapp onder meer de volgende berichten naar elkaar gestuurd:
25-02-2020
[Klager]: Hallo [verweerder]
[Klager]: Ik hoor niks van u.
[Klager]: Ze hebben hun tijd gehad
[Klager]: Heeft ze nog niks laten weten?
[Klager]: Belt u haar op dan anders.
[Klager]: Bel mij aub vandaag.
(…)
[Verweerder]: Hoi [klager], ik heb [advocaat voormalig werkgever] net nog even gesproken en heb haar tot en met donderdag 16 uur de tijd gegeven. reageert zij dan niet zal de procedure voortgezet worden. Ik snap dat je direct actie wilde, maar op grond van de gedragsnormen ben ik gehouden om haar nog een korte laatste termijn te gunnen. 
28-02-2020
[Klager]: Ik wil z.s.m. een datum gepland hebben.
[Verweerder]: Ik ga er maandag meteen mee aan de slag...
03-03-2020
[Klager]: Dag [verweerder]
[Klager]: Laat u me weten wat u hebt gedaan?
04-03-2020
[Verweerder]: Ik zal morgen (roldag) de kantonrechter vragen om de zaak met voorrang te behandelen en een zittingsdatum te bepalen.
06-03-2020
[Klager]: Goedemorgen [verweerder]
[Klager]: Heeft u gister de kantonrechter al gevraagd?
[Verweerder]: Jawel…Als het goed is horen we uiterlijk volgende week donderdag wanneer de zitting zal zijn…
2.11    Bij e-mail van 9 maart 2020 heeft verweerder het tegenvoorstel van de voormalig werkgever aan klager gestuurd. In de begeleidende e-mail heeft verweerder onder meer geschreven:
“Ik weet niet of het nog mogelijk is om een minnelijke regeling te treffen. Je hebt mij inmiddels ook opgedragen om de procedure voort te zetten.”
2.12    Klager en verweerder hebben vervolgens via Whatsapp onder meer de volgende berichten naar elkaar gestuurd:
16-07-2020
[Verweerder]: Hoi [klager], ik heb overleg gehad met de griffier. Zij heeft mij uitgelegd dat de zittingscapaciteit beperkt is, omdat ze met ruimere tijdblokken werken, zodat tussen de zittingen de zaal kan worden ontsmet. De zaak staat voor dagbepaling. Mij werd gevraagd om in verband met eventuele vakanties de verhinderdata op te geven.
13-08-2020
[Klager]: Goedemorgen [verweerder]. Heeft u alles al vastgelegd op papier? Hebben we al een datum voor de zitting?
24-08-2020
[Verweerder]: Goedemorgen [klager], ik ben vergeten om dit bericht te beantwoorden. Mijn excuses. Ik kom morgen inhoudelijk op de zaak bij je terug. Ik zal intussen bij de Rechtbank informeren.
26-08-2020
[Klager]: Dag [verweerder], ik wachte gister op u!
[Klager]: Hoe is het gegaan?
[Verweerder]: Goedemorgen [klager], gisteren verliep m’n dag anders dan gepland. Ik bel je aan het einde van de middag, zo mogelijk eerder…
28-08-2020
[Klager]: Dag [verweerder].
[Klager]: Ik heb nog geen mail van u gekregen!
[Verweerder]: Beste [klager], ik heb gisteren een onfortuinlijk ongelukje gehad. (…) Ik moet het tot na het weekend rustig aandoen, maar het gaat al weer prima en zal kijken of ik het in het weekend kan afmaken voor je.
04-09-2020
[klager]: Dag meneer hoe is het nou? Weet u al meer?
07-09-2020
[Verweerder]: Goedemorgen [klager], ik kom vanmiddag op de zaak bij je terug. Tot straks…
08-09-2020
[Verweerder]: Goedemiddag [klager], ik ben nog bezig om te achterhalen of er al een zittingsdatum bekend is. Ogenblikje nog…
09-09-2020
[Verweerder]: Het is erg vervelend maar ik krijg nog steeds geen duidelijkheid van de Rechtbank. Heb vanochtend weer gebeld en krijg een algemeen verhaal over schaarse zittingsruimte en wachttijden…
28-09-2020
[Klager]: Goedemorgen [verweerder]
[Klager]: Hoe staan er ervoor?
[Klager]: Stuurt u mij de zaaknummer nog op?!
[Verweerder]: Hoi [klager], ik heb vandaag en woensdag cursus (bijscholing), dus ik kom morgen bij je op de zaak terug. Ik kijk meteen post en rol na. Je hoort van mij.
29-09-2020
[Klager]: ???
30-09-2020
[Verweerder]: Goedemorgen [klager], ik dacht maandag dat ik dinsdag op kantoor zou zijn, maar het liep ietwat anders (huiszoeking en toetsing RC met aansluitend verhoor cliënt). Ik heb nu cursusdag 2 en zie pas morgenmiddag dat ik gelegenheid heb om te informeren.
01-10-2020
[Klager]: [Verweerder] stuurt u mij vandaag de zaaknummer op. Ik wacht er op.
[Verweerder]: Hoi [klager], ik vertrek nu uit Vught… Onderweg zal ik wat belletjes gaan plegen. Tot later…
27-10-2020
[Klager]: Dag [verweerder] 23ste is voorbij. Ik hoor niks van u?!!!
[Verweerder]: Goedemiddag [klager], ik heb maandag nog gekeken op de rol, maar deze was nog niet bijgewerkt. Vandaag ben ik niet in staat om te kijken omdat ik onderweg ben. Morgenochtend kan ik je meer zeggen.
28-10-2020
[Verweerder]: Goedemorgen [klager], de rol zal in de loop van vandaag zijn bijgewerkt. Ik zal tussen 13:30 en 15:00 checken en dan bij je terug komen…
[Verweerder]: Net voor de derde keer gekeken, maar ik zie nog geen wijzigingen. Ik moet nu terug naar Noord Holland vanuit Sittard en ga morgen weer inloggen…
30-10-2020
[Verweerder]: Goedemorgen [klager], jouw zaak staat thans voor ‘beraad’, dat betekent in feite dat het dossier bij de rechter op z’n bureau ligt om de verdere voortgang te bepalen. Ik verwacht snel een bericht. Wanneer dat gebeurd zal ik je meteen informeren.
06-11-2020
[Klager]: Dan [verweerder]. Nog niks gehoord?
[Verweerder]: Hoi [klager], ik ben tot maandag afwezig. Ik kom dus maandag ff bij je terug.
09-11-2020
[Verweerder]: Goedenmiddag [klager], er zat niets in de post tot vandaag. Ik wil donderdag (is roldag) nog ff afwachten. Vrijdag kan ik dan zien of er iets in de zaak is beslist (instructie rechter). Ik heb dan vrijdag aan het einde van de ochtend contact met je.
16-11-2020
[Verweerder]: Goedemorgen [klager], afgelopen vrijdag was de rol nog niet bijgewerkt. Ik hou het vandaag in de gaten en kom dan bij je terug.
20-11-2020
[Klager]: Al iets gehoord [verweerder]?
[Verweerder]: [Klager], ik ben ziek. Ik denk wel weer maandag op kantoor te zijn en neem dan contact met je op…
25-11-2020
[Klager]: Dag [verweerder] stuurt u mij de zaak nummer en kenmerk op? Ik wacht er nu op. Bedankt.
[Verweerder]: [Klager], ik heb vernomen dat we morgen bericht mogen verwachten. Dat betekent dat ik je in de loop van vrijdagochtend kan zeggen hoe of wat…Ik bel je zodra ik in het systeem kan zien wat de stand van zaken is.
[Klager]: Oke, maar als het vrijdag weer niks word wil ik zaaknummer en kenmerk. Die heb ik ook nooit gezien, dus die wil ik graag.
27-11-2020
[Klager]: Heeft u bericht ontvangen?
[Verweerder]: Hoi [klager], vanochtend was de rol nog niet bijgewerkt, terwijl de papieren rolberichten over de post altijd een paar dagen later zijn. 
04-12-2020
[Verweerder]: Ik zal in ieder geval de meest recente info hebben over de stand van zaken. De nieuwe rolstand wordt vanmiddag nl. zichtbaar….
[Verweerder]: In je zaak zal pas (vermoedelijk) vandaag een instructie van de kantonrechter volgen. Die zal ik je hoogstwaarschijnlijk vanmiddag kunnen mededelen.
[Verweerder] (…) Omdat ik bijna 3 dagen niet op kantoor ben geweest, zal ik zondag naar kantoor moeten en kan ik je berichten. Vind je het erg om zondag van mij te horen?
09-12-2020
[Klager]: Ik heb zondag niks gehoord van u!!
[Verweerder]: Hoi [klager], ik heb zondag mijn rust genomen en ben niet meer op kantoor geweest. Ik ben bij het CBR in Rijswijk, ga terug naar kantoor en zal daarna contact met je opnemen…Tot straks …
[Verweerder]: Hoi [klager], ik stond vast op de A10 richting Volendam en heb de route naar huis gekozen. Even uit mijn hoofd, we hebben instructie gekregen om akte te nemen. Ik heb ook begrepen dat het Corona protocol van de Rechtbank voorschrijft dat via Skype partijen worden gehoord. (…) Ik heb ik persoonlijk contact met de griffier al laten weten dat mijn voorkeur uit gaat naar een persoonlijke verschijning. 
10-12-2020
[Klager]: [Verweerder] heeft u al bericht gekregen per post? 
15-12-2020
[Klager]: [Verweerder] ik wacht nog op uw belletje???!!!
[Verweerder]: Ik kon niet goed zien welke dienst je had… Toen ik wilde bellen zag ik dat je niet online was geweest sinds de vorige dag, dus dacht ik dat je sliep en nachtdienst had.
[Klager]: U kunt toch Zowiezo niet zien welke dienst ik heb.!! (…) U zou mij toch 10 dec bellen rond 10:00. Ik begrijp het niet. Als ik geen contact opneem met u, hoor ik ook niks meer van u. 
[Klager]: U kunt me nu ook bellen. U zou post krijgen. We zijn 5 dagen verder en ik heb nog steeds niks gehoord. Dit is altijd het geval.
[Klager]: Ik begrijp dat u meerdere klanten heb, maar dit slaat nergens op.
[Klager]: En waarom stuurt u mijn zaaknummer en kenmerk niet op. Ik heb het al meerdere keren gevraagd.!!!!
24-12-2020
[Klager]: [Verweerder]?
[Klager]: Waarom hoor ik niks van u?
[Verweerder]: Hoi [klager], ik stel voor dat we maandag contact hebben, want ik heb deze week vrijaf. Maandag ben ik na 10 uur telefonisch bereikbaar. Ik neem dan ff de stand van zaken met je door.
28-12-2020
[Verweerder]: Goedemiddag [klager], in jouw zaak heb ik de rol geraadpleegd. Nadat ik de vordering heb geactualiseerd is de zaak voor beraad aangehouden. Dit betekent bij de huidige stand van zaken dat we in afwachting zijn op een zittingsdatum. In verband met de vakantieperiode (kerstreces) verwacht ik pas in de loop van volgende week hierover bericht te ontvangen. Ter voorbereiding op de zitting wil ik je deze week alvast een opzet sturen van de standpunten die wij hebben ingenomen en zullen verdedigen.
04-01-2021
[Klager]: Dag [verweerder], u gaat een opzet sturen en mij bellen toch?
[Verweerder]: Klopt, helaas heb ik het voor oud en nieuw niet af gekregen. Ik heb het nu voor morgen in de agenda staan. Tot morgen dus…
07-01-2021
[Klager]: [Verweerder], ik wacht nog steeds op uw opzet. U ging mij bellen toch?
[Verweerder]: Hoi [klager], naar het zich laat aanzien is het relaas morgen pas gereed.
08-01-2021
[Verweerder]: Hoi [klager], vind je het een probleem wanneer ik je vanavond mail. Ik ben op zich klaar, maar wil nog ff de jurisprudentie nalopen.
[Verweerder]: Goedenavond [klager], het is laat geworden. Heb de meest relevante uitspraken verzameld en zal ze morgen in een overzicht toevoegen aan het relaas.
11-01-2021
[Verweerder]: Ik loop achter op de planning omdat een cliënte zonder afspraak verscheen. Komt sowieso vanmiddag.
18-01-2021: [Klager]: Er is weer een week voorbij na uw laatste App aan mij. Wanneer krijg ik de mail en hoe zit het met de zitting?!!
20-01-2021
[Verweerder]: Goedemorgen [klager], met betrekking tot de stand van zaken werd mij verzocht om morgenmiddag terug te bellen, hetgeen ik heb geagendeerd. Het relaas dat je nog tegoed hebt zal ik je ook morgen toezenden. Ik heb afgelopen maandag cursus arbeidsrecht gevolgd en wil hieruit nog wat dingen halen en meenemen in mijn opstelling.
04-02-2021
[Klager]: Er zijn nu weer 2 weken voorbij na u app naar mij waarin u verteld over uw cursus en mail die u zal mailen naar mij????!!!
[Klager]: Wilt u mij wel helpen eigenlijk???
04-02-2021
[Verweerder]: Goedenmiddag [klager], je hebt gelijk. De tijd gaat snel. Ik ben vorige week door m’n rug gegaan en heb zware pijnstilling, waardoor ik ietwat suf ben. Ik heb het grotendeels klaar en ga je morgenochtend presenteren wat ik heb gemaakt. Sorry voor de vertraging en natuurlijk help ik je. Dat is mijn opdracht.
05-02-2021
[Verweerder]: Goedemiddag [klager], ik heb vandaag Schiphol piket. (…) Ik ben nog niet op kantoor geweest en moet je aangeven dat ik vermoedelijk pas vanavond weer een laptop zie.
10-02-2021
[Verweerder]: Goedemiddag [klager], naar het zich laat aanzien (ik had nog wat dingen uit te zoeken) zal ik vanavond je kunnen berichten. 
[klager]: Oke voor zover de email, maar heeft u al bericht gekregen van de rechtbank?
11-02-2021
[Verweerder]: [Klager], vandaag is roldag. In beginsel zal ik morgenmiddag de bijgewerkte rol kunnen zien. Laten we hopen dat ik je een zittingsdatum kan zeggen.
15-02-2021
[Klager]: ???
[Verweerder]: Goedenmiddag [klager], vrijdag was de rol nog niet bijgewerkt. Vanochtend was de griffie gesloten vanwege code rood. Het wordt dus morgenochtend
16-02-2021
[Verweerder]: [Klager], ik ga nu naar huis. Ik heb de rol een aantal keer bekeken, maar deze werd tot nu toe niet bijgewerkt. Ik heb gebeld en te horen gekregen dat dit ieder moment kan gebeuren. Ik houd je op de hoogte…
26-02-2021
[Verweerder]: Goedemiddag [klager], ik heb op de rol gezien dat de zaak nog steeds staat voor dagbepaling. Ik heb begrepen dat de zittingsdatum vermoedelijk naar woensdag 2 juni in de ochtend zal gaan. Een definitieve oproep met tijdstip zal volgen wanneer de agenda wordt gefinaliseerd. (…) Ik houd de druk erop en zal dinsdag navraag doen naar het tijdstip.
03-03-2021
[Klager]: Hoe was de navraag [verweerder]? 
[Klager]: Hoe staat het met de mail die u mij zou versturen?
[Klager]: U zou een cursus volgen en daarna mij een mail sturen??!!!
[Verweerder]: Hi [klager], de cursus arbeidsrecht bestaat uit 4 dagdelen. Vrijdag heb ik het laatste dagdeel en kan ik de laatste stand van zaken in het relaas verwerken. Ik verwacht dit maandag dan te kunnen realiseren. Er is nog geen tijdstip bekend gemaakt.
19-04-2021
[Klager]: ?????
[Verweerder]: Hoi [klager], gisteren liep het uit en was ik pas om half zeven ’s avonds thuis. 
2.13    Bij e-mail van 26 april 2021 heeft verweerder klager een concept van een akte toegestuurd met de mededeling dat hij de akte binnen twee weken bij de rechtbank wilde indienen.
2.14    Op 24 mei 2021 heeft verweerder klager per e-mail een derde concept van een akte toegestuurd, met daarbij de mededeling dat hij voornemens was de akte op 27 mei 2021 te nemen.
2.15    Klager en verweerder hebben vervolgens via Whatsapp onder meer de volgende berichten naar elkaar gestuurd:
31-05-2021
[Klager]: Dag [verweerder]
[Klager]: Hoe staat het ervoor?
[Klager]: U had gezegd dat u donderdag daadwerkelijk de akte wil nemen.
[Verweerder]: Hoi [klager], ik kom morgenmiddag terug bij je, omdat ik vandaag niet op kantoor ben.
01-06-2021
[Verweerder]: [Klager], ik ben vanochtend gevaccineerd, maar ben er ziek van geworden, koud en rillerig. Ik ga kijken ik mij morgen beter voel… dan kom ik uiteraard bij je terug…
09-06-2021
[Verweerder]: Hoi [klager], ik ben nog niet volledig hersteld en nog niet werkzaam. Het gaat wel wat beter met mij. Ik werd genoodzaakt even wat rust in te bouwen. Ik verwacht vrijdag weer op kantoor te zullen zijn. De akte werd die donderdag genomen. Ik stel voor dat ik zodra ik weer op kantoor ben je bel en informeer omtrent de stand van zaken, ontvang je ook de akte, waarvan de tekst gelijk is aan het goedgekeurde concept.
28-06-2021
[Klager]: Dag [verweerder], wat zijn de vervolgstappen na dat u verhinderdata heb opgegeven?
29-06-2021
[Klager]: Krijg ik nog antwoord?
[Verweerder]: (…) Maar na donderdag zal en dagbepaling volgen. Dat betekent dat er een concrete zittingsdatum zal worden vastgesteld. Dit (dagbepaling) zal binnen 2-4 weken volgen. Ik houd je op de hoogte van de ontwikkelingen. Ik heb dit overigens allemaal ook aan je broer uitgelegd, maar doe het graag ook nog een keer rechtstreeks naar jou.
02-09-2021
[Klager]: Dag [verweerder]
[Klager]: We zijn weer 3 maanden verder. U zei dat we een zittingsdatum gaan krijgen. U brengt mij weer niet op de hoogte.
[Verweerder}: Hoi [klager], (…) Ik ben nog in afwachting van bericht, daarom heeft je broer niets van mij gehoord. Ik ga morgenochtend bellen en neem daarna contact met je op.
03-09-2021
[Verweerder]: Goedemiddag [klager], ik heb zojuist navraag gedaan over of de advocaat van [de voormalig werkgever] inmiddels heeft laten weten of hij op een van de aangeboden data kan en dat werd bevestigd. De afdeling planning gaat mij spoedig berichten. Ik ga ervan uit dat dit maandag of dinsdag gebeurd. Ik houd je op de hoogte.
09-09-2021
[Klager]: Dag [verweerder]
[Klager]: Nog niks gehoord van planning?
[Verweerder]: Goedemorgen [klager], heb gisteren nog geïnformeerd en ik kreeg terug dat het ieder moment bekend zal worden gemaakt. Heb gevraagd nog deze week, en dat werd bevestigd. Ik hoop je vandaag of morgen de zittingsdatum te kunnen zeggen.
[Klager]: Wanneer schat u nu dat de zittingsdatum plaats vindt? Okt, nov?
[Verweerder]: Ik schat in 3e of 4e week oktober.
10-09-2021
[Verweerder]: Hoi [klager], ik heb net met de griffier gebeld of er al duidelijkheid bestaat omtrent de zittingsdatum. Maandag krijg ik bericht. Dus maandag hoor je van mij welke datum bepaald is.
13-09-2021
[Klager]: Ik kan niet wachten om de zittingsdatum te horen vandaag.
[Klager]: als iets gehoord.
[Verweerder]: Sorry, ik verwacht van wel, maar ben vandaag niet op kantoor… Ik zal je morgenochtend laten weten…
[Klager]: Het maakt toch niet uit of u op kantoor bent?
[Klager]: Kan het gewoon volgen via mail toch?
[Verweerder]: Ik bedoel dat ik niet heb kunnen zien of er een oproep binnen is gekomen via de post. De rechtbank doet dit namelijk per post…
14-09-2021
[Verweerder]: Goedemiddag [klager], ik heb contact met planning gehad en jouw zaak staat voor 18 november a.s. in de ochtend gepland. Het exacte tijdstip zal later nog bekend worden gemaakt in de oproeping. De zaak is weer in beweging.
14-10-2020
[Klager]: Dag [verweerder], al iets over tijd gehoord? Wat is de status? Wanneer kunnen we afspreken?
[Verweerder]: Hoi [klager], ik heb de oproep nog niet binnen en ik hoorde net dat het zittingsrooster voor die dag nog niet definitief is. Volgende week zal dit moeten plaatsvinden. Ik stel voor dat we begin november even samenkomen.
25-10-2021
[Klager]: [Verweerder] laat u me vandaag weten hoe en wanneer?
[Verweerder]: Hoi [klager] vandaag of uiterlijk morgen laat ik het je weten, afhankelijk wanneer ik zelf duidelijkheid krijg.
16-11-2021
[Klager]: Dus wat u zegt is dat donderdag 18 nov de zitting niet doorgaat (…)?!
[Klager]: Dit kon u mij ook vorige donderdag vertellen toch?!!!
[Klager]: Waarom moet ik het vragen voor u mij iets verteld.???!!!
[Verweerder]: [Klager], die donderdag waren er alleen geruchten over de nieuwe coronamaatregelen en pas vrijdag avond kregen we te horen van Rutte en De Jonge welke maatregelen zouden gelden. Op donderdag kon ik werkelijk niets zinnigs zeggen. Ik snap dat de onzekerheid teleurstellend is. Het zijn in essentie nare (onzekere) tijden en de telkens wisselende overheidsmaatregelen spelen ons helaas parten. Ik denk er over na om de kantonrechter te vragen om de zaak maar schriftelijk uit te procederen, dus zonder een zitting. Dit zou betekenen dat de wederpartij nog een keer mag reageren en jij nog een keer daarop mag reageren en daarna vonnis wordt gewezen. Dan voorkomen we dit soort ellende. Ik moet vrezen dat de zitting donderdag niet door gaat. Hoe staat jij tegenover repliek en dupliek (schriftelijk uitprocederen) of wil je alsnog een datum?
[Verweerder]: Mij werd zojuist bevestigd dat de zitting in verband met de aangescherpte maatregelen geen doorgang kan vinden omdat er minder zittingen per dagdeel; gepland kunnen worden. Partijen worden uitgenodigd over de maanden december en januari hun verhinderdata op te geven voor het plannen van een nieuwe zittingsdatum. Aangezien schriftelijk uitprocederen vermoedelijk even lang zal duren als de route van een zitting, adviseer ik vanwege de onzekerheden ten aanzien van toekomstige coronamaatregelen de schriftelijke route die ik hierboven heb omschreven te kiezen.
[Klager]: Het kan toch ook via zoom?
[verweerder]; Aan het begin van de Coronacrisis hebben ze inderdaad via telehoren (…) zittingen afgewikkeld. Ik zal morgenochtend nagaan of dat ook een optie is. je hoort morgen van mij …
17-11-2021
[Klager]: En?
18-11-2021
[verweerder]: Goedemorgen [klager], ik kan het je helaas nog niet zeggen. Ik ben in afwachting van instructies.
03-01-2022
[Klager]: Al iets gehoord [verweerder]?
[Verweerder]: Hoi [klager], ik heb de zaak voor vrijdag (einde week) in de agenda staan om te checken indien ik het niet eerder heb gehoord van de Rechtbank.
07-01-2022
[Verweerder]: Hoi [klager] ik heb net zittingsvoorbereiding gebeld en er werd aangegeven dat ze er nog mee bezig zijn om de zittingsdatum te plannen.(…) Mij werd gezegd dat in week 2 er berichten uitgaan.
18-01-2021
[Klager]: Dag [verweerder] zijn er geen berichten uitgegaan in week 2?
[Verweerder]: Hoi [klager], ik kom net uit zitting die een uur later dan gepland aanving… Ik probeer nog ff met planning te bellen… Je hoort zo…
[Verweerder]: De medewerker die ik moet hebben werkt van huis uit en heb een 06 nr. gekregen. Heb een voicemail ingesproken.
19-01-2022
[Verweerder]: (…) De planning wacht op fiat van de kantonrechter. De rechter moet nog de te verwachten duur van de zitting bepalen, zodat de planning daarmee rekening kan houden, werd mij uitgelegd.
21-01-2022
[Verweerder]: Hoi [klager], ik heb net vernomen dat de zitting kan worden gepland op 10 maart 2022 in de middag. Ik heb meteen aangegeven dat wij kunnen. Klopt toch? Het tijdstip wordt nader bekend gemaakt. Ook de gemachtigde van de wederpartij wordt deze datum voorgehouden. Ik hoop spoedig de oproeping te ontvangen.
08-02-2022
[Klager]: Heeft u al een tijdstip doorgekregen voor 10 maart?
[Verweerder]: Hoi [klager], ik verwacht de oproep ongeveer 4 weken voor de zitting. 
22-02-2022
[Klager]: Het is 2 weken geleden dat ik u sprak.
[Klager]: Nog steeds geen tijd binnen gekregen????!!!!
[Klager]: Dus 10 maart gaat ook niet door??
[Klager]: 4 weken voor zitting een tijdstip toch??
23-02-2022
[Verweerder]: Goedemiddag [klager], ietwat later dan ik kon vooruitzien… Ik heb in het contact alleen een algemeen antwoord gekregen op mijn vraag. Ze hebben te maken met onderbezetting door ziekte (omicron) en ik moet morgenochtend terugbellen, dus dat ga ik morgen doen.
25-02-2022
[Klager]: ???
[Klager]: Heeft u ze al terug gebeld?
[Verweerder}: Hoi [klager], ik heb gisteren en vandaag gebeld. Het eindigde met een terugbel verzoek. (…) Ik neem aan dat we een nieuwe datum krijgen en gelijk een tijdstip. Er is sprake geweest van een achterstand van 2 weken door onderbezetting van de griffie…
01-03-2022
[Verweerder]: Hoi [klager], ik ben er net voor vijven in geslaagd om met een medewerker te spreken en haar te vragen wanneer de zitting nu zal zijn. Helaas kreeg ik geen concrete datum te horen, maar het zich laat aanzien dat in week 13 of 14 de zitting in de zaak zal worden gepland.
[Klager]: Geen datum en geen tijdstip. Waar slaat dit op?
04-03-2022
[Verweerder]: Hoi [klager], ik krijg net te horen dat donderdag 2 april 2022 in de middag een optie is voor jouw zaak. Schikt deze datum? Ik hoor het graag maandag zodat ik dat kan terugkoppelen.
[Klager]: Natuurlijk schikt dat!!!
07-03-2022
[Verweerder]: Goedemorgen [klager], ik zal de Rechtbank bevestigen dat je beschikbaar bent . Het tijdstip zal nader bepaald worden. Hierover krijgen we in de loop van deze week bericht.
30-03-2022
[Klager]: [Verweerder] heeft u al bericht? Ik hoor niks van u?
[Verweerder]: Hoi [klager], je hoort morgen rond 11 uur van mij, want dan kan ik pas navraag doen. Heb het telefonisch vandaag 2x geprobeerd, maar moet morgen terugbellen.
01-04-2022
[Verweerder]: Goedenmiddag [klager], de zittingsdatum is nog steeds gepland op 28 april a.s. Het tijdstip volgt z.s.m. Je hoort volgende week nader van mij…
08-04-2022
[Klager]: Heeft u al bericht?
[Verweerder]: Hoi [klager], ik moet het antwoord tot maandag schuldig blijven. Gisteren nog niet. Vandaag heb ik cursus en afwezig.
12-04-2022
[Klager]: [Verweerder] waarom heb ik nog geen antwoord gehad van u. Het is weer woensdag he.
[Klager]: Ik wil u morgen telefonisch spreken.
13-04-2022
[Verweerder]: Goedemorgen [klager], ik bel je rond 15 uur. Schikt dat?
[Klager]: Ik wacht om 15 uur. Ik ben niet blij. Belachelijk dat het na 4 jaar steeds worst uitgesteld.
[verweerder]: Hoi [klager], ik ben weer op kantoor. Ik ga zo bellen met planning en hoor hopelijk dan welk tijdstip in de middag we worden opgeroepen.
[Klager]: Ze moeten vandaag echt tijdstip geven. We moeten nog 1 keer afspreken voor de zitting.
[Verweerder]: Komt goed, we hebben nog 2 weken.
21-04-2022
[Verweerder]: Goedemorgen [klager], ik heb geïnformeerd bij de griffier en deze heeft mij gezegd dat het wachten is op een bericht in een van die andere zaken die ook in de middag van de 28e gepland staan. Mogelijk valt er een zaak weg omdat in die zaak partijen een schikking hebben getroffen. In dat geval is het probleem opgelost.
26-04-2022
[Verweerder]: Hoi [klager], ik heb net gebeld over het tijdstip en krijg te horen dat de middag zitting vol is en in die andere zaak geen schikking werd bereikt. Kreeg vervolgens bijna ruzie waarom dit zo laat wordt aangegeven en ik er zelf achteraan moet telkens, bovendien ik een cliënt heeft die verwacht dat hij donderdag een zitting heeft.
[Klager]: Ik ben echt sprakeloos.
[Verweerder]: Ja, snap ik… Echt gestuntel van de planning….
2.16    Op 18 mei 2022 heeft de huidige advocaat van klager de deken meegedeeld dat zij het vermoeden heeft dat verweerder het heeft doen voorkomen dat er een procedure aanhangig was bij de kantonrechter, terwijl er in werkelijkheid nog geen dagvaarding is uitgebracht.
2.17    Bij e-mail van 23 mei 2022 heeft verweerder de advocaat van klager een link gestuurd naar de dossierstukken van klager en haar meegedeeld dat er nog geen procedure aanhangig is gemaakt.
De zaak Porto B.V.
2.18    Op 30 mei 2022 heeft de deken naar aanleiding van de gang van zaken in het dossier van klager een bezoek gebracht aan het kantoor van verweerder. De deken heeft verweerder naar aanleiding van dat bezoek geadviseerd om een coach in te schakelen. Dat heeft hij gedaan.
2.19    Op 8 juni 2022 heeft verweerder op verzoek van de deken verschillende door de deken geselecteerde dossiers aan de deken toegestuurd. Eén van die dossiers was het dossier Porto B.V. In dit dossier heeft verweerder op 3 december 2021 de opdracht aangenomen om een koopovereenkomst op te maken voor de verkoop van alle aandelen van Porto B.V. aan mevrouw A. Verweerder had eerder voor Porto B.V. verweer gevoerd in een huurincassoprocedure. De opdrachtgever voor de koopovereenkomst is blijkens de opdrachtbevestiging en de gelijktijdig verzonden voorschotdeclaratie de heer W. Op 4 december 2021 heeft verweerder per e-mail een conceptkoopovereenkomst aan de heer W gestuurd. In deze concept koopovereenkomst is Porto B.V. aangeduid als verkoper.
2.20    Porto B.V. is op 30 november 2021 failliet verklaard. Bij e-mail van 30 juni 2022 heeft de curator in het faillissement van Porto B.V. de deken onder meer meegedeeld dat de aandelen van Porto B.V. volgens een onderhandse akte in augustus 2021 zijn overgedragen aan een katvanger en dat de levering van de aandelen aan de katvanger pas na het uitspreken van het faillissement heeft plaatsgevonden. De curator sluit niet uit dat de overeenkomst strekkende tot overdracht van de aandelen in Porto B.V. is geantedateerd. 

3    KLACHT
3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven in, dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat hij klager in de waan heeft gelaten dat er een procedure bij de rechtbank aanhangig was gemaakt, terwijl dat in werkelijkheid niet het geval was. Klager heeft hierdoor aanzienlijke financiële schade geleden.

4    BEZWAAR
4.1    Het bezwaar houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. De deken verwijt verweerder het volgende.
a)    Verweerder heeft klager gedurende ruim twee jaar in de waan gelaten dat er een procedure aanhangig was bij de kantonrechter over een loonvordering, terwijl in werkelijkheid de dagvaarding niet was uitgebracht. Hierdoor heeft verweerder de kernwaarde integriteit (artikel 10a lid 1 sub d Advocatenwet) geschonden.
b)    Verweerder heeft in de zaak Porto B.V. diverse verplichtingen uit hoofde van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (hierna: Wwft) niet nageleefd en meegewerkt aan een ongebruikelijke transactie. Ook heeft verweerder in dit dossier de kernwaarden integriteit (artikel 10a lid 1 sub d Advocatenwet) en deskundigheid (artikel 10a lid 1 sub c Advocatenwet) geschonden. 

5    VERWEER 
5.1    Verweerder heeft tegen de klacht en het bezwaar verweer gevoerd. De raad zal hierna, waar nodig, op het verweer ingaan.

6    BEOORDELING
De klacht en bezwaaronderdeel a)
6.1    Verweerder erkent dat hij klager in de waan heeft gebracht dat hij een procedure aanhangig had gemaakt tegen de voormalige werkgever van klager, terwijl dat in werkelijkheid niet zo was, en klager lange tijd in deze waan heeft gelaten. Verweerder had veel eerder de hoogste prioriteit aan de zaak van klager moeten geven, maar daarin is hij tot zijn spijt niet geslaagd. Hij heeft hierover zijn spijt betuigd aan klager, aldus verweerder.
6.2    De raad overweegt als volgt. Verweerder heeft onomwonden erkend dat hij klager in de waan heeft gebracht en lange tijd heeft gelaten dat hij namens klager een procedure aanhangig had gemaakt terwijl dat niet zo was. Verder is niet in geschil dat verweerder wist dat klager in een kwetsbare financiële positie verkeerde, dat hij wist dat de gezondheid van zijn cliënt te lijden had onder de kwestie en dat verweerder zich bij dit alles – op vragen van klager naar de stand van zaken – jarenlang heeft bediend van talloze leugens. Hierdoor heeft verweerder niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt en heeft hij de kernwaarde integriteit geschonden. De klacht en bezwaaronderdeel a) zijn gegrond.
Bezwaaronderdeel b)
6.3    De deken heeft aan dit bezwaaronderdeel het volgende ten grondslag gelegd. De Wwft is gelet op artikel 1a lid 4 onder c sub iv Wwft van toepassing op het geven van advies of het verlenen van bijstand bij het verkopen van aandelen in vennootschappen. Verweerder heeft in de CCV 2021 aangegeven dat hij geen Wwft-zaken behandelt. Verweerder heeft weliswaar de identiteit van de cliënt vastgesteld, maar niet is gebleken dat hij anderszins een cliëntonderzoek heeft verricht als bedoeld in artikel 2a lid 1 Wwft. Ook heeft hij geen risicoprofiel als bedoeld in artikel 3 lid 2 sub d en lid 8 Wwft vastgesteld. Niet is gebleken dat verweerder onderzocht heeft of er sprake is van een ongebruikelijke transactie in de zin van artikel 16 Wwft, terwijl er daarvoor wel degelijk indicatoren waren; de koper was immers een Bulgaarse vrouw zonder enige kennis van of ervaring met de activiteiten van de onderneming, het was een spoedklus die binnen een dag gereed moest zijn, tegen de vennootschap liep een procedure waarbij verweerder betrokken was, er werd geen boekenonderzoek gedaan met betrekking tot de koop van de aandelen en de koopsom was bepaald op € 3.000,- voor welk bedrag in het dossier geen enkele onderbouwing is aangetroffen. Verweerder heeft voorts geen maatregelen genomen om de risico’s op witwassen en financieren van terrorisme vast te stellen en te beoordelen zoals bedoeld in artikel 2b lid 1 Wwft. Porto B.V. was ten tijde van het opmaken van de conceptkoopovereenkomst al failliet verklaard. De curator heeft geconstateerd dat er geen administratie aanwezig is en heeft verklaard dat er sprake is van een fraude faillissement, dat met de vennootschap op grote schaal BPM- en BTW-fraude is gepleegd. Verweerder heeft in strijd met artikel 16 Wwft deze ongebruikelijke transactie niet gemeld aan de Financiële inlichtingen eenheid (FIU), aldus nog steeds de deken.
6.4    Verweerder voert aan dat hij zich er niet van bewust was dat de Wwft van toepassing zou kunnen zijn op de zaak Porto B.V. Als hij zich daar wel van bewust was geweest, dan zou hij tot de conclusie zijn gekomen dat de Wwft niet van toepassing was en dat er geen sprake was van een ongebruikelijke transactie. Op de conceptkoopovereenkomst die verweerder voor de heer W had gemaakt stond namelijk de verkeerde naam als verkopende partij, zodat met die overeenkomst nooit het beoogde doel – het verkopen van aandelen – zou kunnen worden bereikt. De Wwft was daarom volgens verweerder niet van toepassing. Ook was er geen sprake van een ongebruikelijke transactie. Het is onjuist dat de koopster geen kennis of ervaring had met de activiteiten van Porto B.V. Dat de koopster uit Bulgarije kwam is niet per definitie verdacht. Verweerder had geen aanleiding om te twijfelen aan de identiteit van de partijen bij de koopovereenkomst. Het was inderdaad een spoedklus en verweerder had daar tijd voor. Dat er geen boekenonderzoek is gedaan komt doordat er eerder al een mondelinge koopovereenkomst was gesloten. Ten tijde van het opmaken van de conceptkoopovereenkomst was verweerder er niet van op de hoogte dat Porto B.V. failliet was verklaard. Hij denkt dat de heer W dat toen ook niet wist. Bovendien kunnen aandelen van een failliete vennootschap ook verkocht worden. De notaris die met de (aangepaste) koopovereenkomst aan de slag is gegaan was kennelijk ook van oordeel dat er geen sprake was van een ongebruikelijke transactie want die heeft daarvan ook geen melding gedaan. Het enige verwijtbare is dat verweerder geen Wwft-beleid heeft, aldus verweerder.
6.5    De raad overweegt als volgt. De Wwft is gelet op artikel 1a lid 4 onder c sub iv Wwft van toepassing op het als advocaat advies geven of bijstand verlenen bij het verkopen van aandelen in vennootschappen. De Wwft is dan ook van toepassing op de zaak Porto. B.V. Dat verweerder in de conceptkoopovereenkomst een verkeerde naam als verkopende partij heeft vermeld doet hieraan niet af. Niet is in geschil dat verweerder geen cliëntenonderzoek heeft gedaan als bedoeld in artikel 2a lid 1 Wwft en geen risicoprofiel als bedoeld in artikel 3 lid 2 sub d Wwft en artikel 3 lid lid 8 Wwft heeft vastgesteld. Evenmin is in geschil dat verweerder niet heeft onderzocht of er sprake was van een ongebruikelijke transactie als bedoeld in artikel 16 Wwft. Met de deken is de raad van oordeel dat daarvoor wel degelijk indicatoren waren. Ook is niet in geschil dat verweerder geen maatregelen heeft genomen om zijn risico’s op witwassen en financieren van terrorisme vast te stellen en te beoordelen als bedoeld in artikel 2b lid 1 Wwft en hij de ongebruikelijke transactie in strijd met artikel 16 Wwft niet heeft gemeld aan de FIU terwijl hij dat wel had moeten doen. Op de zitting van de raad heeft verweerder verklaard dat hij dit alsnog zal doen. 
6.6    De conclusie uit het voorgaande is dat verweerder verschillende bepalingen uit de Wwft niet heeft nageleefd en heeft meegewerkt aan een ongebruikelijke transactie. Hiermee heeft verweerder tevens de kernwaarden integriteit en deskundigheid geschonden. Ook bezwaaronderdeel b) is daarom gegrond.
    
7    MAATREGEL
7.1    Verweerder heeft het tegenover klager gedurende (in ieder geval) ruim twee jaar doen voorkomen alsof er een procedure aanhangig was terwijl dat in werkelijkheid niet zo was. Hiermee heeft verweerder de kernwaarde integriteit in grove mate en gedurende langere tijd geschonden. De integriteit van een advocaat is een belangrijke, zo niet de belangrijkste, kernwaarde van de advocatuur. Ook heeft verweerder hiermee het vertrouwen in de advocatuur ernstig geschaad. Wat het des te kwalijker maakt is dat verweerder wist dat klager in een kwetsbare financiële positie verkeerde en de gezondheid van klager te lijden had onder de kwestie en hij de schuld van het stilliggen van de zaak van klager voor een groot deel bij de rechtbank heeft gelegd. Bovendien is het niet de eerste keer dat verweerder het tegenover een cliënt heeft doen voorkomen dat er een procedure loopt, terwijl dat niet zo is. Verweerder is daarnaast meerdere verplichtingen uit de Wwft niet nagekomen waarmee hij de kernwaarden integriteit en deskundigheid heeft geschonden. Verweerder heeft op de zitting van de raad verklaard dat hij inmiddels een coach in de arm heeft genomen en dat hij met haar hulp en begeleiding al veel heeft bereikt, maar de raad heeft er onvoldoende vertrouwen in dat iets dergelijks als in deze zaak aan de orde is niet nog eens zal kunnen gebeuren. Daarbij speelt mee dat verweerder er op de zitting van de raad weinig blijk van heeft gegeven de ernst van zijn handelen werkelijk in te zien en de raad geen inhoudelijke informatie heeft verstrekt over het coachingstraject dat hij volgt. De raad acht het dan ook niet verantwoord dat verweerder nog langer advocaat is. De raad is daarom van oordeel dat de meest vergaande maatregel van schrapping van het tableau de enige passende maatregel is.
7.2    Op de zitting van de raad heeft klager de raad verzocht te bepalen dat verweerder de door klager in zijn spreekaantekeningen genoemde bedragen aan klager vergoed. Voor zover klager daarmee heeft bedoeld een verzoek om schadevergoeding in te dienen als bedoeld in artikel 48b lid 1 Advocatenwet overweegt de raad dat de mogelijkheid tot toewijzing van een schadevergoeding in het tuchtrecht beperkt is en alleen kan plaatsvinden als de toe te wijzen schadevergoeding tussen klager en verweerder in voldoende mate vaststaat. Dat laatste is niet het geval. De raad zal het verzoek van klager dan ook afwijzen. Een eventueel oordeel hierover is voorbehouden aan de civiele rechter.

8    GRIFFIERECHT EN KOSTENVEROORDELING 
8.1    Omdat de raad de klacht gegrond verklaart, moet verweerder op grond van artikel 46e lid 5 Advocatenwet het door klager betaalde griffierecht van € 50,- aan hem vergoeden binnen vier weken nadat deze beslissing onherroepelijk is geworden. Klager geeft binnen twee weken na de datum van deze beslissing zijn rekeningnummer schriftelijk aan verweerder door.

8.2    Nu de raad een maatregel oplegt, zal de raad verweerder daarnaast op grond van artikel 48ac lid 1 Advocatenwet veroordelen in de volgende proceskosten:
a) € 25,-   reiskosten van klager,
b) € 750,- kosten van de Nederlandse Orde van Advocaten en
c) € 500,- kosten van de Staat. 

8.3    Nu de raad één maatregel oplegt voor de klacht en het dekenbezwaar tezamen ziet de raad aanleiding verweerder ook maar één keer in de proceskosten te veroordelen.

8.4    Verweerder moet het bedrag van € 25,- aan reiskosten binnen vier weken nadat deze beslissing onherroepelijk is geworden, betalen aan klager. Klager geeft binnen twee weken na de datum van deze beslissing zijn rekeningnummer schriftelijk aan verweerder door.
8.5    Verweerder moet het bedrag van € 1.250,- (het totaal van de in 8.2 onder b en c genoemde kosten) binnen vier weken nadat deze beslissing onherroepelijk is geworden, overmaken naar rekeningnummer lBAN: NL85 lNGB 0000 079000, BIC: INGBNL2A, Nederlandse Orde van Advocaten, Den Haag, onder vermelding van “kostenveroordeling raad van discipline" en het zaaknummer.

BESLISSING
De raad van discipline:
-    verklaart de klacht en het dekenbezwaar gegrond;
-    legt aan verweerder de maatregel van schrapping op, ingaande op de tweede dag na het onherroepelijk worden van deze beslissing; 
-    veroordeelt verweerder tot betaling van het griffierecht van € 50,- aan klager;
-    veroordeelt verweerder tot betaling van de reiskosten van € 25,- aan klager, op de manier en binnen de termijn als hiervóór bepaald in 8.4; 
- veroordeelt verweerder tot betaling van de proceskosten van € 1.250,- aan de Nederlandse Orde van Advocaten, op de manier en binnen de termijn als hiervóór bepaald in 8.5.

Aldus beslist door mr. P.M. Wamsteker, voorzitter, mrs. C.C. Oberman, N.M.K. Damen en P.J. Mijnssen en M. Kemmers, leden, bijgestaan door mr. S. el Bouazzati-van Excel als griffier en uitgesproken in het openbaar op 12 december 2022.


Griffier    Voorzitter


Verzonden op: 12 december 2022