ECLI:NL:TADRAMS:2021:253 Raad van Discipline Amsterdam 21-770/A/A
ECLI: | ECLI:NL:TADRAMS:2021:253 |
---|---|
Datum uitspraak: | 01-11-2021 |
Datum publicatie: | 11-11-2021 |
Zaaknummer(s): | 21-770/A/A |
Onderwerp: |
|
Beslissingen: | Voorzittersbeslissing |
Inhoudsindicatie: | Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop. |
Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam
van 1 november 2021
in de zaak 21-770/A/A
naar aanleiding van de klacht van:
klager
over:
verweerder
De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna ook: de voorzitter)
heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement
Amsterdam (hierna: de deken) van 20 september 2021 met kenmerk 1370307/EJH/AS, digitaal
door de raad ontvangen op dezelfde datum, en van de op de inventarislijst genoemde
bijlagen 1 tot en met 5.
1 FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht gaat de voorzitter, gelet op het klachtdossier,
uit van de volgende feiten.
1.1 Begin 2010 zijn Sama Vastgoed B.V. (hierna: Sama), Lila Beheermaatschappij
B.V. (hierna: Lila) en klager in privé gedagvaard door de heer K voor de rechtbank
Amsterdam (hierna: de rechtbank). Klager werd verweten dat hij een door hem verhuurde
woning in afwezigheid van de huurder zou hebben ontruimd en de inboedel zou hebben
afgevoerd. Verweerder heeft klager als advocaat bijstaan in deze procedure.
1.2 Op 16 april 2010 is Sama failliet verklaard. De rechtbank heeft de procedure
tegen Sama om die reden geschorst. Op 20 april 2012 heeft de rechtbank eindvonnis
gewezen.
1.3 Bij e-mail van 25 april 2012 heeft verweerder het vonnis van 20 april 2012
aan klager gestuurd. Bij e-mail van 2 mei 2012 heeft klager de ontvangst daarvan aan
verweerder bevestigd.
1.4 Op 22 oktober 2013 heeft verweerder klager gedagvaard in verband met facturen
die nog niet door klager betaald waren. Bij vonnis van 28 maart 2014 heeft de rechtbank
klager bij verstek veroordeeld tot betaling van een bedrag aan verweerder van in hoofdsom
€ 5.490,07.
1.5 Verweerder heeft klager in verschillende e-mails gevraagd aan de veroordeling
te voldoen. Op 24 maart 2021 heeft verweerder het vonnis van de rechtbank van 28 maart
2014 door de deurwaarder aan klager laten betekenen met daarbij een bevel tot betaling.
1.6 Op 31 maart 2021 heeft klager bij de deken een klacht ingediend over verweerder.
2 KLACHT
2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar
heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. Klager verwijt verweerder
het volgende.
a) Verweerder had moeten weten dat klager niet kon worden gedagvaard. Klager kon
als privépersoon niet aansprakelijk gesteld worden omdat een rechtspersoon eigenaar
van de panden was. Verweerder had op dit punt verweer moeten voeren, hetgeen hij heeft
nagelaten.
b) Verweerder heeft nagelaten zijn vordering ter verificatie in te dienen bij de
curator van Sama.
c) Verweerder heeft nagelaten de procedure bij de rechtbank stop te zetten toen
Sama failliet werd verklaard.
3 VERWEER
3.1 Verweerder heeft tegen de klacht verweer gevoerd. De voorzitter zal hierna,
waar nodig, op het verweer ingaan.
4 BEOORDELING
4.1 De voorzitter ziet zich allereerst voor de vraag gesteld of klager kan worden
ontvangen in zijn klacht. Ingevolge artikel 46g lid 1 onder a, Advocatenwet wordt
een klacht niet-ontvankelijk verklaard indien de klacht (bij de deken) wordt ingediend
na verloop van drie jaren na de dag waarop de klager heeft kennisgenomen of redelijkerwijs
kennis heeft kunnen nemen van het handelen of nalaten van de advocaat waarop de klacht
betrekking heeft. De voorzitter dient dit voorschrift ambtshalve toe te passen.
4.2 Vaststaat dat verweerder klager van maart 2010 tot en met april 2012 als advocaat
heeft bijgestaan in het geschil met de heer K. Door pas op 31 maart 2021 over deze
bijstand een klacht in te dienen, heeft klager de termijn van artikel 46g lid 1 onder
a, Advocatenwet ruimschoots overschreden. Van bijzondere omstandigheden om de termijnoverschrijding
verschoonbaar te achten is niet gebleken. De klacht is niet-ontvankelijk.
BESLISSING
De voorzitter verklaart:
de klacht, met toepassing van artikel 46g, lid 1 onder a Advocatenwet, niet-ontvankelijk.
Aldus beslist door mr. C. Kraak, plaatsvervangend voorzitter, bijgestaan door mr. S. el Bouazzati-van Excel als griffier en uitgesproken in het openbaar op 1 november 2021.
Griffier Voorzitter
Verzonden op 1 november 2021