ECLI:NL:TADRAMS:2018:73 Raad van Discipline Amsterdam 17-709/A/DH

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2018:73
Datum uitspraak: 23-03-2018
Datum publicatie: 23-04-2018
Zaaknummer(s): 17-709/A/DH
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Financiën
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Ongegrond verzet.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam

van 23 maart 2018

in de zaak 17-709/A/DH

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 26 oktober 2017 op de klacht van:

klaagster

tegen:

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief van 6 april 2017 heeft klaagster bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Den Haag (hierna: “de deken”) een klacht ingediend over verweerder.

1.2 Na een verwijzingsbeslissing van het Hof van Discipline van 6 augustus 2017 heeft de deken bij brief aan de raad van 28 augustus 2017 met kenmerk k085 2017 dk/ksl, door de raad ontvangen op 30 augustus 2017, de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.3 Bij beslissing van 26 oktober 2017 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 26 oktober 2017 is verzonden aan klaagster.

1.4 Bij brief van 9 november 2017, door de raad ontvangen op 14 november 2017, heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.5 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 9 februari 2018 in aanwezigheid van verweerder. Klaagster is met voorafgaande kennisgeving niet verschenen.

1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klaagster van 9 november 2017. Tevens heeft de raad kennisgenomen van de brief met bijlagen van klaagster aan de raad van 22 januari 2018, door de raad ontvangen op 25 januari 2018.

2 FEITEN EN KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen die weergave komt klager in verzet niet op.

3 VERZET

De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:

3.1 Klaagster heeft duidelijk aan verweerder aangegeven dat hij alle brieven aan haar via de post moest opsturen en niet via het e-mailadres van haar dochter. Klaagster heeft telefonisch gereageerd op de brief van verweerder van 6 oktober 2016. Bij die brief zat geen machtigingsformulier.

3.2 Het is opmerkelijk dat verweerder de specificaties van de uitgaande gesprekken niet kan overleggen.

4 BEOORDELING

4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij de beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klaagster aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.2 Nu het verzet van klaagster tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. D.H. Steenmetser-Bakker, voorzitter, mrs. H.B. de Regt en E.J.M. van Rijckevorsel-Teeuwen, leden, bijgestaan door mr. S. van Excel als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 23 maart 2018.

Griffier Voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 23 maart 2018 verzonden.