ECLI:NL:TADRAMS:2021:245 Raad van Discipline Amsterdam 21-455/A/A
ECLI: | ECLI:NL:TADRAMS:2021:245 |
---|---|
Datum uitspraak: | 08-11-2021 |
Datum publicatie: | 10-11-2021 |
Zaaknummer(s): | 21-455/A/A |
Onderwerp: |
|
Beslissingen: | Beslissing op verzet |
Inhoudsindicatie: | Ongegrond verzet. |
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam
van 8 november 2021
in de zaak 21-455/A/A
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter
van de raad van discipline van 5 juli 2021 op de klacht van:
klaagster
over:
verweerster
gemachtigde: mr. R. Jonen
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 7 februari 2021 heeft klaagster bij de deken van de Orde van Advocaten in
het arrondissement Amsterdam (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerster.
1.2 Op 20 mei 2021 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk 1337443/EJH/YH van
de deken ontvangen.
1.3 Bij beslissing van 5 juli 2021 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de
raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Deze beslissing
is op 5 juli 2021 verzonden aan partijen.
1.4 Op 7 juli 2021 heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de
voorzitter. De raad heeft het verzetschrift op 7 juli 2021 ontvangen.
1.5 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 27 september 2021. Daarbij
waren klaagster, verweerster en de gemachtigde van verweerster aanwezig.
1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het
verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en
van het verzetschrift met bijlagen. De raad heeft eveneens kennisgenomen van de aanvullende
stukken van klaagster van 8 augustus 2021.
2 VERZET
2.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat de voorzitter
de klacht ten onrechte kennelijk ongegrond heeft verklaard, waarbij voorbij is gegaan
aan de relevantie van de door klaagster genoemde feiten en omstandigheden.
2.2 Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klaagster in verzet
niet op.
3 FEITEN EN KLACHT
3.1 Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad
naar de beslissing van de voorzitter.
4 BEOORDELING
4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een
gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld
of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als
de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing
heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2 De raad is van oordeel dat de door klaagster aangevoerde verzetgronden niet
slagen; de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft
rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Hij of
zij heeft de klacht dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.
Daarbij merkt de raad op dat klaagster over het feit dat verweerster bepaalde stukken
niet aan haar zou hebben toegestuurd pas op 20 mei 2021 (na sluiting van het dekenonderzoek)
heeft geklaagd. De raad heeft deze aanvullende klachten om die reden niet meer in
behandeling kunnen nemen.
4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe
gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De
raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.
BESLISSING
De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.
Aldus beslist door mr. C. Kraak, voorzitter, mrs. S. van Andel en D. Horeman, leden,
bijgestaan door mr. N.M.K. Damen als griffier en uitgesproken ter openbare zitting
van 8 november 2021.
Griffier Voorzitter
Verzonden op 8 november 2021