ECLI:NL:TADRAMS:2021:290 Raad van Discipline Amsterdam 21-419/A/NH
ECLI: | ECLI:NL:TADRAMS:2021:290 |
---|---|
Datum uitspraak: | 13-12-2021 |
Datum publicatie: | 23-12-2021 |
Zaaknummer(s): | 21-419/A/NH |
Onderwerp: |
|
Beslissingen: | Beslissing op verzet |
Inhoudsindicatie: | De raad verklaart het verzet tegen de voorzittersbeslissing ongegrond. |
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam
van 13 december 2021
in de zaak 21-419/A/NH
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter
van de raad van discipline van 21 juni 2021 op de klacht van:
klager
over:
verweerder
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 9 september 2020 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in
het arrondissement Noord-Holland (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder.
1.2 Op 7 mei 2021 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk ks/ds/1243835 van
de deken ontvangen.
1.3 Bij beslissing van 21 juni 2021 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de
raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Deze beslissing
is op dezelfde datum verzonden aan partijen.
1.4 Op 9 juli 2021 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
De raad heeft het verzetschrift op diezelfde datum ontvangen.
1.5 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 29 oktober 2021. Daarbij
waren klager en verweerder aanwezig.
1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het
verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en
van het verzetschrift.
2 VERZET
2.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in.
2.2 In onderdeel 4.3 van de voorzittersbeslissing staat ten onrechte dat de omgangsregeling
in het voorstel is betrokken. Enkel het hoofdverblijf is echter in dat voorstel benoemd.
De klacht richt zich op het feit dat de omgangsregeling is betrokken in een financiƫle
afwikkeling. Dat is klachtwaardig.
2.3 Tegen de (overige) vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klager
in verzet niet op.
3 FEITEN EN KLACHT
3.1 Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad
naar de beslissing van de voorzitter.
4 BEOORDELING
4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een
gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld
of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als
de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing
heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2 De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet slagen;
de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening
gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Zij heeft de klacht
dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.
4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe
gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De
raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.
BESLISSING
De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.
Aldus beslist door mr. M.V. Ulrici, voorzitter, mrs. R. Lonterman en A.Ch.H. Franken, leden, bijgestaan door mr. W.B. Kok als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 13 december 2021.
Griffier Voorzitter
Verzonden op: 13 december 2021