ECLI:NL:TADRAMS:2019:148 Raad van Discipline Amsterdam 18-870/A/NH/H

ECLI:	ECLI:NL:TADRAMS:2019:148
Datum uitspraak:	15-07-2019
Datum publicatie:	18-07-2019
Zaaknummer(s):	18-870/A/NH/H
Onderwerp:	Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Herziening
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:	Herzieningsverzoek afgewezen

Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam

van 15 juli 2019

in de zaak 18-870/A/NH/H

naar aanleiding van het verzoek tot herziening van:

verzoeker

1 HET VERZOEK TOT HERZIENING

1.1 Verzoeker heeft bij brief van 8 mei 2019, door de raad ontvangen op 10 mei 2019, een verzoek ingediend tot herziening van de beslissing van de raad van discipline in het ressort Amsterdam van 6 mei 2019, bij de raad bekend onder nummer 18-870/A/NH, waarbij het verzet van klager, thans verzoeker, tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van 21 december 2018, bij de raad bekend onder hetzelfde nummer, ongegrond is verklaard. Verweerster in de zaak met nummer 18-870/A/NH is in de gelegenheid gesteld te reageren op het herzieningsverzoek, hetgeen zij niet heeft gedaan.

2 BEOORDELING

2.1. De voorzitter stelt voorop dat de Advocatenwet niet voorziet in de mogelijkheid tot herziening van een uitspraak van de tuchtrechter. Een verzoek tot herziening kan dan ook niet in behandeling worden genomen en een dergelijk verzoek dient in beginsel dan ook te worden afgewezen. Bij uitzondering kan daarover blijkens vaste jurisprudentie van het Hof van Discipline anders worden geoordeeld, doch uitsluitend indien en voor zover mocht blijken dat bij de behandeling van de zaak geen sprake is geweest van een eerlijk proces doordat een fundamenteel rechtsbeginsel is geschonden, en beperkt tot die gevallen waarin een verweerder aan wie een tuchtrechtelijke maatregel is opgelegd op die schending een beroep kan doen.

2.2. Dat betekent dat in een dergelijk geval alleen door een advocaat herziening van een beslissing van de tuchtrechter kan worden gevraagd en niet door een klager zoals in het onderhavige geval.

2.3. Het voorgaande betekent dat het onderhavige verzoek niet in behandeling kan worden genomen en dat verzoeker in zijn verzoek kennelijk niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.

BESLISSING

De voorzitter verklaart:

verzoeker kennelijk niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot herziening van de beslissing van de raad van discipline van 6 mei 2019 in klachtzaak 18-870/A/NH/H.

Aldus in het openbaar uitgesproken door mr. D.H. Steenmetser-Bakker, plaatsvervangend voorzitter, met bijstand van mr. S. van Excel als griffier op 15 juli 2019.

Griffier Voorzitter

 

Deze beslissing is in afschrift op 15 juli 2019 verzonden.