ECLI:NL:TADRAMS:2020:118 Raad van Discipline Amsterdam 19-852/A/NH

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2020:118
Datum uitspraak: 25-05-2020
Datum publicatie: 04-06-2020
Zaaknummer(s): 19-852/A/NH
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
  • Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Gegrond verzet omdat de klacht niet kennelijk ongegrond is. Er zal een nieuwe datum bepaald worden voor de behandeling van de klacht.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam

van 25 mei 2020

in de zaak 19-852/A/NH

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 27 januari 2020 op de klacht van:

klagers

gemachtigde: mr. I.H.M. Leyten

over:    

verweerder

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Op 7 juni 2019 hebben klagers bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder.

1.2    Op 18 december 2019 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk ks/re/19-210/957370 van de deken ontvangen.

1.3    Bij beslissing van 27 januari 2020 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Deze beslissing is op 27 januari 2020 verzonden aan partijen.

1.4    Op 24 februari 2020 hebben klagers verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift op 25 februari 2020 ontvangen.

1.5    Vanwege de Coronamaatregelen heeft de mondelinge behandeling van het verzet plaatsgevonden via een videoconferentie op 20 april 2020. Daarbij waren klaagster, bijgestaan door haar gemachtigde, en verweerder aanwezig.

1.6    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift.

2    VERZET

2.1    De gronden van het verzet komen neer op een herhaling van de klacht met een verzoek om herbeoordeling.

3    FEITEN EN KLACHT

3.1    Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.

4    BEOORDELING

4.1    Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.

4.2    De klacht heeft betrekking op de kwaliteit van de dienstverlening door verweerder.

4.3    De raad is, anders dan de voorzitter, van oordeel dat de klacht van klagers niet kennelijk ongegrond is. Het verzet is dan ook gegrond en de raad zal overgaan tot een hernieuwde beoordeling van de klacht. Er zal een nieuwe datum worden bepaald voor de behandeling van de klacht. De raad stelt verweerder in de gelegenheid om uiterlijk 14 dagen voor de nieuwe zittingsdatum de akte van levering van 31 december 1996 aan de raad toe te sturen.

4.4    De raad houdt iedere verdere beslissing aan.

BESLISSING

De raad van discipline:

- verklaart het verzet gegrond;

- bepaalt dat een nieuwe datum zal worden vastgesteld voor de mondelinge behandeling van de klacht;

- stelt verweerder in de gelegenheid om uiterlijk 14 dagen voor de nieuwe zittingsdatum de akte van levering van 31 december 1996 aan de raad toe te sturen;

- houdt iedere verdere beslissing aan.

Aldus beslist door mr. Q.R.M. Falger, voorzitter, mrs. R. Lonterman en H.B. de Regt, leden, bijgestaan door mr. S. van Excel als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 25 mei 2020.

Griffier    Voorzitter

Verzonden op 25 mei 2020

mededelingen van de griffier ter informatie:

Deze beslissing is gelijktijdig in afschrift verzonden.