ECLI:NL:TADRAMS:2021:234 Raad van Discipline Amsterdam 21-172/A/A

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2021:234
Datum uitspraak: 27-09-2021
Datum publicatie: 26-10-2021
Zaaknummer(s): 21-172/A/A
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
  • Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk
Beslissingen: Beslissing op verzet
Inhoudsindicatie: Ongegrond verzet

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam
van 27 september 2021
in de zaak 21-172/A/A
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 12 april 2021 op de klacht van:


klager

over:

verweerder

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1    Op 24 augustus 2020 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder.
1.2    Op 18 februari 2021 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk 2020-1235047/EJH/AvO van de deken ontvangen.
1.3    Bij beslissing van 12 april 2021 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Deze beslissing is op dezelfde datum verzonden aan partijen.
1.4    Op 4 mei 2021 is namens klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift op dezelfde datum ontvangen.
1.5    Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 6 september 2021. Daarbij waren aanwezig klager, bijgestaan door zijn echtgenote, zijn dochter en een tolk, en verweerder, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. M. Lousberg.
1.6    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift met de bijlagen.


2    VERZET
2.1    De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:
2.2    Klager heeft alleen van het door hem aan (het kantoor van) verweerder betaalde bedrag van ongeveer € 2.885,- een ontvangstbevestiging gekregen. Van het overige door hem betaalde bedrag van ongeveer € 3.700,- heeft klager geen ontvangstbevestiging gekregen.
2.3    Klager wilde in hoger beroep gaan. Verweerder heeft steeds tegen klager gezegd dat hij het dossier naar de rechtbank had gestuurd terwijl hij dat niet heeft gedaan. Klager begrijpt niet waarom verweerder hem niet heeft geholpen.
2.4    Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klager in verzet niet op.

3    FEITEN EN KLACHT
3.1    Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.

4    BEOORDELING

4.1    Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2    De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet slagen; de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Hij heeft de klacht dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.
4.3    Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.

BESLISSING
De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. J.H. Dubois, voorzitter, mrs. A.Ch.H. Franken en G. Kaaij, leden, bijgestaan door mr. S. el Bouazzati-van Excel als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 27 september 2021.


Griffier    Voorzitter


Verzonden op 27 september 2021